Joyce postnatale depressie
27/06/2024

‘Ik kon niet voor haar zorgen. Iedere vezel in mijn lijf schreeuwde: NEE’

Joyce, moeder van Tess (2019) en Saar (2022), maakte twee keer een postnatale depressie door. ‘Als je midden in de zwartste periode van je leven zit, een periode die in je gedachte een van de mooiste periodes uit je leven had moeten zijn, dan is het moeilijk om je voor te stellen dat het goed gaat komen. Hoe dan? En vooral: wanneer dan?’

‘Het voelt ergens onwerkelijk om te beseffen dat ik al vijf jaar een strijd aan het voeren ben tegen een postnatale depressie’, vertelt Joyce. Het begon na de geboorte van haar oudste dochter, Tess. Een combinatie van persoonlijkheidsproblemen waar ze al jaren mee kampt en hormonale schommelingen tijdens en na de zwangerschap brachten haar in een donkere periode. 

‘Tijdens mijn zwangerschap van Tess voelde ik me geweldig. Beter dan ik me ooit had gevoeld. Ik zeg nu ook wel eens tegen haar: ik heb ook bij jou die roze wolk ervaren, maar toen zat je nog in mijn buik. De mist in mijn hoofd was weg, mijn lichaam voelde warm en het leven voelde luchtig. Op het moment dat ze op mijn buik werd gelegd en de navelstreng werd doorgeknipt, was het alsof die verbinding werd verbroken. Ik gleed direct weg in een zwart gat. Ik werd me bewust van de pijn in mijn lijf, de harde geluiden om me heen. Het zonnetje dat mij van binnen verwarmde, was verdwenen.’

Wat moet ik met een baby?

‘Ik weet nog dat ik naar Tess keek en dacht: wat een lieve, schattige baby. Maar ook: wat moet ik ermee? Ik wilde dat ze goed verzorgd zou worden en veel liefde zou krijgen, maar voelde niet goed dat ik dat moest geven. Ik wilde daar niet toe verplicht worden. Tegelijkertijd zat ik vol angst en zorgen. Met Tess in huis kon ik niks meer, ik functioneerde niet. Niet slapen, niet eten, mijn lijf verkeerde in een constante staat van spanning. Haar huilen bracht me tot waanzin. Ik kan tot op de dag van vandaag niet de juiste woorden vinden om te omschrijven wat het geluid van een huilende baby met me deed en doet.’

Joyce postnatale depressie
Foto: Sanne Ravensbergen (Stories of New Life)

‘Ik deed niet eens mijn best om deze gevoelens te verbloemen. Mijn zorgen sprak ik uit naar de kraamhulp en verloskundige. Zij zagen ook hoe ik reageerde als Tess begon te huilen. Ik kromp volledig in elkaar en wilde het liefst vluchten. Toch hadden zij geen idee van de ernst. Moederschap is voor iedereen een omschakeling, toch…?’

Ik kon niet voor haar zorgen

‘Door de verloskundige werd er uiteindelijk eerder zorg vanuit het consultatiebureau opgezet. Ik snakte naar hulp en ondersteuning, want ik voelde me zo angstig. Toen ik voor de tweede keer in twee dagen op het bureau zat omdat ik zoveel vragen had, keek de verpleegkundige me recht in mijn ogen aan en vroeg: gaat het met jou? Ik denk dat ik op dat moment voor het eerst sinds de geboorte weer even in mijn lijf zat en voor het eerst met iemand echt contact had. Ik keek haar ook aan, zei ‘nee’, en ik brak. Ik kreeg een hele heftige paniekaanval. Ze liet me direct mijn huisarts bellen. Die stelde de diagnose postnatale depressie en schreef me antidepressiva voor. Zonder me te vertellen dat de klachten eerst erger kunnen worden. Heel nalatig achteraf.’

‘Twee weken na haar geboorte werd Tess opgenomen vanwege haar ontlasting. Ik zag mijn man huilen in de keuken omdat hij het zo moeilijk vond dat ze weg moest. Ik herkende me niet in zijn gevoel: het was toch heerlijk even zonder haar? Even niet die tikkende tijdbom die ieder moment in huilen uit kon barsten in ons huis. Doordat ik alleen maar opluchting voelde door de ziekenhuisopname van mijn dochter, wist ik dat het echt foute boel was.’

‘Met Tess’ gezondheid bleek alles in orde. Het probleem lag dus bij mij. Dat besef kwam binnen als een bom. ‘Jullie dochter is kerngezond en mag weer mee naar huis’, zeiden ze in het ziekenhuis. Ik kon niet anders dan toegeven dat dit geen optie was. Ik wilde wegkruipen, verdwijnen. Ik kon niet voor haar zorgen. Iedere vezel in mijn lijf schreeuwde ‘NEE’. ‘Wil je je kind iets aan doen?’, vroegen ze aan me. ‘Nee’, zei ik stellig. ‘Wil je jezelf iets aan doen?’ ‘Ja’, zei ik, ‘ik wil er niet meer zijn.’ 

