Kyra de Vreeze (39), moeder van Lou (6) en Sami (2). Samen met man Yoshi en haar dochters woont ze in Utrecht. Kyra is natuurgeneeskundig therapeut en fotograaf en schrijft kookboeken. “Als ik mezelf steeds weer kan opladen en mezelf geef wat ik nodig heb, dan kan ik dat ook aan mijn gezin geven.”
Wilde jij altijd al moeder worden?
“Als kind wilde ik heel graag moeder worden. Ik vond baby’s ongelofelijk interessant. Ik was tien toen mijn broertje werd geboren en ben bij de bevalling geweest, dat vond ik geweldig. Ik wilde zelfs een tijdje verloskundige worden. Naarmate ik ouder werd bleef die wens, maar ik wist ook dat ik vanuit liefde een gezin wilde stichten. Met de juiste man. Die vond ik gelukkig. Yoshi en ik leerde elkaar kennen toen ik 27 en hij 24 was. Toen ik 33 was, werd Lou geboren. We hebben de tijd genomen om elkaar te leren kennen zonder kinderen.”
Wanneer wist je dat jij of jullie er klaar voor waren?
“We zijn op een gegeven moment gaan samenwonen en toen begon het bij mij wel te kriebelen. Ik sprak mijn wens uit, maar Yoshi vond zichzelf nog te jong. Gelukkig was na een tijdje de wens om vader te worden groter dan de angst voor het onbekende. Het voelde niet als een rationele keuze, er moesten geen boxjes afgevinkt worden. We voelden gewoon diep van binnen: nu is het moment, we zijn er klaar voor samen.”
“Bij Sami herhaalde dat gevoel zich op een gegeven moment. Toen Lou geboren was, kwamen na een tijdje de vragen: en, komt er al een tweede? Ik was super tevreden met Lou als kind, ik voelde me zo dankbaar om haar om me heen te hebben. We waren altijd samen, ik dacht helemaal niet na over een tweede. Yoshi en ik besloten dat we pas als we een sterke, innerlijke drive zouden voelen voor een tweede kindje, daar aandacht aan zouden geven. Niet omdat het ‘hoort’, of omdat het leuker is voor Lou of iets dergelijks. Heel lang voelde ik die drive niet, ik was gelukkig met onze situatie en het leven met ons drieën. Maar ineens was daar toch dat gevoel, die wens voor een tweede kindje. Toen zijn we ervoor gegaan.”
Hoe kijk jij terug op jouw zwangerschappen?
“Vol verwondering. Dat was eigenlijk continu mijn gevoel. Ik stond versteld van alle bizarre veranderingen in en rond mijn lijf. Ik vond het zo’n bijzondere ervaring. Anders dan bij Lou ben ik bij Sami wel tot 31 weken ontzettend misselijk geweest. Ik was natuurlijk blij dat er een kindje aan kwam, maar ik vond die misselijkheid wel pittig. Ondanks dat ben ik twee keer toe lang fit gebleven tijdens mijn zwangerschap, met weinig fysieke klachten.”
En de bevallingen?
“Wederom vol verwondering, haha. Ik had totaal geen angst van te voren, ik was alleen maar ontzettend nieuwsgierig hoe zo’n bevalling zou voelen. Het leek me zó tof, dat er gewoon een kindje uit je geboren wordt. De bevalling van Lou duurde uiteindelijk zesendertig uur. Ik bleef al die tijd positief, ik voelde me prima en zat rustig op mijn bevalbal te wachten. Toen ik na 28 uur nog steeds één centimeter ontsluiting had, durfde de verloskundige het toch niet aan om thuis te blijven. In het ziekenhuis kreeg ik weeënopwekkers en toen ging het ineens snel en werd Lou geboren. Nog geen drie uur na de bevalling stonden we alweer thuis op de stoep. Ik herinner me nog dat het zo bijzonder en onwennig voelde dat we ineens een kindje bij ons hadden. ‘Mogen we haar echt meenemen?’ haha. Ik weet ook nog dat we niet konden wachten tot de kraamhulp zou arriveren. We vonden het zo spannend allemaal.”
“Na de bevalling van Sami was ik dusdanig ingescheurd dat ik gehecht moest worden, maar deze hechting werd niet goed gezet. Daardoor verloor ik, zonder dat men dat eerst in de gaten had, teveel bloed. Twee uur na de bevalling moest ik ineens met spoed naar de OK, omdat niet duidelijk was waar de bloeding vandaan kwam. Ik weet nog hoe ik in alle haast met bed en al de kamer uit werd gereden, mijn man en pasgeboren baby achterlatend. Het ene moment loop je over van de gelukshormonen, het volgende moment lig je ineens in een koude operatiekamer met allemaal onbekende gezichten om je heen. Ik bleek twee liter bloed te hebben verloren, bijna had ik een bloedtransfusie moeten krijgen. We hebben een nacht in het ziekenhuis doorgebracht, gelukkig wel met z’n drieën op één kamer. Die spoedoperatie na de bevalling was een ingrijpende ervaring. Als je net bent bevallen, sta je letterlijk en figuurlijk helemaal open, alles komt zo hard binnen.”
Hoe was jouw kraamperiode?
“Als ik terugdenk aan de kraamperiode met Lou denk ik: wat heerlijk, al die rust. Bij een eerste kindje kun je met alle aandacht en ontspanning in die baby bubbel blijven. Bij een tweede kindje is dat veel lastiger, waardoor het pakken van je rust ook lastiger is. Lou ging immers al naar school, dus dat bracht ritme en verplichtingen in onze dag. De rust van zo’n kraamweek is zoiets magisch. Je hele wereld is zo klein, je leeft in een soort vacuüm.”
