Niet vorderende ontsluiting
Wat als de ontsluiting lang duurt?
Home » Bevallen » Fasen van bevalling » Niet vorderende ontsluiting
Tijdens de bevalling wordt de baarmoedermond zachter, wat platter en gaat deze open staan. Dit noemen we ontsluiting. Als de ontsluiting met minder dan 1 centimeter per uur vordert, wordt er gesproken van ‘niet vorderende ontsluiting’. Wat kan jij zelf tijdens je bevalling doen om de ontsluiting soepeler te laten verlopen? En wat zijn medische interventies die soms helpend of nodig kunnen zijn als de ontsluiting lang duurt?
Sanne Ravensbergen
Sanne Ravensbergen werkt als doula, zwangerschaps-, geboorte- en newborn-fotograaf en is oprichter van Stories of New Life
Een bevalling verloopt in verschillende fasen. Hoe gaat dat proces van ontsluiting? Wat de meeste aanstaande moeders wel weten is dat de baarmoedermond zich bij de bevalling opent van 0 naar 10 centimeter. Bij 10 centimeter heb je volledige ontsluiting en mag je gaan persen.
Het is goed om te weten dat de ontsluiting, het openen van de baarmoedermond, geen lineair proces is. Soms stopt de ontsluiting, terwijl het op een ander moment ineens heel snel kan gaan. Als de weeën een tijdje minder krachtig zijn, is dat niet direct iets om je zorgen over te maken.
Dit kan helpen bij de ontsluiting
Wat kan jij zelf tijdens je bevalling doen om de ontsluiting soepeler te laten verlopen? En wat zijn medische interventies die soms helpend of nodig kunnen zijn als de ontsluiting lang duurt?
Het (her)vinden van de ontspanning
Als je je om welke reden dan ook niet helemaal op je gemak of niet veilig voelt, kan dit invloed hebben op de weeën. Maar ook wanneer je net bent verplaatst naar het ziekenhuis of geboortecentrum, er een nieuw gezicht binnenkomt of je wordt getoucheerd kunnen de weeën zomaar even afnemen of zelfs helemaal wegvallen.
Dit is volkomen normaal. Je hebt dan gewoon even de tijd nodig om weer te kunnen ontspannen of – na een verplaatsing – te wennen aan deze nieuwe omgeving
Kijk dan rustig hoe je de setting eventueel zo kan (laten) aanpassen dat je meer op je gemak voelt. Bijvoorbeeld door het licht dimmen, een ontspannende geurspray te gebruiken of een fijn muziekje op te zetten. Ook kan je, als je vermoedt dat dat je helpt, je zorgverlener vragen of je even met z’n tweeën mag zijn.
Massage of knuffelen
Massage, zoenen en knuffelen kunnen heel goed werken om de oxytocine weer te laten stromen. Een douche nemen kan ook heel ontspannend zijn en je weer terugbrengen in je bubbel.
Deel je zorgen
Tot slot kan het zo zijn dat je je misschien ergens zorgen over maakt en dat deze zorgen het bevalproces remmen. In dat geval kan het erg helpen om je hart even te luchten en aan iemand die je vertrouwt te vertellen waar je bang voor bent. Vaak is het zo dat als je eenmaal weer op je gemak bent, de weeën vanzelf weer krachtiger zullen worden.
Wat betekent ‘niet vorderende ontsluiting’?
Als de ontsluiting met minder dan 1 centimeter per uur vordert, wordt er gesproken van ‘niet vorderende ontsluiting’ (bron: NVOG).
Het niet ‘vorderen’ van de ontsluiting kan ook te maken hebben met de ligging van je baby. Hierdoor is er onvoldoende druk van de baby tegen de baarmoedermond waardoor deze minder goed ontsluit. Wat je in dat geval kan doen, is het uitproberen van een andere houding. Welke houding voor jou werkt, zul je zelf het beste aanvoelen. Als je dit niet goed weet, kan het een goed idee zijn om gewoon wat houdingen uit te proberen en te ervaren wat voor jou goed voelt. Probeer bijvoorbeeld, als dit prettig is, eens staand te wiegen met je heupen of stukjes te lopen.
Verschillende houdingen
Of vang de weeën op handen en knieën (all-fours) op, eventueel terwijl je over de bal of op de bank leunt. Rondjes draaien met je heupen terwijl je op de geboortebal zit kan ook goed helpen om ruimte te maken voor je baby.
Zo kan hij of zij een gunstigere houding innemen en (weer) meer druk kan geven op je baarmoedermond. Bewegen en een verticale positie innemen tijdens de ontsluitingsfase wordt actief baren genoemd. Het is aangetoond dat dit voor een snellere bevalling, een kleinere kans op een ruggenprik en een kleinere kans op een keizersnede zorgt (bron: NVOG).
Wat als de ontsluiting lang duurt?
Maar wat als je al het bovenstaande hebt geprobeerd en de ontsluiting vordert nog steeds langzaam? Als jij en je baby het goed volhouden, is het ook een optie om niets te doen. Je kunt dan bijvoorbeeld even rusten.
Wil je wel graag dat er iets gebeurt, dan kan je in het ziekenhuis bijvoorbeeld synthetische oxytocine toegediend krijgen via een infuus. Dit heet bijstimulatie. Dit wordt gedaan om de weeën krachtiger te maken. En soms kan pijnbestrijding ervoor zorgen dat je je beter kunt ontspannen waardoor de ontsluiting daarna ineens wel vordert.Â
Het kan voorkomen dat de baby in nood komt in de ontsluitingsfase. In dat geval kan een keizersnede de beste (en soms zelfs enige) optie zijn.
How About Mom: een 'onmisbare app voor aanstaande moeders' 📲