Maxine (‘87) is de moeder van Julius (‘13), Victor (‘17) en Olivier (‘20) en al vanaf haar 18de samen met Mark. Ze werk als onderwijsassistent op een school en woont met haar gezin in het prachtige Haarlem. “De kraamhulp stond erop om mee naar buiten te gaan. Wat een onzin, dacht ik. Liep ik daar, met een enorm kraamverband in, nat van het zweet, totaal buiten adem.”
Dit plaatje, een moeder met haar drie zoons, zag je dat vroeger al zo voor je?
“Toen ik zeventien was riep ik al: ik wil later vier kinderen. Geen idee van hoe het echt is om kinderen te hebben… Mijn beste vriendin op de basisschool kwam uit een gezin van vier kinderen en ik kwam daar zo graag over de vloer. Het was altijd gezellig, altijd iemand om mee te spelen. Dat zag ik ook wel voor me.
Nadat Julius was geboren wilde ik wel even wachten met opnieuw zwanger proberen te raken. Ik wilde de tijd hebben om van hem te genieten. Sterker nog, ik kon me eigenlijk niet voorstellen dat ik van een tweede of derde kindje weer net zoveel zou houden als van de eerste. Dat blijkt gelukkig wel zo te zijn: je hart groeit gewoon mee.
Ook nadat Victor was geboren voelden we de behoefte om weer even een ‘adempauze’ in te lassen en eerst te wennen aan die verse baby in huis. Ik durf te zeggen dat ons gezin nu compleet voelt, maar je weet maar nooit of het uiteindelijk toch nog van die vierde komt…”
Je riep al jong dat je kids wilde, wanneer voelde je dat je er echt klaar voor was?
“Ik was 25 en Mark en ik woonden in een hele leuke, maar niet per se kidfriendly flat. Om ons heen kregen steeds meer vrienden kinderen. Daardoor groeide bij ons ook de wens om een eigen gezin te starten, maar we vonden dat we eerst een geschikt huis moesten zoeken. De dag voordat we de sleutel van ons huis kregen, bleek ik in verwachting. Ineens was daar het moment waar ik al jaren naar uit had gekeken. Al jaren sluimerde de wens om zelf moeder te worden op de achtergrond. Ik kocht 1,5 jaar daarvoor al eens een truitje bij de HEMA voor onze toekomstige baby en had de namen al bedacht. Toen het eenmaal zover was, voelde dat heel gek en onwerkelijk. “WE KRIJGEN ECHT EEN BABY, HET GAAT GEBEUREN”, riepen we bij het zien van de positieve test. We waren heel erg blij.”
Hoe kijk je terug op jouw zwangerschappen?
“Heel goed, ik heb drie fijne zwangerschappen gehad. Bij de eerste had ik veel last van brandend maagzuur en pijn in mijn onderrug, bij de tweede had ik bijna nergens last van en de derde was weer wat vermoeiender. Vooral aan het einde heb je toch geen idee meer hoe je lekker moet liggen, zitten of zelfs ademen, haha.”
En de bevallingen?
“Eigenlijk ook heel positief. Bij de eerste werd ik met 40+5 dagen ingeleid omdat er een scheurtje in de vruchtzak zat. Dat inleiden vond ik prima, ik was destijds klaar met het zwanger zijn. De bevalling duurde zo’n vijf uur. Toen Julius eenmaal was geboren, bleek de placenta helemaal op te zijn. Ik had daarnaast bijna een liter bloed verloren vanwege een gesprongen adertje, dus dat was wel heftig voor mijn lichaam. Bij Victor, de tweede, ben ik twee keer gestript voordat de bevalling begon. Pas tijdens de bevalling kwamen ze erachter dat hij als sterrenkijker lag. Ik heb een uur mijn persweeën in moeten houden. Heftig! Ik ben bij de laatste bevalling ook ingeleid omdat ik er met 39 weken en 2 dagen helemaal klaar mee was. Ik had zoveel last van mijn bekken, was ongelofelijk benauwd en voelde me mentaal gezien helemaal niet oke. Ik kon het niet meer opbrengen om een leuke moeder te zijn voor de andere twee kinderen en zat de hele dag op het randje van huilen of boos worden. Ik heb dit toen bij de verloskundige aangekaart – dit is voor niemand leuk – en gelukkig reageerde ze begripvol en werd ik doorgestuurd naar het ziekenhuis. Ik voelde me bezwaard en was bang dat ze me een zeikerd zouden vinden, maar ik kon de dag erna al worden ingeleid. Nog geen drie uur later was Olivier er.”
En hoe waren de drie kraamtijden?
“Bij alledrie de kinderen hebben we dezelfde kraamhulp gehad. Nadat het de eerste keer zo goed met haar klikte, hebben we gezorgd dat ze de tweede en derde keer ook weer bij ons kon zijn. Ik herinner me hoe de kraamverzorgende in de eerste week tegen me zei: het lijkt wel alsof jij al tien kinderen hebt gehad, zo natuurlijk en ontspannen doe jij alles als moeder. Ik weet ook nog goed hoe ik tijdens mijn eerste kraamtijd veel moeite had om de kamer af te komen. Mijn bed was ons veilige eiland en we bivakkeerden die eerste weken vooral op de eerste verdieping. Ik moest het huis echt weer kamer voor kamer gaan ontdekken om me op mijn gemak te voelen. Heel gek.
