Vaderschapsverlof is in Nederland de laatste jaren flink uitgebreid. Sinds 1 juli 2020 kunnen vaders vijf weken aanvullend geboorteverlof opnemen tegen 70% van hun loon, met de mogelijkheid voor werkgevers om dit aan te vullen tot 100%. Het blijkt dat in de praktijk dat veel vaders hun recht op verlof niet volledig benutten. Zelfs 10% van de vaders maakt geen gebruik van het geboorteverlof. Waarom is dat?
De werkdruk en de angst voor carrièreverlies
Een belangrijke reden waarom vaders hun verlof niet opnemen, is de angst dat het hun carrière schaadt. Vaders voelen zich vaak onder druk staan om direct weer aan het werk te gaan, uit angst voor negatieve gevolgen voor hun positie op de werkvloer.
Onderzoek toont aan dat de werkdruk en de angst voor carrièreverlies belangrijke factoren zijn die vaders ervan weerhouden om hun verlof op te nemen. Ondanks dat de mogelijkheden voor beide ouders bedoeld zijn. Trouw schrijft dat in sommige sectoren mannen zelfs ontmoedigd om het verlof op te nemen.
Financiële overwegingen
Daarnaast spelen financiële overwegingen een rol. Hoewel het vaderschapsverlof sinds 2020 is uitgebreid, wordt het vaak niet volledig doorbetaald. Dit kan voor veel gezinnen een drempel zijn om het verlof op te nemen.
Vaders geven aan dat ze het zich financieel niet kunnen veroorloven om tijdelijk minder te verdienen. Dat is ook een van de grootste kritiekpunten op het huidige verlof in Nederland: 30% minder inkomen is voor veel stellen een te grote impact.
Culturele en maatschappelijke normen
Verder spelen culturele en maatschappelijke normen een rol. In Nederland heerst nog steeds de opvatting dat de moeder de primaire verzorger is van het kind. Dit beeld wordt versterkt door de media en de samenleving. Het lijkt erop dat vaders zich hierdoor minder snel gerechtigd voelen om verlof op te nemen en zich actief met de zorg voor hun kind bezig te houden.
De voordelen van betrokken vaderschap
Toch is het belangrijk dat vaders hun verlof opnemen. Juist zelfs! Vaders die actief betrokken zijn bij de zorg voor hun kinderen ervaren meer werkplezier en een betere werk-privébalans. Ook de partner en het kind profiteren hiervan. Vaders die hun verlof opnemen, hebben een betere band met hun kinderen en dragen bij aan een gelijkere verdeling van zorgtaken binnen het gezin. Daarnaast, deze bijzondere periode komt nooit meer terug, hier moet toch ook de vader van kunnen genieten?
Ouders willen wel, maar kunnen niet
De wens om werk en zorg eerlijk te verdelen is er vaak wel, maar de praktijk ziet er anders uit. Zo blijkt uit de Emancipatiemonitor, een onderzoek naar emancipatie in Nederland, dat bij 48% van de gezinnen met kinderen onder de 18 de man meer werd en de vrouw meer zorgt.
Volgens de Emancipatiemonitor wil 50% werk en zorg het liefst gelijk verdelen, maar lukt dit slechts bij 9% dit in de praktijk. Veel mannen en vrouwen hebben goede intenties voordat de baby er is, maar in de praktijk blijft de vader even veel werken neemt de moeder een stap terug. Dat komt door eerder genoemde financiële overwegingen, sociale normen en angst voor carrièreverlies.
Gezamenlijke verantwoording
Om vaderschapsverlof écht normaal te maken, is het nodig dat zowel werkgevers als vaders en de maatschappij hierin hun verantwoordelijkheid nemen.
Werkgevers kunnen met een open cultuur en goede communicatie de drempel verlagen. Ook het verbeteren van financiële regelingen helpt vaders om hun verlof te kunnen opnemen zonder financiële drempel. Door vaders die open zijn over hun verlof zichtbaar te maken, ontstaat er een nieuwe norm waarin betrokken vaderschap vanzelfsprekend is.