In onze Momtalk interviews stellen we meestal de vraag: wilde jij altijd al moeder worden? De meeste vrouwen antwoordden dat ze inderdaad als jong meisje altijd al met poppen speelden, dol waren op oppassen of in alle vriendenboekjes bij wat wil je later worden ‘moeder’ schreven. Ik had dat niet.
Ik weet van foto’s en verhalen dat ik ook wel met een pop speelde en mijn baby-neefje erg interessant vond, maar ik heb zelf geen herinneringen aan mijn kinderlijke kinderwens. Ik wilde kapitein, schrijver of banketbakker worden, niet per se moeder.
Baby op schoot? Nee, bedankt
Ik was niet het type dat op kraamvisite vroeg of ze even de baby vast mocht houden. Ik vond het heerlijk om naar een babytje te kijken, hun baby geur te ruiken en hun kleine knuistjes te bestuderen, maar vasthouden – met de kans iets verkeerd te doen – liever niet. “Denk aan het nekje”, brrr. Voor mijn gevoel begonnen baby’s in mijn armen altijd te huilen en ik had geen idee hoe je een baby moest troosten. Als ik al een baby in mijn armen kreeg, dan zat ik verstijfd in mijn stoel en durfde ik niet meer te bewegen.
Toen ik net zwanger was heb ik daar vaak over nagedacht. Kon ik mijn eigen baby straks wel goed vasthouden? Hoe durven moeders met hun baby rond te wandelen, zelfs van de trap te lopen?! Zou dat bij mij ook natuurlijk gaan voelen? Zou ik straks wel weten hoe ik mijn baby moest kalmeren?
Tijdens mijn zwangerschap werden er in onze omgeving een aantal baby’s geboren en ik kreeg gelukkig de kans wat extra te oefenen. Het eerste kraambezoek toen ik zelf zwanger was voelde als een auditie, met alle ogen op mij gericht: eens zien hoe jij het er vanaf brengt, straks ben jij immers aan de beurt. Tegen mijn verwachting in voelde het ineens een stuk natuurlijker om een baby’tje vast te houden. Ik voelde me rustiger, (iets) minder onhandig. Ik vond het nog steeds eng, eerlijk gezegd, maar het gaf me iets meer zelfvertrouwen dat ik dit zelf straks ook wel goed zou gaan doen.
Thuis geboren
Olivia werd thuis geboren en ik mocht haar zelf aanpakken. Ik schrok een beetje toen ik die paarse, glibberige baby in mijn handen kreeg, maar ik voelde me direct moeder. De zorgen die ik had tijdens mijn zwangerschap vielen weg. Ja, het eerste badje vond ik spannend en yes, ik was soms alsnog een kluns met pakjes aan en uit krijgen, maar het klopte gewoon. Olivia voelde als een natuurlijk verlengstuk van mijn lichaam.
Fast forward en ik hou mijn dochter in mijn ene arm, terwijl ik ondertussen stofzuig of koffie zet. Ik kan wandelend borstvoeding geven en verschoon zelfs in een volle trein even snel een luiertje. Alles wat me van te voren zo spannend leek, gaat eigenlijk gewoon vanzelf. En inmiddels moet ik me op kraamvisite zelfs inhouden de baby niet direct af te pakken…
Aan de aanstaande mama die zich in mijn verhaal herkent: het komt goed. Het feit dat je andermans baby niet zo graag vasthoudt of nog niet goed weet hoe dat boeren of troosten werkt, zegt helemaal niets over hoe het gaat als jouw eigen kindje er is. Je gaat alles leren in die eerste weken. Sommige dingen zijn gewoon onwennig die eerste periode. Neem het eerste badje, moeilijke rompertjes over hun hoofd uittrekken (daarom ook alleen maar overslagrompers, tip) of de eerste keer met je kindje in de draagzak naar buiten. Maar: jouw moederinstinct gaat de boel overnemen en zorgt ervoor dat al die handelingen straks vertrouwd zullen voelen. Trust me 🙂