“Het herstel van de bevalling van Sami duurde daarnaast lichamelijke gezien langer. Dat had niet alleen te maken met het fikse bloedverlies, maar ook met de gebroken nachten. Totdat ze anderhalf jaar oud was, sliep Sami niet door. Slaap heeft zo’n belangrijke functie voor je lichamelijke herstel, maar als je continu te weinig slaap hebt, heeft dat impact op jouw hersteltijd. Ik kon goed functioneren en was gewoon blij en gelukkig, maar ik voelde zo’n diepe vermoeidheid. Ik had weinig reserves. Er was voldoende energie voor de basis – het gezin, huishouden, werk – maar geen ruimte meer voor extra’s.”
“Toen ik eindelijk weer een tijd langere nachten kon maken, voelde ik dat mijn lichaam begon te helen. Ik kon mijn voorraden aanvullen en er kwam weer ruimte voor andere dingen. Nieuwe ideeën, projecten, er was weer energie in overvloed.”
Heb je een tip of advies voor moeders die zich hierin herkennen?
“Op het moment dat je heel veel wilt, maar je voelt dat het niet kan, ontstaat er frustratie. Ik heb mezelf daarom heel weinig opgelegd in die periode. Ik heb gezegd: dit is wat ik kan, meer niet, en dat is oké. Ik ga dat respecteren en ga niet over mijn grenzen heen. Als moeder is dat lastig, want er wordt continu iets van je gevraagd en je moet altijd meer, meer, meer geven. Het vergde veel van mijn aandacht om constant alert te zijn, om niet over mijn grenzen heen te gaan.”
“Het is belangrijk om er vertrouwen in te hebben dat het goedkomt, als je de tijd neemt voor je herstel. Soms vind ik het zo heftig om te zien hoeveel er alweer verwacht wordt van vrouwen die net drie maanden geleden zijn bevallen. Zo werkt het gewoon niet. Je kan je lichaam niet in een agenda proppen, die controle hebben we niet.”
Hoe zorg jij goed voor jezelf?
“Laatst had ik ineens zo’n behoefte aan die kraamperiode ervaring, dus ben ik twee weken lang iedere middag tijdens het middagdutje van Sami op bed gaan liggen. Meestal samen met Lou, een boekje lezen, of gewoon lekker ontspannen liggen. Dat was zo fijn! Ik stel me zelf iedere dag meerdere keren de vraag: wat heb ik nu nodig? Actie, rust, drinken, eten enzovoorts. Inmiddels is het een automatisme geworden om bewust voor mezelf te zorgen, goed naar mezelf te luisteren. Als ik mezelf steeds weer kan opladen en mezelf geef wat ik nodig heb, dan kan ik dat ook aan mijn gezin geven.”
Hoe heeft moeder worden jou veranderd?
“Ik dacht vroeger overal controle op uit te kunnen oefenen, maar het moederschap heeft me geleerd dat controle een illusie is. Sterker nog: je wordt eigenlijk heel ongelukkig van continu controle willen uitoefenen. Zeker als moeder moet je de kunst om dingen te laten varen goed beheersen. Dan kun je veel beter genieten van alle details, van de fijne, kleine momenten met je gezin.”
Wat zijn voor jou uitdagingen als het op moederschap aankomt?
“In de eerste jaren met Lou had ik altijd het gevoel nuttig bezig te moeten zijn. Zodra ze even zichzelf vermaakte of een dutje deed, dan ging ik direct aan het werk. Met als nadeel dat ik het lastig vond om vervolgens weer uit die werk-modus en in de mama-modus te schieten. In het begin van het moederschap vond ik dat best lastig: wat zijn mijn momenten, wat is mijn tijd, wat is tijd voor de kindjes. De grenzen waren daarin niet duidelijk genoeg. Het liep teveel in elkaar over, waardoor ik bij geen van beide dingen met volle aandacht kon zijn. Ik zat altijd in een tussengebied. Inmiddels weet ik dat het onmogelijk is om twee dingen perfect te doen. Of ik ben met al mijn aandacht bij mijn kinderen, of ik ben bezig met mijn werk.”
Wat is het mooiste aan het moederschap?
“De verwondering. Elke dag kan ik me erover verwonderen wat mijn kinderen met me delen, hoe ze zich ontwikkelen, wat ze me vertellen. Lou was drie en een half toen de poes van de buren overleed. Ze vroeg aan me: waar ga je heen als je dood gaat? Ik dacht: oh nee, hoe moet ik daar nu op reageren? Dus ik vroeg: waar denk jij dat je heen gaat als je dood bent? Toen antwoordde Lou: dan ga je naar huis. Ik moest huilen en was zo onder de indruk. Dan ben je 3,5 en vertel je mij zoiets. Ik realiseerde me op dat moment: ik hoef jou niets te leren, ik moet alleen zorgen dat ik een omgeving creëer waarin jij je kunt ontwikkelen.”
Welk advies zou jij aan een andere, aanstaande moeder willen geven?
“Er wordt zoveel gespiegeld tussen moeders. Zij doet het fantastisch, moet ik het ook zo doen?! Als vrouw hebben we zo’n sterke intuïtie: durf daarnaar te luisteren. Je voelt vanzelf wat goed voelt, wat past bij jou en je kindje. Vertrouw daarop als je keuzes maakt voor jou of je kindjes. Als we durven te luisteren naar onze intuïtie en handelen vanuit liefde, dan kan er niets misgaan.”