Een bijzonder verhaal deze week in Hart van Nederland: Renee mag de resterende acht bevruchte embryo’s van haar man en haarzelf gebruiken voor een volgende zwangerschap. Volgens de wetgeving had haar – inmiddels overleden – man daar toestemming voor moeten geven.
In 2019 onderging Renee samen met haar man vruchtbaarheidsbehandelingen, waaronder ICSI. Die resulteerden in een zwangerschap en de geboorte van hun dochtertje Yora. Renee en haar man tekenenden toentertijd een contract met de kliniek om de resterende acht bevruchte embryo’s te kunnen gebruiken voor een volgende zwangerschap.
Alleen kwam die zwangerschap er niet: Renee’s man overleed plotseling op 42-jarige leeftijd door een hartinfarct, vertelde Renee eerder aan Hart van Nederland.
Wens voor een tweede kind
Na het overlijden van haar man wilde Renee graag een tweede kind van hem krijgen. Alleen weigerde de kliniek daarvoor medewerking, omdat schriftelijke toestemming van de vader ontbrak. De embryowet schrijft voor dat die schriftelijke toestemming van de vader nodig is, en daarom zou het tegen de wet zijn om verder te gaan met de behandelingen. Renee stapte daarop naar de rechter.
De rechtbank in Den Haag heeft haar deze week in het gelijk gesteld. De rechter vond uiteindelijk de belangen van het ongeboren kind belangrijker dan de wetgeving zelf.
Daarmee komt de wens van Renee uit en daar is ze heel blij mee, vertelt ze aan Hart van Nederland: ‘Ik kan vooruit gaan kijken en daar kijk ik enorm naar uit.’
Meer lezen?