Bij een tweede kindje heb je niet de luxe om alleen maar met de nieuwe baby bezig te zijn. We hadden gelukkig met z’n allen vakantie, maar daarna zou Julius starten op de basisschool. Ik stond erop om hem zelf naar school te brengen die eerste dag. De kraamhulp stond er op haar beurt op om mee te gaan. Wat een onzin, dacht ik. Liep ik daar, met een enorm kraamverband in, nat van het zweet, totaal buiten adem. Ik moest twee keer gaan zitten onderweg, maar ik ben blij dat ik hem zelf heb weg kunnen brengen.
Bij de derde hadden we weer met z’n allen herfstvakantie, dus konden we het een week heel rustig aan doen en gezellig samen doorbrengen. Mark nam af en toe de oudste twee mee, zodat ik ook even rust had. Maar als ik ze dan met z’n drieën gezellig hoorde eten aan tafel beneden, dan ging ik er toch bij zitten. En groot verschil met de eerste keer, toen wilde ik niets liever dan op mijn slaapkamer blijven.
Omdat ik na de eerste bevalling veel bloed had verloren, voelde ik me nog wekenlang licht in mijn hoofd. Dat was een vervelend onderdeel van mijn herstel. Bij de tweede en derde was ik sneller weer fit. Al had ik de laatste keer wel mega last van aambeien. Zo vervelend. Denk je er mooi vanaf te komen zonder knip of scheur, krijg je te maken met die vreselijke pijn. Je kan niet normaal liggen, zitten of lopen. Wat een ellende.”
Wanneer dacht jij: hey, ik ben weer mezelf?
“Hoewel het moeder worden heel natuurlijk voelde, denk ik dat het zeker een jaar of anderhalf jaar heeft geduurd voordat ik me in alle opzichten weer mezelf voelde. Daarvoor wilde ik bijvoorbeeld geen moment zonder mijn kind zijn. Ik kon het niet aan om hem een paar uur niet bij me te hebben. Ik was als een leeuwin die de hele dag op haar kinderen zit. Ik wilde het troosten, voeden, vermaken en in slaap sussen allemaal zelf doen. Ook bij de tweede en derde speelde dit gevoel weer sterk op, maar ging het ook weer sneller voorbij.”
Hoe moederschap jou veranderd?
“Dat zou je eigenlijk aan Mark moeten vragen. Ik denk in ieder geval dat ik wat rustiger ben geworden. Mijn focus is veranderd. Aan de andere kant zijn Mark en ik kinderen die zelf kinderen hebben gekregen. Ik kan streng en consequent zijn, maar ook prima alles loslaten en met ze mee geinen. Ik ben ook verantwoordelijker geworden, dat moet wel. Je denkt wat langer over dingen na. Tegelijkertijd volg ik wel 100% mijn eigen gevoel. Ik luister zelden naar anderen, ik voel zelf het beste wat goed voor ze is en durf daarnaar te luisteren.”
Hoe zijn jullie als ouders?
“Het gaat ons heel natuurlijk af. Als we tussen 17.00 en 18.00 even moeten knallen vanwege de kinderspits, dan doen we dat samen. We hoeven elkaar niet aan te kijken met zo’n blik ‘zeg, ga jij nog wat doen?’. We voelen ook goed aan als een van ons op het punt staat om uit zijn of haar plaat te gaan. Als je na een lange dag even de rust niet hebt om een verhaaltje te lezen of de zoveelste ruzie te sussen, dan ontzien we elkaar.
Van daten buiten de deur komt het niet zoveel. Mark zegt vaak ‘kom we doen iets leuks en ik regel oppas’. Ik ga dan mee, zonder al te veel te zeuren en als we dan eenmaal weg zijn, is het heel erg fijn om even met z’n tweeën te zijn. Het afscheid nemen van de kinderen voelt gewoon altijd lastig, is ook altijd zo geweest. Ik voel me gewoon minder compleet zonder ze, suf hè. Maar wij zijn er als stel ook nog en het is belangrijk tijd voor ons samen vrij te maken. Dus doen we dat ook, maar niet altijd buiten de deur. Gelukkig kunnen we ook erg genieten van avonden samen thuis. Eten bestellen, film kijken, een fles rode wijn erbij en gesprekken tot diep in de nacht. Deze zomer staat er een festival op de planning, waar we samen heen gaan. Daar kan ik wel echt naar uitkijken! Het is namelijk overdag, haha.
Wat zijn voor jou uitdagingen?
“Ik heb er vooral moeite mee als alles tegelijkertijd komt. Dat je na een drukke werkdag thuis weer in dienst moet staan zodra je de deur open gooit. Soms wil je niets liever dan zelf direct je bed in duiken, maar dan moet er nog zoveel gebeuren. Op zulke momenten kan ik echt wel verlangen naar de tijd dat we nog geen kids hadden en we na het werk op de bank konden ploffen met een serie. Alles gaat altijd door en meestal is dat fijn en goed, maar soms is het veel en wil ik even rust.”
Heb jij nog een gouden tip voor andere (aanstaande) moeders?
“Leer om los te laten. Alles loopt altijd anders, accepteer dat het komt zoals het komt. Ik had daar in het begin veel moeite mee en ging me er erg tegen verzetten als de boel weer eens anders liep, maar dat heeft helemaal geen zin. Ga mee met de flow, daar kun je alleen maar relaxter uitkomen.
Oh ja, en luister niet te veel naar de verhalen van andere moeders die eropuit zijn om jou mee te trekken in hun misère. Verhalen over wat er allemaal mis kan gaan tijdens de zwangerschap of bij de bevalling. Hoe je geen leven meer hebt zodra je eenmaal twee kids hebt. We zijn allemaal anders, onze ervaringen zijn allemaal anders. Laat je niet bang of gek maken of je dingen aanpraten waar jij anders over denkt.”