Opgenomen in het ziekenhuis

‘Uit eigen bescherming werd ik opgenomen. Die anderhalve week in het ziekenhuis gaf me rust. Door medicatie kon ik weer wat slapen en eten en verdwenen de scherpste randjes van angst en paniek. In het ziekenhuis was een fantastische zuster die op een van de eerste dagen in de vensterbank naast mijn bed zat. Ik had mijn bril niet op, dus ik zag alleen haar silhouet. Ze vroeg hoe ik me voelde. ‘Rot’, zei ik. ‘Ja, Joyce’, zei ze, ‘het is gewoon kut, kut en nog eens kut. Dit wordt niet jouw jaar, maar je gaat het wel doen.’ Haar woorden waren hard en ongepolijst, maar ze waren ook precies wat ik moest horen. Ik kreeg voor mijn gevoel voor het eerst toestemming om het niet leuk te vinden.’

Joyce opname ziekenhuis postpartum depressie
‘Deze foto is gemaakt tijdens mijn opname 2 weken na de geboorte van Tess. Mijn man, Daan, moest iedere dag met Tess langskomen om de hechting tussen mij en Tess te stimuleren gezien er geen moeder kind opname mogelijk was op dat moment. Hier waren ze net binnen en hield ik Tess vast om haar daarna een fles te geven. Tijdens een voeding wist ik zeker dat ze rustig was dus dat durfde ik aan’

‘Ik herinner me van die periode in het ziekenhuis ook dat ik boos was. Ik voelde me verraden. Er was me een prachtige tijd beloofd, eentje met slaaptekort en gehuil weliswaar, maar wel vol onvoorwaardelijke liefde. Als je dat gevoel niet ervaart, hoe moet je die periode dan doorkomen?’

Thuis bij mijn ouders

‘In afwachting van een moeder-kind opname trokken we na die anderhalve week als gezin bij mijn ouders. De zorg voor Tess, de zorg voor mij, werk en heen en weer reizen brak mijn man ook op. Uiteindelijk hebben we zeven weken bij mijn ouders gewoond. Mijn moeder nam me op sleeptouw en probeerde me te laten voelen dat ik ook nog steeds een leven kon hebben naast het moeder-zijn. Dagen heb ik huilend tegen mama aan gelegen, niet weten hoe ik de uren door moest komen. Bij een paniekaanval kon ik Tess aan mijn ouders geven en zelf naar boven vluchten om te gillen in een kussen van pijn, frustratie en verdriet. Mijn ouders hielpen me relativeren, dat vermogen was ik zelf volledig kwijt.’

‘Ik hield me angstvallig vast aan slaap- en eetschema’s. Gelukkig kreeg ik daarbij ook goede begeleiding vanuit het consultatiebureau. Ze erkende dat ik er obsessief mee bezig was, maar zag ook dat het me ondersteuning en houvast bood. Onvoorspelbaarheid geeft me een onveilig gevoel. Met die wetenschap snap je ook hoe triggering het leven met een pasgeborene is. Ik voelde me geen seconde fijn of veilig.’

Joyce ervaring postnatale depressie schema
‘Dit is een van de eerste schema’s die ik zoveel mogelijk probeerde aan te houden met Tess. Die schema’s waren als het ware mijn heilige graal. Als Tess eenmaal in een ritme zou zitten dan was mijn leven weer overzichtelijk, voorspelbaar en dus veilig. Dan zou ik me weer beter voelen.’

‘Dankzij therapie kreeg ik meer zelfinzicht en grip op mijn depressie. Ik was mijn dagen met Tess als toetsen gaan beschouwen: huilde Tess of was een slaapje mislukt? Dan faalde ik en kreeg ik een rood kruis. Bij 1 rood kruis was mijn dag direct slecht verlopen.’

Een tweede kindje

‘Heel langzaam kwam er meer rust in ons leven. Tess kwam in een fijn ritme met twee slaapjes en vaste voedingsmomenten. Doordat de dagen weer voorspelbaar werden, kon ik eindelijk weer in het hier en nu leven. Ik was niet meer continu bang dat Tess zou gaan huilen. Er ontstond weer ruimte voor dingen buiten het moederschap, dus bouwde ik rustig aan mijn werk op. De rust thuis zorgde ervoor dat we ook het gesprek over een tweede kindje konden voeren. Die wens was er namelijk wel. Natuurlijk vond ik het ook spannend, maar ik voelde me stabieler en wist beter wat ik kon verwachten. Achteraf gezien heel naïef.’

‘Daan vond het heel spannend, maar ik wist hem om te praten. We hebben het al een keer gedaan, we zitten er nu anders in, we worden niet meer zo overvallen. Toen ik dit keer al tijdens de zwangerschap angstiger en depressiever werd, is hij daar heel boos over geweest. Ik had hem beloofd dat het anders zou zijn, dat ik het aankon. Dat was uiteindelijk totaal niet het geval.’

