Regen op het kraamfeest ter ere van je kersverse baby is wel het laatste wat je hoopt. Toch is dat waar ik mee te maken kreeg met de geboorte van mijn zoontje Noah. Die regenbui, die ging vervolgens over in een regelrechte wolkbreuk. Om het in andere woorden te vatten: ik was meteen ontzettend blij met Noah, maar kreeg een postpartum depressie. Zo erg, dat ik drie maanden werd opgenomen in het ziekenhuis – mét mijn baby – op een speciale Moeder-Baby Unit. In Nederland zijn er echter maar enkele van dit soort duo plekken voor moeder en kind, met extra veel aandacht voor de onderlinge hechting.
Na de kraamweek merkte ik dat ik me zo nu en dan somber voelde. Ik gaf in eerste instantie het slaapgebrek de schuld hiervan. Moest ik bovendien niet gewoon wennen aan het hebben van twee kleine kinderen? In plaats van dat het sombere gevoel minder werd, versterkte dit in de weken daarna alleen maar. Ik huilde veel, was snel overprikkeld en had continu negatieve gedachten over mezelf als moeder. Ik vond mezelf een waardeloze moeder, compleet overbodig en vond dat mijn kinderen beter verdienden. Het was moeilijk om mijn aandacht te verdelen tussen twee kinderen en ik wist niet hoe ik het aan moest pakken. Steeds vaker zat ik starend op de bank, terwijl mijn kinderen om me heen aandacht vroegen en mijn man het van me moest overnemen.
Op een nacht raakte ik in crisis; ik brak. Ik had het plan om van huis weg te lopen, op de grond in het bos te gaan liggen en niet meer op te staan tot alles voorbij was. Gelukkig koos ik ervoor om mijn man wakker te maken en heeft hij mij stevig vastgehouden tot het ochtend werd. Om acht uur belde hij meteen de huisarts en zaten we een paar uur later al bij de psychiatrische crisisdienst. Na twee weken intensieve zorg aan huis en geen vooruitgang, werd voorgesteld dat ik zou worden opgenomen op een specialistische, psychiatrische afdeling van het ziekenhuis, een Moeder-Baby Unit. Ik schrok, want dat had ik niet aan zien komen. Was ik gek aan het worden? Aangezien ik me veel zorgen maakte over de hechting tussen mij en Noah, besloot ik te gaan.
Op de Moeder-Baby Unit
Daar zat ik dan, in het ziekenhuis met mijn zoontje van krap drie maanden oud. Ik gaf mezelf de schuld van mijn depressie, maar de lieve verpleegkundigen bleven me vertellen dat een depressie een ziekte is die je overkomt en dat het ook weer over gaat. Ik wilde ze geloven, maar dat kon ik toen niet. Dagen zat ik op mijn bed naar buiten te staren terwijl de tranen over mijn wangen rolden. In mijn borst voelde ik een zwart gat zitten, een enorme somberheid had zich van mij meester gemaakt. Mijn moedergevoelens voor Noah waren er wel, maar lagen onder een dikke deken waar ik maar moeilijk bij kon. Mijn wereld voelde gedempt.
Op de Moeder-Baby Unit verbleven nog een paar andere moeders met hun baby’s die in hetzelfde schuitje zaten. Er was een grote woonkamer die – voor een ziekenhuis – huiselijk was ingericht met een knusse zithoek. Voor de baby’s waren er twee boxen, een groot speelkleed, wippers, stoeltjes en veel speelgoed. Samen met de andere mama’s en baby’s kwamen we de dag door. We aten onze maaltijden, speelden met onze baby’s, gingen naar de verschillende therapieën en keken in de avond tv of speelden een spelletje. Dit maakte dat we snel hecht werden en elkaar konden steunen in ons proces van herstel. Ook al was het heftig, we hebben ook veel gelachen – en dat tijdens een zware depressie.
De goede kant op
Heel langzaam ging het steeds een beetje beter dankzij de goede zorg van de verpleegkundigen. De torenhoge spanning in mijn lijf nam iets af en ik voelde me wat lichter. Na drie maanden verlieten we het ziekenhuis, wat ik heel spannend vond. Kon ik dat wel, weer thuis zijn met mijn hele gezin? In het begin kon ik letterlijk nog geen vijf minuten alleen zijn met de kinderen, dan zat ik alweer te huilen. Met veel nazorg, ondersteuning en therapie ging het uiteindelijk de goede kant op.
Inmiddels is Noah twee jaar oud en gaat het zoveel beter. Ik kan ongelofelijk genieten van mijn zoontje, die lief, onderzoekend en energiek is. Hij heeft echt zin in het leven. Mijn sombere dagen zijn zo goed als verdwenen en ik kan mijn leven weer oppakken, ondanks de medicijnen die ik nog slik en de therapie die ik nog volg. We zijn nu een hecht gezin van vier dat een heftige periode heeft meegemaakt, maar het is allemaal goed gekomen. De regen is opgehouden en de zon is doorgebroken, het feest kan nu écht beginnen.
Boek
Over mijn ervaringen schreef ik het boek ‘Kraamfeest in de regen’ dat net uit is. Ik hoop dat ik door mijn verhaal te delen anderen steun en herkenning kan bieden die ook te maken hebben met depressieve gevoelens rondom zwangerschap, bevalling en kraamtijd. Je bent zeker niet alleen! Dit is een boek met een missie: laten we eens beter kijken naar de psychische problemen die op kunnen spelen rondom het krijgen van een baby, wat een veelvoorkomende belangrijke levensgebeurtenis is. Door open over je gevoelens te praten en deze er te laten zijn, kunnen we hopelijk het taboe rondom psychische problemen bij kersverse ouders verder doorbreken.’
Meer lezen?
“Mijn postpartum depressie heeft mijn eerste jaar als moeder gestolen”
Arlette over haar postpartum depressie: “Twee maanden lang heb ik mijn dochter niet kunnen vasthouden”