Tijdens je zwangerschap is de placenta – ook wel moederkoek genoemd – van levensbelang voor de baby in je buik. Hoewel de placenta in de meeste gevallen bovenin in de baarmoeder ligt, kan het ook voorkomen dat de moederkoek te laag in de baarmoeder is ingenesteld. Er wordt dan gesproken van een placenta praevia, ofwel een laagliggende moederkoek.
In dit artikel leggen we uit wat een placenta praevia is, wat de risico’s zijn en welke gevolgen het heeft voor de bevalling.
In het Latijn betekent placenta praevia ‘voorliggende placenta’. De placenta ligt dan (gedeeltelijk of helemaal) over de baarmoederholte heen en blokkeert de weg naar buiten. Wie een laagliggende placenta heeft, hoeft zich niet gelijk zorgen te maken.
Een placenta praevia heeft geen invloed op de groei en ontwikkeling van de ongeboren baby. Wel hebben vrouwen meer kans op bloedingen tijdens de zwangerschap. Het is dan ook goed alert te zijn op eventuele bloedingen en, wanneer daar sprake van is, contact op te nemen met de verloskundige of gynaecoloog.
Hoewel wetenschappers nog niet zeker weten wat de oorzaak van een placenta praevia is, zijn er wel een aantal factoren die de kans op een laagliggende placenta verhogen:
Het herkennen van een placenta praevia is niet eenvoudig aangezien er weinig symptomen zijn. Het enige, veelvoorkomende symptoom dat duidt op een laagliggende placenta, is vaginaal bloedverlies. Door de groei van de baarmoeder kan de placenta een beetje loskomen waardoor bloedvaten mogelijk scheuren.
Een heel enkele keer hebben vrouwen met een laagliggende placenta last van harde buiken. Ook komt het voor dat ze pijn ervaren die te vergelijken is met weeën.
Een placenta praevia wordt vaak al bij een vroege echo vastgesteld. Naarmate je zwangerschap vordert, herstelt een laagliggende placenta zich meestal vanzelf. Door de groei van de baarmoeder gaat de moederkoek namelijk steeds hoger liggen. Nog geen één procent van de vrouwen heeft tijdens de bevalling nog een placenta praevia.
Als je bij de twintigwekenecho nog steeds een placenta praevia hebt, word je doorverwezen naar de gynaecoloog. In het ziekenhuis krijg je een extra controle en wordt er bloed afgenomen. Vaak volgt nog een controle tijdens 32 weken zwangerschap en 36 weken zwangerschap.
Een placenta praevia is gevaarlijk voor jouw gezondheid en die van je baby, wanneer je hevig bloedverlies hebt. Wanneer je in een korte tijd veel bloed verliest, is een opname in het ziekenhuis noodzakelijk. Je krijgt dan een infuus om bloed en eventueel vocht aan te vullen. Als het bloedverlies stopt, mag je in de meeste gevallen weer naar huis.
Op het moment dat het bloedverlies aanhoudt, wordt het gevaar voor jezelf en je kindje steeds groter. Een gynaecoloog beslist dan hoogstwaarschijnlijk dat het veiliger is om de bevalling op gang te brengen. Vaak is dat een keizersnede.
Als je tot laat in je zwangerschap nog steeds en laagliggende placenta hebt, wordt de bevalling uitvoerig met de gynaecoloog besproken. Het is met een placenta praevia niet altijd mogelijk om vaginaal te bevallen. Dit kan enkel als de moederkoek meer dan 2 centimeter van de uitgang af ligt.
Mocht de placenta minder dan 2 centimeter van de uitgang afliggen, dan maakt de gynaecoloog een inschatting. Schat de gynaecoloog veel bloedverlies in, dan wordt er gekozen voor een geplande keizersnede. Hetzelfde geldt wanneer de placenta compleet over de ingang van de baarmoederholte ligt.
