Bij het carpaletunnelsyndroom kan je last hebben van pijn, tintelingen en/of een doof gevoel in je duim, vingers en handpalm. Een vervelend gevoel waar sommige vrouwen tijdens hun zwangerschap last van hebben.
In dit artikel lees je wat het carpaletunnelsyndroom inhoudt en wanneer je aan de bel moet trekken.
Aan de binnenzijde van je pols zit een tunnel waar een zenuw en pezen door lopen: de carpale tunnel. Als deze tunnel te nauw is, dan raakt een handzenuw in de knel, waardoor je last kunt krijgen van pijn, tintelingen en een doof gevoel in je duim, vingers en handpalm. Ook kun je minder kracht hebben in je hand. Dit heet het carpaletunnelsyndroom.
De carpale tunnel is nauw, en de middelste handzenuw kan snel bekneld raken. Tijdens je zwangerschap houdt je vaak extra vocht vast, ook in je handen en polsen. De middenhandzenuw, die vanuit je onderarm door je pols naar je hand loopt, kan hierdoor in de verdrukking komen.
Ook kun je klachten krijgen als je hand steeds lang achter elkaar ver naar voren of naar achteren gebogen houdt (in plaats van recht, in het verlengde van je onderarm). Bijvoorbeeld bij het dragen, voeden of wiegen van de baby.
Hierdoor kun je een doof en tintelend gevoel in de uiteinden van je vingers krijgen of pijnklachten vergelijkbaar met slapende handen. In de ochtend en gedurende de nacht zijn deze klachten vaak het hevigst. Ook in de periode na de bevalling kun je hier last van krijgen of houden. De pijn en klachten kunnen in beide handen voorkomen.
Probeer bij pijnklachten je handen minder te belasten en kleine oefeningen te doen, zoals je polsen buigen en strekken, een vuist maken, je vingers strekken en met je handen te wapperen. Bij veel pijn kun je paracetamol gebruiken.
Een carpaletunnelsyndroom zal in de meeste gevallen vanzelf verdwijnen, want het heeft te maken met het vocht in je lichaam. Wanneer de klachten aanhouden of je er veel last van hebt, overleg dan met je huisarts.
Meer lezen?
Twintig keer een zwangerschapskwaal die je niet zo vaak hoort
