In eerste instantie wilde ik deze blog schrijven over alle eerste keren, al het onverwachte, alle zorgen die gepaard gaan met omstandigheden die je nog niet eerder bent tegengekomen. Van de eerste snottebel en opeens doorslapen tot spuugpartijen en huiduitslag, alles wat maar ook een beetje afwijkt van het ‘normaal’ (wat dat ook mag zijn) en de blinde paniek die daar soms mee gepaard gaat. Want waar zit de scheidslijn tussen zorgen, bezorgdheid en overbezorgdheid? En wie maakt dat uit? Maar aangezien Lyo recentelijk in het ziekenhuis heeft gelegen, staan al die dingen opeens in een heel ander perspectief.
Waar ik eerst meermaals bij huisartsenposten zat en de dienstdoende huisartsen me geregeld hebben aangekeken alsof ik gek was – aangezien ik kennelijk een kerngezond kind midden in de nacht uit haar bed had gesleurd om te laten onderzoeken (‘Is dit uw eerste kind?’) – was het nu andere koek. Lyo sliep alleen nog maar, at nauwelijks en jammerde aan één stuk door als ze wakker was. Toen ze op een gegeven moment niet echt contact meer met ons maakte, vond ik het genoeg geweest. Ik belde het ziekenhuis, waar Benji een dag eerder al was geweest, maar zij vonden dat er nog niet voldoende aan de hand was om langs te komen. Daar was ik het niet mee eens. Ik wilde niet wachten tot het moment dat Lyo haar ogen echt niet meer open zou doen.
Naar de spoedeisende hulp
Na de opmerking: ‘We merken dat er veel zorgen zijn bij u’, mocht ik toch naar de Spoedeisende Hulp. Daar bleek de saturatie van Lyo (het zuurstofgehalte in het bloed) te laag en kreeg ik te horen dat het toch wel goed was dat ik was gekomen, want Lyo moest worden opgenomen. Achteraf ben ik nog steeds een beetje boos over die gang van zaken. Want in plaats van dat ik schrok van het feit dat Lyo nota bene opgenomen moest worden, was ik opgelucht omdat bij deze was bevestigd dat ik niet een of andere overbezorgde, drammende moeder was die haar zin doordreef en kostbare tijd van de artsen verspilde. Ik had gelijk, het ging niet goed met Lyo en ze moest extra zuurstof toegediend krijgen. Ze moest te hard werken om genoeg lucht haar lichaampje in te krijgen en daardoor was ze langzaam maar zeker uitgeput geraakt.
Uiteindelijk is het allemaal goed gekomen, en misschien was het dat ook wel zonder de ziekenhuisopname, wie zal het zeggen. We zijn heel fijn geholpen en verzorgd in het ziekenhuis. De verpleegsters en kinderartsen die ons te woord stonden, waren geduldig en lief. Gedurende deze hele beproeving heb ik geen moment echt stress ervaren. Zelfs toen ik met geen mogelijkheid van Lyo’s zijde wilde wijken en ik nachten achter elkaar wakker was omdat Lyo – eigenwijs als ze is – haar zuurstofmaskertje eruit bleef trekken, waardoor alle apparaten waar ze aan verbonden lag telkens gingen piepen.
Ingestort
Eenmaal thuis stortte ik volledig in. Uiteindelijk heeft Lyo van woensdagmiddag tot zondagochtend in het ziekenhuis gelegen en zondagavond voelde ik een golf van paniek zich meester maken van mijn lichaam. Ze lag nu niet meer aan allemaal slangetjes en monitoren die ons vertelden hoe het met haar ging en ik begon te denken: ‘Zul je zien, gaat het mis als ik lig te slapen en het niet door heb’. In Benji’s armen viel ik vervolgens uit elkaar en huilde ik harder dan ik in lange tijd heb gedaan. Maar man, wat luchtte dat op. De dagen erop was ik uitgeput en verweet ik mezelf dat ik deze inzinking niet had zien aankomen. Ik had inmiddels beter moeten weten, vond ik. Ik had kunnen bedenken dat ik niet gewoon zomaar weer terug kon gaan naar het normale leven.
In de week volgend op Lyo’s thuiskomst, voelde ik me afgestompt. Ik had zoveel gevoeld die zondagavond toen het me allemaal teveel werd, dat ik me ver verwijderd voelde van de mensen om mij heen. Bijna alsof ik een out of body experience had en (tijdelijk) op een andere manier de wereld om mij heen percipieerde. Een coach waar ik eens in de zoveel tijd mee werk, vertelde me dat het maar goed was dat ik het niet had zien aankomen. Dat het mijn beschermingsmechanisme is. Want stel je voor dat je kind in het ziekenhuis ligt en je alleen maar bezig bent met de klap die erna wel of niet zal komen. Dan had ik er dus niet volledig voor Lyo kunnen zijn, omdat ik bezig was met mijn eigen sores.
Aan alle ouders, als je twijfelt over wat dan ook: drijf je zin door, onderneem actie, wees die vasthoudende en (over)bezorgde ouder. Liever duizend keer teveel bij een dokter, dan één keer te weinig. Je moedergevoel laat die alarmsignalen niet voor niks afgaan, luister ernaar en wees niet verontschuldigend. I know I wasn’t.