05/08/2019

Momtalk: Rowena

Rowena Roussau (24) is net afgestudeerd. In drie jaar tijd is ze niet alleen een marketing & communicatie diploma, maar ook twee kids rijker. “Ik zat een week na de bevalling weer in de les, de leraren gaven soms een flesje of verschoonde een luier. Ik wilde per se samen met mijn klasgenoten afstuderen.”

Rowena is geboren en getogen in Maastricht. Ze is de moeder van Fenna (2,5) en Farah (10 maanden), getrouwd met Jean-Luc en ze schrijft op haar platform verhalen over ondernemer- en moederschap. Als we haar spreken heeft ze net haar diploma marketing en communicatie aan de Hogeschool Eindhoven opgehaald.

Hoe was jouw eerste zwangerschap?

Ik kijk met veel plezier terug op die eerste zwangerschap. Ik was natuurlijk nog hartstikke jong, 22 jaar, maar het was gepland en heel erg gewenst. Ik voelde me bijna negen maanden lang heel fijn en goed. Ik zat in het tweede jaar van mijn studie, dus ik moest wel met mijn dikke buik naar school, maar dat heeft me nooit belemmerd. Over de bevalling, die in totaal bijna 52 uur duurde, ben ik minder te spreken…

Hoe verliep de bevalling?

Met 38 weken braken mijn vliezen, maar de weeën kwamen niet. Ik kreeg wel hoge koorts, een teken dat de baby hoogstwaarschijnlijk een infectie opgelopen had. Ik kreeg weeën-opwekkers, want het ziekenhuis wilde niet lang meer wachten op de baby. De eerste twaalf uur van de weeën kon ik nog wel aan, maar daarna kreeg ik rugweeën. Dat vond ik killing. Toen ik eenmaal mocht persen was ik helemaal op. Ik had al anderhalve dag niet geslapen. Ik kreeg een ruggenprik zodat de scherpe kantjes eraf waren en binnen 45 minuten was Fenna geboren. Daarna moest ik nog 13 hechtingen, zowel uitwendig als inwendig. Onze dochter moest nog twee weken in het ziekenhuis liggen vanwege de infectie. Ik bleef bij haar.

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

Een bericht gedeeld door Rowena Rousseau (@rowenarousseau.nl) op

Na de twee weken in het ziekenhuis met Fenna kwam ik thuis in een verbouwing. Ik kijk daar niet met veel plezier op terug, ik heb me een aantal maanden ontzettend depressief gevoeld. Fenna was een hele erge huilbaby. Ik zat in een nieuw huis, in een nieuwe omgeving, met een nieuwe baby, ik kon nergens aan wennen en voelde me ontzettend alleen. Uiteindelijk ben ik via de huisarts doorverwezen naar een psycholoog. Ik voelde me door mijn omgeving niet echt begrepen. ‘Stel je niet zo aan, je hebt het toch goed, je moet blij zijn’, dat soort reacties. De psycholoog toonde begrip en gaf me advies, dat was fijn. Natuurlijk vond ik het een drempel om hulp te zoeken en een labeltje te krijgen, maar het kon niet verder zo.

Het was fijn om met een psycholoog te spreken, maar degene met wie ik eigenlijk moest praten was mijn man. We hadden continu ruzie. We sliepen niet, hadden allebei stress, zoiets breekt je op. Ik wist dat we er wel doorheen zouden komen, we zijn al acht jaar samen en hij is een geboren papa.

Pas toen Fenna naar de opvang ging, na zes maanden, en ik weer ging studeren, brak er weer een periode van rust aan. Ik had weer ademmomenten, ik kwam weer onder de mensen. Ik kon de zorg even los laten. Voor een maand of drie, want toen stond ik weer met een positieve test in mijn handen…

Waren jullie bewust bezig met een tweede kindje?

Totaal niet! Sterker nog, het is een vrij wonderlijk verhaal hoe ik een tweede keer zwanger raakte. Ik kwam met een ontstoken baarmoeder op de EHBO en daar werd met spoed mijn spiraal eruit gehaald. Die avond ervoor hadden we nog gevreeën, maar ik had daar zelf ook geen moment bij stil gestaan. Een week later begon ik met de pil. Tijdens mijn stopweek bleef mijn menstruatie uit. Ik voelde me raar, een beetje misselijk, en besloot – eigenlijk voor de grap – een test te doen. ‘Dan kunnen we dat uitsluiten’, zei ik tegen mijn man. Er verschenen direct een dikke blauwe plus in beeld. Ik schrok enorm. Ik zou eind september afstuderen, nu zag het er naar uit alsof ik eind september met een kleine baby zat. Toen we eenmaal bij de verloskundige voor het eerst het hartje hoorde, overviel me een ijzersterk moedergevoel. De timing is niet ideaal, maar dit nieuwe mensje is welkom.

De zwangerschap was minder fijn, ik ben tot en met week 26 iedere dag misselijk geweest. Het was een bloedhete zomer en Fenna weigerde te gaan lopen. Hoogzwanger met een kind dat steeds getild wilde worden, ik vond het geen pretje. De bevalling daarentegen was een eitje. Ik heb drie uur weeën gehad en in totaal tien minuten geperst, toen was ze er al.

Farah is een hele rustige baby, ze is totaal niet te vergelijken met Fenna als baby. Ik ben zo blij daarmee. Ik had nooit met een huilbaby mijn scriptie kunnen schrijven, afstuderen en een eigen onderneming kunnen opzetten.

