Dít mini object in huis kan bij je kind grote schade toebrengen

Knoopcelbatterijen zijn kleine, platte batterijtjes die in allerlei apparaten voorkomen. Ze lijken onschuldig, maar kunnen levensgevaarlijk zijn voor kinderen. Elk jaar belanden honderden kinderen, waarvan meer dan de helft jonger is dan zes jaar, in het ziekenhuis doordat ze een knoopcelbatterij inslikken. Als (aanstaande) ouder is het belangrijk om je bewust te zijn van de risico’s en te weten hoe je je huis veiliger kunt maken.

Wat is een knoopcelbatterij?

Knoopcelbatterijen zijn kleine, ronde batterijtjes, meestal gemaakt van lithium. Ze worden veel gebruikt in alledaagse apparaten zoals afstandsbedieningen, speelgoed, keukenweegschalen en LED-waxinelichtjes. Door hun formaat en glimmende uiterlijk lijken ze op snoepjes, wat ze erg aantrekkelijk maakt voor jonge kinderen.

Waarom is een knoopcelbatterij gevaarlijk?

Als een kind een knoopcel inslikt, kan deze vast blijven zitten in de slokdarm. Door contact met de vochtige slijmvliezen ontstaat er een chemische reactie die snel, binnen twee uur, ernstige schade kan veroorzaken. Dit kan leiden tot brandwonden in het weefsel, of zelfs een gat in de slokdarm. Het inslikken van een knoopcelbatterij kan fatale gevolgen hebben voor een baby of kind. Daarom wil je deze kleine, glimmende dingen zo ver mogelijk bij jouw mini uit de buurt houden. 

Wat kun je als ouder doen?

Met een paar eenvoudige maatregelen kun je het risico op een ongeluk met een knoopcelbatterij in ieder geval verminderen. Onderneem hiervoor de volgende acties: 

1. Inventariseer apparaten met knoopcelbatterijen. Denk aan autosleutels, afstandsbedieningen, keukenweegschalen en speelgoed. Houd deze apparaten buiten het bereik van kinderen. Bewaar ze bijvoorbeeld in een afgesloten kastje.
2. Beveilig apparaten die niet goed dichtgeschroefd kunnen worden extra door ze af te plakken met stevige tape.
3. Gebruik veilige batterijen. Kies voor batterijen zoals de lithium-knoopcelbatterijen van Duracell. Deze batterijen worden verpakt in een Child Safety Pack dat alleen door een volwassene kan worden geopend met een schaar. Daarnaast zijn de batterijen voorzien van een extreem bittere coating die ervoor zorgt dat baby’s en kinderen de batterij uitspugen als ze deze toch per ongeluk in handen krijgen en in hun mond stoppen.
4. Bewaar lege batterijen veilig. Lege batterijen kunnen net zo gevaarlijk zijn! Zorg dat ze op een veilige plek liggen totdat je ze inlevert voor recycling.
5. Blijf de apparaten in je huis regelmatig controlen. Maak er een gewoonte van om eens in de zoveel tijd jullie apparaten te checken en te kijken of nieuwe of lege batterijen nog steeds op een veilige plek liggen.

Wat moet ik doen als mijn kind toch een knoopcel batterij heeft ingeslikt?

Raak niet in paniek, maar handel snel. Bel onmiddellijk 112, ook als jouw kind nog geen klachten heeft. Geef jouw kind in de tussentijd regelmatig een lepel honing. Honing kan de chemische schade enigszins beperken tot er medische hulp is. 

Het is niet alleen voor ouders, maar ook voor artsen soms lastig om te herkennen wanneer er sprake is van het inslikken van een knoopcelbatterij. Er bestaat wel een richtlijn die artsen helpt bij het herkennen en behandelen van situaties waarbij een kind een knoopcelbatterij heeft ingeslikt. Dit benadrukt nogmaals hoe serieus deze situatie is én hoe belangrijk bewustwording is onder ouders, zodat dit soort ongelukken voorkomen kunnen worden. 

Samen werken aan een veilige omgeving

VeiligheidNL en Duracell hebben samen de campagne ‘Vijf voor Veiligheid’ gelanceerd. Ze roepen ouders op om vijf minuten te investeren in het controleren van hun huis op apparaten met knoopcelbatterijen en te zorgen voor een veilige opbergplek. Producten zoals de Duracell-batterijen met bittere coating en kindveilige verpakkingen maken een belangrijk verschil.

Wil je meer tips over het veilig maken van je huis? Lees ons artikel over het babyproof maken van je huis. 

Dit artikel is onderdeel van een samenwerking met Duracell. 

Verslikking of verstikking bij kinderen: wat moet je doen?