Ieteke Galjaard (25) is de moeder van zoontje Dinand. Ze woont met haar vriend Emiel op Vlieland en adviseert bedrijven op het gebied van branding & communicatie. “Vanaf het moment dat Dinand op mijn borst werd gelegd, heb ik een glimlach op mijn gezicht die er niet meer afgaat.”
“Vorige week hadden we een afspraak bij het consultatiebureau, dat ging via FaceTime. We moesten Dinand zelf meten en opwegen. Hij blijkt inmiddels bijna 66 cm lang en 6,5 kilo zwaar te zijn. De verpleegkundige zei dat ze nog nooit zo’n lange baby van acht weken oud had gezien, haha.”
Hoe kijk je terug op je zwangerschap?
“De eerste twintig weken vond ik best pittig. Ik was ontzettend misselijk. Na die twintig weken waren mijn klachten ineens over en voelde ik me juist heel goed. Het duurde heel lang voordat er bij mij een buikje te zien was. Ik weet nog dat we op het terras zaten en iemand me een drankje aanbood en ik daarvoor bedankte vanwege mijn zwangerschap. ‘Oh, dan ben je zeker pas net zwanger!’, antwoordde ze, terwijl ik op dat moment al 22 weken zwanger was. Mijn buik is nooit heel groot geworden, zeker als ik mezelf bijvoorbeeld vergelijk met vriendinnen. Ik vond het tijdens mijn zwangerschap soms wel jammer dat ik niet zo’n opvallende buik had, van de andere kant zijn bekkenklachten, rugpijn en niet kunnen slapen vanwege een grote buik me bespaard gebleven.”
En de bevalling?
“Ik had me tijdens mijn zwangerschap op alle mogelijke scenario’s voorbereid. Ik was niet bang voor mijn bevalling, ik had er juist veel zin in. Het leek me een bijzonder en intiem moment met je partner. Het liefst wilde ik thuisblijven, zonder pijnstilling, maar ik wist ook dat de kans groot was dat alles toch anders loopt…”
“Ik kan gelukkig terugkijken op een hele fijne en snelle bevalling. Ik ben uiteindelijk in het ziekenhuis bevallen, omdat ik ingeleid moest worden vanwege langdurig gebroken vliezen. Ik was op dat moment ook al 41 weken zwanger. De nacht ervoor sliepen we al in het ziekenhuis en om 7 uur ‘s ochtends werden we wakker gemaakt, ze zouden me over een uurtje gaan inleiden. Er werd een kleine monitor op het hoofdje van Dinand geplaatst om zijn hartslag in de gaten te houden en ik bleek al vier centimeter ontsluiting te hebben. Ik heb nog wat ontbeten en zat rustig met een vriendin te FaceTimen, toen ik wat kramp kreeg. ‘Ik hang even op hoor’, zei ik. Ik wilde me met een muziekje op rustig gaan terugtrekken en de weeën zo over me heen laten komen. Maar er volgde snel nog een kramp, en nog een. Sterker nog: ik kwam direct in een weeënstorm terecht. Nog geen half uur later kreeg ik een enorme persdrang, ik was ervan overtuigd dat ik naar de toilet moest. Ik ging zitten en perste, maar er kwam niets. De verloskundige kwam even kijken. ‘Kind, je hebt persweeën!’, zei ze tegen me, “Binnen twee uur is jullie kindje er!”.“We moesten mijn vriend wakker schudden, die was op de stoel in slaap gevallen. Ik bleek al tien centimeter ontsluiting te hebben, dus mocht ik gaan persen. Ik begon op de baarkruk, maar na ongeveer twintig minuten zei de verloskundige heel rustig: “Jullie zoon wil nu heel graag geboren worden, dus we gaan even naar het bed verplaatsen.” Achteraf bleek dat Dinand zo naar achteren lag, dat hij de draai om geboren te worden niet zelf kon maken, hij floepte iedere keer terug. Op een gegeven moment begon zijn hartslag zo te dalen, dat er werd besloten om hem een handje te helpen met de vacuümpomp. Ik ben nog steeds heel dankbaar dat mijn bevalteam voor mij geen stressvol moment hiervan heeft gemaakt, maar heel rustig en adequaat hebben gehandeld. Er werd een knip gezet, waar ik niets van voelde, en de verloskundige stelde voor dat ik mee zou kijken met de pomp, want ‘hij zou nu snel komen’. Een flinke wee, drie keer persen en daar was Dinand.”
