Toen onze jongste zes maanden oud was, besloten we voor een periode naar Zweden te verhuizen. Mijn partner en ik hadden allebei al langer de wens om een tijd in het buitenland te wonen en omdat onze oudste nog zo jong was, leek dit ons een goed moment. In vier maanden tijd zegden we ons werk op, verkochten we ons huis en vertrokken we.
We hebben er ruim 3,5 jaar gewoond: onze oudste ging naar de förskola (kinderopvang) en onze jongste is er geboren. Het waren jaren waarin we veel hebben geleerd. Niet alleen hoe het is om als jong gezin zonder back-up in het buitenland te wonen, maar ook veel over Zweden en de cultuur.
In dit artikel neem ik je mee in drie dingen die mij, als moeder én als orthopedagoog, het meest zijn bijgebleven. Mijn naam is Loes Waanders, orthopedagoog (MSc) en founder van Parent First, en daarnaast moeder van twee jongens (6 en 3 jaar).
1. Buiten zijn is de standaard
In Nederland vond ik het al belangrijk dat kinderen veel buiten spelen – ik ben zelf opgegroeid op een boerderij. Maar hier in Zweden is dat echt next level. Onze jongens waren gemiddeld vijf uur per dag buiten. Ja, óók als het regent. Óók als het sneeuwt.
In Zweden geldt het motto: “Er is geen slecht weer, alleen slechte kleding.” Laagjes, waterdichte pakken, gevoerde laarzen – je wordt hier gewoon goed voorbereid op alle seizoenen. Dat betekent dat je een enorme voorraad aan buitenkleding hebt, maar dat is het helemaal waard. Regendagen waren zelfs favoriet: want met warme, waterbestendige kleding kun je urenlang in plassen springen en slootjes graven.
‘Waarom zegt de juf dat het slecht weer is?’
Onze oudste moest dan ook enorm wennen toen hij startte op de Nederlandse basisschool, waar buiten spelen bij regen (‘slecht weer’) niet doorging. “Maar mam, waarom zegt de juf dat het slecht weer is? Het is toch juist mooi weer?” Dit laat zo goed zien hoe we gedrag en overtuigingen al jong aangeleerd krijgen en dat deze ook belemmerend kunnen werken.
In Zweden zijn kinderen gewend aan kou, regen en wind. De kinderopvang had een eigen moestuin waarin kinderen betrokken werden bij het groeiproces, en zo leerden hoe belangrijk regen eigenlijk is. Dit zorgt voor meer zelfbewustzijn, respect en waardering voor de natuur. Daarnaast weten we uit onderzoek dat hoe meer kinderen buitenspelen in de natuur, hoe kleiner de kans is dat zij astma of allergieën ontwikkelen. Buiten zijn is hier niet iets extra’s of iets wat alleen bij mooi weer kan. Het is een levensstijl.
7 creatieve activiteiten op een regenachtige dag
2. Zelfreflectie begint al op de kleuterschool
In Nederland zijn we gewend aan rapporten en beoordelingen, zelfs al bij de allerkleinsten. In Zweden gaat dat heel anders. Op de kleuterschool draait het veel minder om ‘presteren’ en veel meer om het welzijn van het kind. Er wordt goed aangesloten bij de natuurlijke behoefte van het jonge kind om spelenderwijs te leren. Zo leren vier- en vijfjarigen bijvoorbeeld tellen in het bos door het zoeken van takjes of kastanjes. Wat ik ook zo waardevol vond: op de kleuterschoolleeftijd worden kinderen niet voorzien van beoordelingen, maar worden er aan hen drie vragen gesteld:
- Hoe vind je het in de groep?
- Hoe veilig voel je je?
- Wie is/zijn jouw vriend(in)?
De juf begeleidt dit proces. Natuurlijk kan het antwoord op jonge leeftijd afhankelijk zijn van wat er die dag is voorgevallen, maar de onderliggende boodschap is helder: school focust zich op het welzijn van het kind, niet op de prestaties.
Daarnaast draagt deze aanpak bij aan een sterker zelfvertrouwen en een positiever zelfbeeld, omdat de focus meer op het kind zelf ligt dan op wat het produceert. Prachtig om te zien – en iets waar we in Nederland veel inspiratie uit kunnen halen.
3. Ouder zijn doe je samen
Een van de grootste eye-openers voor mij was hoe serieus de ondersteuning voor ouders hier wordt genomen. Zweden is net als Nederland een individualistische samenleving: een maatschappij waarin het individu belangrijk is.
Maar het grote verschil is dat in Zweden het besef leeft dat opvoeden iets is wat je samen doet. Dit vertaalt zich in concrete ondersteuning voor werkende ouders. Voorbeelden van deze ondersteuning zijn de 480 verlofdagen die ouders samen krijgen (in plaats van dat het grootste deel bij de moeder ligt), én de mogelijkheid om verlofdagen op te nemen bij ziekte van een kind.
Dit heeft drie belangrijke gevolgen:
- Er is letterlijk meer ondersteuning voor ouders tijdens kwetsbare periodes.
- Als stel heb je beiden dezelfde mogelijkheden om voor je kind te zorgen, wat bijdraagt aan een meer gelijkwaardige taak- en zorgverdeling.
- De overheid straalt uit: opvoeden doe je niet alleen. Dit normaliseert ook bij werkgevers dat ouderschap prioriteit heeft, zonder dat er direct extra druk op hen komt te liggen.
Het heeft mijn ogen geopend en ook in mijn werk veel veranderd. Tijdens workshops die ik geef bij bedrijven zeg ik vaak: In Zweden staat het gezin centraal en vormt werk zich daaromheen. In Nederland staat werk centraal en moet het gezin zich daaraan aanpassen. Dit is een fundamenteel andere manier en leidt in de praktijk tot extra druk onder Nederlandse ouders. Met mijn Parent First Academy richt ik me nu volledig op de ouder, in tegenstelling tot veel traditionele aanpakken die nog steeds vooral op het kind gericht zijn.
Inspiratie uit Zweden
Merk je dat delen uit dit blog je inspireren? Je hoeft echt niet gelijk naar Zweden te verhuizen om meer van deze leefstijl in je eigen leven te integreren. Kijk eens hoe je dit zelf op kleine schaal meer kunt doen:
- Hoe kun jij (met je gezin) meer buiten leven?
- Bespreek met je kind hoe hij of zij het in de klas vindt (in plaats van alleen te vragen hoe het gaat qua resultaten)?
- En waar mag jij jouw eigen netwerk misschien nog meer om hulp vragen?
Weet dat je het alleen mag doen, maar niet alleen hoeft te doen.
Meer artikelen van Loes Waanders?
Loes over de overgang van 1 naar 2 kinderen