16/09/2021

Blog: wat ik mijn zoon wil meegeven

Een vervelende ervaring bracht me aan het denken over het opvoeden van mijn zoon en de lessen die ik hem wil meegeven.

Vorig weekend zat ik in de trein met Jacob, mijn bijna drie jaar oude zoontje. We bezochten mijn oma, die dit weekend 96 werd. Jacob vindt met de trein reizen geweldig en ik vond het eigenlijk ook wel relaxt en gezellig zo met hem. Terwijl we stonden te wachten op onze trein terug naar huis, kwam er een man naast ons staan. Hij zei niks, maar bleef wel naar ons staan kijken.

Toen de trein arriveerde besloot ik een aantal coupés verder te lopen en daar in te stappen. De man stapte wel direct bij de deur voor ons in. In de trein was het erg rustig. Wij vonden een plekje en terwijl ik Jacob voor de tiende keer uitlegde waarom hij niet de prullenbak open mocht maken, stond die kerel van het perron ineens naast ons.

Gelukkig was toevallig het zitje direct naast ons bezet, dus kwam hij schuin achter ons zitten. Ik vond dat eigenlijk al irritant, maar probeerde me er niet teveel van aan te trekken. Jacob was moe, dus kroop bij mij op schoot en dommelde een beetje weg. “Hey, hey…. How are you doing, momma?‘ hoorde ik achter me. Ik besloot het in eerste instantie te negeren. “Hey… Do you hear me? How are you doing? Is this your son?”. De man zat omgedraaid op zijn stoel en hing half over het gangpad zodat hij naar ons kon kijken. Ik gaf aan dat dit inderdaad mijn kind was en dat hij probeerde te slapen en ik zelf ook moe was. Daarna draaide ik me weer om, in de hoop dat hij zou begrijpen dat het gesprek wat mij betreft was afgelopen. Maar helaas, hij kroop zowaar nog verder uit zijn stoel, bleef naar me kijken en vragen stellen en hij bleef mij vooral een zwaar ongemakkelijk gevoel geven. Ik zei opnieuw dat ik niet in de stemming was om te praten, maar zijn complimenten en vragen bleven doorgaan.

Ik kreeg een handkus naar me toe geblazen toen we even later uit de trein stapten en ik kon me met moeite inhouden om een ordinaire middelvinger naar hem op te steken. Ik fietste met Jacob naar huis en merkte dat ik eigenlijk gewoon boos was. Met zijn blikken, vragen en handgebaren had deze man me zo’n ongemakkelijk en onveilig gevoel gegeven. Waarom deed hij dat? En waarom was mijn ‘nee’ niet genoeg om hem daarmee op te laten houden?

Ik dacht weer terug aan alle soortgelijke ervaringen die ik in mijn leven als jong meisje en vrouw, alleen of samen met mijn vriendinnen, heb gehad. Tijdens avondjes uit, alleen op de fiets, in het OV, in het donker (of midden op de dag) op straat. In het café, het zwembad of gewoon in de Albert Heijn. Ik herinner me hoe we een paar jaar terug met een groep vriendinnen met elkaar bespraken hoe ongelofelijk vaak we vervelende situaties hebben meegemaakt met jongens of mannen die ons een onveilig gevoel gaven of aan ons zaten wanneer we dit niet wilden. We realiseerden ons hoeveel van deze ervaringen we zelfs nooit eerder met elkaar hadden gedeeld, uit schaamte of ongemak, of beide. Hoeveel we simpelweg in de doofpot hebben gestopt om er hopelijk niet meer aan te denken. Schouders eronder, hoofd omhoog, vergeten.

Ik kijk naar mijn dochter van vijf en zie hoe ze met de dag slimmer, zelfstandiger, avontuurlijker én mooier wordt. Ze heeft dat zelf gelukkig nog niet in de gaten, maar ze is met haar lange bruine benen, blonde krullen en grote blauwe ogen een plaatje. Wanneer komt het moment dat ik haar erop moet voorbereiden op ongewenst gedrag van jongens of mannen? Wat kan ik haar daarover meegeven?

Hoe langer ik daarover nadenk, hoe meer ik me realiseer: ik wil mijn dochter weerbaar maken, maar ik wil vooral mijn zoon – nu nog een jongen, straks een puber, tiener en volwassen man – iets bijbrengen. Ik wil niet dat Olivia denkt dat zij het probleem is. Dat zij iets uit zou lokken of erom zou vragen.

Ik wil in dit gesprek niet kort door de bocht zijn. Er zijn ook vrouwen die zich ontzettend kunnen misdragen en mannen in een vervelende positie brengen. Dat ik die situatie niet ken, betekent niet dat het er niet is. Maar we hoeven het niet milder te maken dan het is. Vanaf het moment dat je als meisje maar een beetje borsten krijgt, wordt je nagekeken en nagefloten. Blikken langer hangen hangen, er worden opmerkingen gemaakt. Wordt er ‘per ongeluk’ aan je gezeten. Als een meisje of vrouw in control is en er voor kiest, kunnen die opmerkingen en aanrakingen tot op zekere hoogte leuk zijn. De droevige realiteit is dat ze veel vaker ontzettend vervelend, ongewenst, stom of beangstigend zijn.

Dit is onderdeel van de opvoeding van onze kinderen. Iets waar Dirk en ik een verantwoordelijkheid in dragen. Zowel voor onze dochter als voor onze zoon. Ik ben blij dat onze kinderen een fantastisch rolmodel hebben en ik heb er dan ook veel vertrouwen in dat we hier vanuit onze beide perspectieven en ervaringen een goede weg in zullen vinden.

Nu is het nog een klein thema in hun leven, maar eigenlijk is het ook al weer zo groot. Wat ik mijn zoon in ieder geval wil meegeven in onze opvoeding is dat hij nooit dit soort fratsen uit moet halen. Het is prima om een complimentje uit te delen, maar hou het leuk en respectvol. Ken je grenzen en luister naar ‘nee’, ‘ik heb geen zin’ of ‘liever niet’. Dwing jezelf niet op en hou je handen thuis. Blijf op afstand als je in het donker achter een vrouw loopt of fietst zodat je haar niet onnodig bang maakt. Merk je dat een vrouw zich ongemakkelijk voelt door het gedrag van een andere kerel, neem het dan voor haar op in plaats van naar je telefoon te blijven staren. Doe geen dingen die je zelf ook niet fijn zou vinden en gebruik je gezonde verstand. Be the good guy. Doe het voor je zus, doe het voor je moeder.

Mijn zoon van bijna 3 kruipt die avond bij me op schoot. Ik geef hem een dikke knuffel. Hij weet nog van niets. En dat hoeft ook niet. Want als het moment daar is, zal ik er voor hem zijn en hem dit alles meegeven.

Gratis een wekelijkse update?

How About Mom nieuwsbrief: korting, tips en de beste gelezen verhalen