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

Een bericht gedeeld door Rowena Rousseau (@rowenarousseau.nl) op

Een week na de bevalling van Farah zat ik weer in de schoolbanken. Ik kon na drie dagen weer zonder pijn plassen en ik voelde me eigenlijk goed. Omdat ik Farah nog niet naar de opvang kon brengen, nam ik haar mee naar school. Als ik aan een opdracht moest werken, gaven mijn docenten de baby een schone luier of een flesje. Mede-studenten zaten in een totaal andere levensfase, maar vonden af en toe de baby vasthouden wel erg leuk. Ik ben blij dat ik het op deze manier heb gedaan. Als ik langer thuis was gebleven, was ik later klaar geweest. Mijn diploma heb ik met mijn mede-studenten op kunnen halen, dat was mijn grote wens.

De eerste keer direct erna een verhuizing, de tweede keer weer snel terug naar school: hoe heb jij je kraamtijd ervaren?

Voor mijn gevoel heb ik geen kraamtijd gehad, bij allebei de kindjes niet. Ik vond het wel fijn dat ik de tweede keer wel kraamzorg thuis had – bij Fenna had ik die in het ziekenhuis – maar er was geen sprake van een paar weken rust of verzorging.

Ik had allerlei boeken gelezen tijdens mijn zwangerschap en toch voelde ik me overdonderd door zoveel dingen. Hoe intens het is om een huilbaby te hebben en hoeveel pijn het doet om te plassen met dertien hechtingen. Ik heb Fenna zes maanden borstvoeding gegeven. Ik vond het fijn om dat te kunnen doen, maar het is ook vermoeiend. Ik vond het soms zo vervelend dat ik alleen kon voeden. Bij Farah heb ik bewust geen borstvoeding gegeven, omdat ik wist dat ik weer terug naar school wilde zodra dat kon en het niet zag zitten om daar te moeten borstvoeden.

Bij Fenna heb ik nog lang last gehad van huilbuien, ik beleefde heel intense emoties. Bij Farah is dat veel minder: ik voelde me na twee maanden alweer ‘mezelf’.

Hoe kijk jij aan tegen je veranderende lijf na twee zwangerschappen?

Ik ben er heel erg mee bezig. Ik was altijd trots op mijn brede heupen, volle borsten en platte buik. Die buik is nu verdwenen en dat vind ik lastig. Toen ik na de geboorte van Fenna zo somber was, heb ik veel gegeten, dat was een soort uitlaatklep. Op het moment dat ik zwanger raakte van de tweede, was ik eigenlijk nog te zwaar. Doordat ik me zo goed voelde na die bevalling, heb ik na twee maanden de draad opgepakt en ben ik met mezelf aan de slag gegaan. Door meer te sporten, veel water te drinken en koolhydraatarm te eten ben ik inmiddels dertien kilo kwijt. Daar ben ik trots op, maar ik weet ook dat het niet goed is dat ik zoveel met mijn gewicht en uiterlijk bezig ben.

Ik vind het stom van mezelf dat ik niet gewoon ga zwemmen met mijn dochter omdat ik mezelf niet in zo’n groot badpak wil hijsen. Instagram speelt daarin ook een negatieve rol: ik zie iedere dag vrouwen die wel mooie lijven hebben, zelfs al hebben ze twee kinderen gehad. Vroeger was ik ook zelfverzekerd en voelde ik me sexy, nu schaam ik me voor mijn lijf in bed. Ik probeer het echt los te laten en geloof mijn man als hij zegt dat hij me mooi vind zoals ik ben. Het is work in progress, maar het komt goed.

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

Een bericht gedeeld door Rowena Rousseau (@rowenarousseau.nl) op

Wat is het mooist aan het moederschap?

De liefde die ik krijg van mijn peuter van 2,5 is zo geweldig. Dat iemand zo blij is om je te zien, je overlaadt met kusjes en knuffels. Dat heb ik dat gecreëerd en dat ze zoveel van mij houdt!

En wat de grootste uitdaging?

Als ik alleen thuis ben met de twee kinderen en ik probeer iets gedaan te krijgen en zij zijn ondertussen allebei aan het gillen omdat ze iets anders willen doen of hebben. Dan kan ik soms wel mee gaan gillen. Soms ga ik even op de gang staan of naar het toilet, een keer diep in- en uitademen. Of ik kijk naar de klok: nog een uurtje en dan gaan ze allebei even slapen. Tijdens hun dutjes neem ik ook even pauze en zorg ik dat ik opgeladen ben om, met frisse moed en zin haha, aan de middag te beginnen samen.

Het huishouden is ook een uitdaging, maar dat hebben we inmiddels redelijk onder controle. We krijgen hulp bij het poetsen en mijn man en ik hebben de taken verder samen verdeeld. Dat gaat heel natuurlijk, ik hoef hem niet te vragen dingen te doen – maar andersom ook niet.

En hoe zorg jij voor #howaboutmomtime?

Drie dagen in de week zijn de kids naar de opvang. Twee dagen werk ik, een dag is voor mezelf. Dan kijk ik een serie, ga ik in bad en maak ik tijd om te lezen en schrijven. Ik probeer op zo’n dag echt tot rust te komen. Als moeder ben je eigenlijk 24/7 aan het werk, je staat altijd aan.

Gratis een wekelijkse update?

How About Mom nieuwsbrief: korting, tips en de beste gelezen verhalen