Hoe voelde je je toen?
“Ik was zo blij toen Dinand op mijn borst gelegd werd. Ik weet dat ik alleen maar zei: ‘kijk, hij is er, kijk nou toch, hij is er al!’ Mijn vriend zat ondertussen naast me aan het bed te huilen, maar ik kon alleen maar lachen. Ik had veel last van naweeën, maar ik ving ze lachend op. Ik maakte er maar een grapje van: daar komt er weer een. Met Dinand bij ons was alles goed.”
Hoe kijk je terug op jouw lichamelijke herstel?
“Ik heb nauwelijks last gehad van die knip, wel bleef ik een paar dagen een heel drukkend gevoel in mijn onderlijf houden, alsof de persdrang aanhield. De kraamverzorgster dacht dat ik op mijn hechtingen doelde, maar daar was niets aan te zien. De huisarts kwam langs – hier op het eiland vervult de huisarts de rol van de verloskundige en komt in de kraamweek iedere dag even langs – en ik vroeg of hij toch nog even wilde kijken. Hij zag ook niets vreemds aan mijn hechtingen, maar toen hij op mijn bil drukte ging er een enorme pijnscheut door mijn lijf. ‘Dit moet ontspannen’, zei hij, ‘Doordat je zo’n snelle bevalling hebt gehad, staat er nog steeds een enorme spanning op deze spieren.’ Hij liet me zien hoe ik de plek moest masseren en na een dag merkte ik dat het al minder werd.”
“Hoewel ik van te voren wel had nagedacht over de kraamperiode, ging dat met name om hoe het zou zijn met een baby’tje thuis, hoe we onze draai zouden gaan vinden als gezin. Ik had van te voren totaal niet nagedacht over mijn lichamelijke herstel of gezondheid, dus dat ik daar zoveel last van zou krijgen was heel onverwacht.”
Wat gebeurde er dan?
“De eerste paar dagen voelde ik me, afgezien van dat drukkende gevoel, ontzettend goed. Ik had wel pijn en kon minder goed lopen, maar de klachten werden vanzelf minder. Dat kwam vooral door alle adrenaline in mijn lijf, bleek achteraf. Twee weken later, we waren op een verjaardag bij onze buren, kreeg ik ineens ongelofelijke steken in mijn buik en verloor ik plotseling veel bloed. Ik vloeide op dat moment niet meer, dus had niets bij me. Ik stopte een luiertje van Dinand in mijn broek, maar toen we thuis waren was deze al doorweekt. Ik belde meteen de huisarts. Hij gaf aan dat het een ‘nagolf’ kon zijn, maar dat ik morgen moest bellen als het niet over was. De volgende dag was ik lijkbleek en voelde ik me super slecht, ik bleef bloeden. Bij de huisarts bleek ik een hele lage bloedwaarde te hebben, dus werd ik doorgestuurd naar het ziekenhuis. ‘Neem je tas maar mee’, zei de huisarts, dus ik ging er vanuit dat opgenomen zou worden. Dat bleek ook zo te zijn.”
“Er bleken een placentarest in mijn baarmoeder te zitten. Ik moest direct worden geopereerd. Ik vond dat heel heftig, omdat ik onder algehele narcose moest en ik wist dat dit impact zou hebben op mijn borstvoeding. We bleven in totaal vier dagen in het ziekenhuis, daarna mochten we weer naar huis. Een week lang ging het goed en voelde ik me goed, maar van de ene op de andere dag voelde ik me ineens weer minder fit. Ik had wat koorts en voelde me niet lekker. Ik ging even op bed liggen en ineens leek het alsof ik weer zoveel bloed aan het verliezen was. ‘Daar gaan we weer’, dacht ik. Op het toilet zag ik dat het geen bloed was, maar veel geel-groenig vocht. Ik schrok hier enorm van. Ik belde de huisarts en hij vermoedde dat het om een baarmoederontsteking ging, dus kreeg ik direct een antibiotica kuur voorgeschreven. Als mijn koorts de dag erna niet gedaald zou zijn, moest ik alsnog naar het ziekenhuis.