Functioneren op de automatische piloot

‘Mijn zwangerschap van Saar was compleet anders. Ik was dit keer alleen maar bang. De hormonen gierden door mijn lijf en hadden een vreselijk effect op me. Bij Tess wist ik precies hoeveel dagen zwanger ik was en was bij week 30 alles in huis klaar voor een baby. Nu was ik me heel erg aan het distantiëren van mijn buik en moest ik letterlijk spugen toen de box in de woonkamer kwam te staan.’

‘Na de geboorte van Saar speelde mijn depressie weer enorm op. Het had wel een andere vorm. Bij Tess was er angst en paniek, bij Saar voelde ik me vlak en somber. Alles was gedempt en ik functioneerde op de automatische piloot. Gelukkig was Saar een droombaby: ze sliep goed, at goed en was eigenlijk altijd tevreden. Daar ben ik heel dankbaar voor, want door de rust in huis was er meer ruimte voor liefde. Ik wilde niets liever dan dat. Het voelde alsof mijn eerste kraamtijd volledig van me was afgenomen en ik wilde zo graag een tweede kans.’

Opnieuw gedachte aan zelfmoord

‘Voor mijn omgeving was ik onbereikbaar. Ik deed netjes wat er van me werd verwacht, zorgde voor de kindjes en het huishouden, maar verder zat ik in een eigen bubbel. Ik raakte steeds verder verwijderd van mensen om me heen. Bij Tess verlangde ik zo naar mijn ouders en greep ik alle hulp aan. Nu liet ik niemand toe. Zelfs geen kraambezoek.’

‘Tussen Daan en mij ging het steeds slechter. Probeer maar eens samen te wonen met iemand die het grootste deel van de tijd voor zich uitstaart en zielloos haar taken uitvoert. Ik was een lege huls. Toen Saar vier maanden oud was, begonnen mijn zelfmoord gedachts weer te leven. Een psycholoog zorgde dat ik in Zaandam kon worden opgenomen.’

Een depressie is niet altijd zichtbaar

‘Ik ben genezen, maar mezelf vergeven en bepaalde ervaringen vergeten is een langer durend proces. Eén van de moeilijkste onderdelen van een postnatale depressie – en dat geldt ook voor andere psychische problemen – is dat je het niet ziet. Ik ben een jonge vrouw met een fijne relatie, leuk werk en een mooi huis. Hoe kon ik nu depressief zijn?! Zelfs mensen die heel dichtbij je staan hebben geen idee waar je mee worstelt. Ik kreeg ook vaak het gevoel alsof het een keuze was. Als ik nog één keer iemand hoor zeggen dat ik ‘gewoon de knop om moet zetten’, dan ga ik slaan.’

‘Met onze relatie gaat het beetje bij beetje ook beter. We zijn allebei nog bezig met verwerken wat er in de afgelopen jaren is gebeurd. We lijken daarin niet op elkaar. Hij kan lastig over dingen praten en wil het loslaten en verder gaan. Ik wil juist graag praten en kamp met schuldgevoelens en schaamte. Door middel van systeemtherapie proberen we weer dichter bij elkaar te komen. We gaan deze zomer ook verhuizen en dat voelt goed. Een nieuwe start, een nieuw hoofdstuk in ons leven.’

‘Ik ben niet trots op mezelf. Ik heb het gevoel dat ik tekort ben geschoten als moeder. Ik was de eerste van mijn vriendinnen die moeder werd. Inmiddels zijn er meer vriendinnen moeder geworden. Ze zijn eerlijk dat ze het zwaar vinden, maar ze doen het wel gewoon. Ze kunnen nog steeds goed functioneren en over de positieve en mooie dingen praten. Waarom kon ik dat niet? Waarom is het bij mij zo misgegaan?’

‘Waar ik wel trots op ben is het feit dat ik de strijd aan ben gegaan met al die negatieve gedachten. Ik ben week in week uit naar therapie gegaan, ook al dacht ik zo vaak ‘wat doe ik hier’. Het is heel pijnlijk om zo te moeten wroeten en jezelf binnenstebuiten te moeten keren. Ik snap dat heel veel mensen daarvoor vluchten. Dankzij therapie ben ik eindelijk in staat om mezelf dingen te gunnen. Voel ik dat ik het ook verdien om gelukkige momenten mee te maken. Ik begon met therapie voor mijn dochters, de enige reden dat ik er nog was, maar kan nu zeggen dat ik de therapie volgde voor mezelf. Ik tel nog steeds mee. Ik ben ook belangrijk.’

Dit interview met Joyce is onderdeel van de serie ‘De vele gezichten van een postnatale depressie’. Met dit fotoproject willen How About Mom en fotografe Sanne Ravensbergen het taboe rondom postnatale depressie doorbreken. In deze serie worden tien vrouwen geportretteerd die een postpartum depressie hebben meegemaakt.

Gratis een wekelijkse update?

How About Mom nieuwsbrief: korting, tips en de beste gelezen verhalen