Helaas bleek ik de dag erna nog steeds koorts te hebben, dus zat er niets anders op. Ik ben een nachtje ter observatie gebleven en ik heb een bloedtest en een inwendige en uitwendige echo gehad, daarna mocht ik weer naar huis. Ik ben nog een week flink ziek geweest van de baarmoederontsteking en antibiotica kuur, maar inmiddels voel ik me weer helemaal goed.”
“Zo slecht als ik me lichamelijk voelde de afgelopen weken, zo goed voelde ik me mentaal. Vanaf het moment dat Dinand op mijn borst werd gelegd, heb ik een glimlach op mijn gezicht die er niet meer afgaat. Ik heb in de afgelopen weken slechts twee keer gehuild. De eerste keer dat Dinand hard moest huilen deed ik mee, en toen ik op de boot zat om voor de tweede keer – maar dit keer in mijn eentje – naar het ziekenhuis te gaan was ik ook even heel verdrietig. Ik vind het echt een geweldige ervaring om moeder te worden.”
Hoe ging het met borstvoeding?
“De operatie met narcose, baarmoederontsteking en antibioticakuur hebben flink impact gehad op het borstvoeden. Mijn melktoevoer liep hard terug, dus ik moest veel kolven om de productie op peil te houden. Mijn borsten deden vaak pijn. Toen het eindelijk weer wat beter ging, kregen Dinand en ik allebei spruw. Ik wisselde de borst af met een fles afgekolfde moedermelk, maar hij bleef zo onrustig, alsof het niet genoeg was. Ik voelde me erg onzeker hierover, dus vroeg ik een lactatiekundige om advies. Nadat ik mijn verhaal had gedaan zei ze: ‘Ieteke, het is beter als je stopt, je vraagt te veel van je lichaam op dit moment, daardoor is het ook niet goed voor Dinand.’ Hoewel ik het jammer vond om te moeten stoppen, wist ik ook dat ze gelijk had en dat dit voor ons allebei de beste optie was. Door al het bloedverlies had ik nog steeds een hele lage bloedwaarde. Ik heb nog een paar dagen alleen een klein beetje gekolfd tegen de stuwing en daarna was het klaar. Ik ben dankbaar dat Dinand bijna zes weken volledig borstvoeding heeft gehad, iedere dag telt. Nu het klaar is, voelt het ook wel een beetje als een opluchting. Mijn lijf is weer van mij en ik ruik niet meer continu naar melk!”
Hoe gaat het met jullie, als papa en mama?
“Ik vind het zo speciaal om Emiel met Dinand te zien, dat maakt me zo gelukkig. Emiel heeft een zoon van dertien uit een eerdere relatie, Jort. We waren heel benieuwd hoe dat zou gaan van tevoren, maar eigenlijk gaat het precies zoals ik had gehoopt. We hebben niets willen forceren en ook hem rustig laten wennen aan een baby in huis. Inmiddels pakt Jort hem steeds vaker zelf even uit de box, maakt hij hem aan het lachen met gekke gezichten en zorgt hij voor afleiding als ik Dinands flesje klaar maak – het enige moment waarop Dinand heel ongeduldig kan zijn, haha.”
“We hebben het geluk dat Dinand een hele relaxte en goed slapende baby is. Veel sneller dan ik eigenlijk had verwacht hebben wij de avonden weer met z’n tweeën. Hoewel alles eigenlijk heel natuurlijk en fijn gaat, proberen we wel bewust te blijven van de nieuwe situatie. Door aan elkaar te blijven vragen hoe we vinden dat het gaat met Dinand en tussen ons. En door rekening te houden met elkaar.”