Dat overweldigende gevoel van liefde voor een kind hoopte Karen nog een keer mee te maken bij de geboorte van haar tweede zoon. Maar de tweede kraamtijd verliep anders dan verwacht. Ze kampte met suïcidale gedachten en bleek een zware postpartum depressie te hebben. ‘Die vreselijke gedachten kwamen niet van mij, het is de depressie die de kronkels in mijn brein veroorzaakte’.
Karen is moeder van Harvey (2020) en Landon (2023). Ze woont in Rotterdam met haar man Dean, die oorspronkelijk uit Zuid Afrika komt.
Een uitvaart na de bevalling
‘Na de zwangerschap van Harvey had ik de perfecte cocktail voor een postpartum depressie: het was de tijd van corona, een lockdown en er was veel onzekerheid. Mocht mijn man wel bij de bevalling zijn, hoe zat het met de kraamzorg straks?’
‘Bovendien verloor ik in die periode mijn beste vriendin Maaike. Maaike was heel ziek: ze had eierstokkanker die zich snel verspreidde in haar lichaam. Op mijn eerste Moederdag, vier dagen na de bevalling, belde ze om te vertellen dat ze mij helaas van mijn roze wolk ging trappen. Ze wilde stoppen met de behandeling en koos voor euthanasie. Onderzoeken waren stopgezet door corona waardoor ze niet in een trial terecht kon. Ze overleed één week na de geboorte van Harvey. Daar stond ik, twee weken na mijn bevalling, te spreken op de uitvaart van mijn beste vriendin. Dat verlies kwam zó hard binnen’.
‘Ondanks het grote verdriet kon ik ontzettend genieten van Harvey en zat ik echt op een roze wolk. We waren non-stop samen, overal waar ik ging nam ik Harvey met me mee. Ik keek er dan ook best tegenop om weer aan het werk te gaan. Mijn drie maanden oude baby bij de crèche afgeven vond ik verschrikkelijk.’
‘De combinatie van een drukke baan, thuiswerken door corona, slapeloze nachten met een baby, borstvoeding en het zicht op nóg een lockdown zorgden voor enorme stress. Ik kreeg burn-out gerelateerde klachten en meldde mij aan het einde van het jaar ziek bij werk. Die burn out klachten en het rouwen om Maaike waren te veel. Ik ben toen met iemand gaan praten.’
Wens voor een tweede kindje
‘Toen Harvey op mijn borst werd gelegd voel ik zo’n immense liefde voor hem, ik dacht: dit wil ik nog een keer. Het was zo magisch, zo mooi. Snel dacht ik al over een tweede kindje. Ik heb ook altijd het idee gehad van twee of drie kinderen aan de eettafel. Mijn man had iets meer tijd nodig. Hij genoot van het leven met zijn drietjes, zeker na de strenge maatregelen in de coronatijd.’
‘Ik raakte opnieuw in verwachting. De tweede zwangerschap vond ik zwaarder dan de eerste. Bij mijn eerste zwangerschap was ik erg fit en overwoog ik met 13 weken nog een marathon te lopen. Die tweede zwangerschap doe ik er wel even bij, dacht ik, maar daar vergiste ik me in. Vooral het eerste trimster en derde trimester waren zwaar. Ik kreeg bekkenbodemklachten en had last met sporten en het optillen van Harvey.’
‘Ook had ik tijdens mijn zwangerschap momenten dat het leven mij enorm overviel. Mijn man werkt veel in Amsterdam en ik kon overweldigd worden als ik Harvey naar de crèche moest brengen, zelf naar werk ging, Harvey daarna moest ophalen, boodschappen doen en eten moest koken. De paniek sloeg toe. Hoe ga ik dat straks doen als ik ook nog een kleine baby bij mij heb? Ik voelde al een donkere wolk hangen en belde de huisarts om te vragen of ik met de praktijkondersteuner GGZ kon praten.’
Alles eruit halen
‘Bij mijn tweede zwangerschap dacht ik: ik ga nu alles eruit halen wat erin zit. Ik ga niet nogeen vriendin verliezen, we zitten niet in een pandemie, deze kraamperiode wordt perfect. Ik had na het zwangerschapsverlof zelfs extra ouderschapsverlof én vakantiedagen opgenomen om nog extra tijd te hebben samen met de baby. Tegelijkertijd voelde ik veel druk tijdens de zwangerschap: ik wilde blijven presteren op werk én ik wilde verder met mijn fotografie.’
‘Ik denk dat ik bang ben geweest om de controle kwijt te raken. Op Instagram kwam ik een account tegen van een vrouw die een bevallingscursus had samengesteld. In een van haar filmpjes vertelde ze over hoe onnodig vaak een episiotomie – een knip – voorkwam en hoelang het herstel kan duren. Opeens was ik bang om in het ziekenhuis te bevallen en enorm bang voor een knip en andere interventies. Uren kon ik ervan wakker liggen. Ik stampte er bij mijn man in dat ik geen interventies wilde. Het gekke was: bij Harvey ben ik in het ziekenhuis bevallen en dat was een hele fijne ervaring. Ik was nu angstig geworden door wat ik op Instagram zag.’
‘Daar kwam ook nog een complicatie bij: ik kreeg zwangerschapscholestase. Dit is een aandoening die in het laatste trimester van de zwangerschap kan optreden en wordt gekenmerkt door jeuk, vooral in de handpalmen en op de voetzolen. Daardoor werd ik medisch en omdat dit gevaarlijk kan zijn voor de baby zou de bevalling in week 39 worden ingeleid. Iedere week moest ik naar het ziekenhuis om bloed te prikken. Ook al waren de waarden na een paar weken weer goed, het ziekenhuis stond niet open voor afwijken van het protocol en ik bleef medisch. Mijn verloskundigenpraktijk heeft zich er hard voor gemaakt dat ik terug onder behandeling bij hen kwam door met het ziekenhuis en de leidinggevende daar mijn situatie te bespreken. Uiteindelijk kon ik terug naar mijn vertrouwde verloskundige, maar deze hele situatie gaf me enorm veel stress in de laatste weken van mijn zwangerschap.’
Geen overweldigende liefde
‘Al die angst bleek ongegrond. Ik beviel thuis. Mijn man en ik waren samen, Harvey lag in zijn bedje te slapen en het ging allemaal zo snel dat de verloskundige er zelfs nog niet was. De bevalling was magisch en precies het tegenovergestelde van wat er de afgelopen weken door mijn hoofd was gegaan.’
‘En ook al was het een fantastische ervaring die we samen deden als team, die overweldigende liefde die ik bij Harvey voelde, voelde ik nu niet meteen voor Landon. Ik wist dat het wat langer kon duren voordat die moedergevoelens er waren dus ik maakte mij niet zo’n zorgen. De dag erna bekroop mij wel voor het eerst een naar gevoel: ik heb hier een baby, maar het voelde heel onwerkelijk dat hij van mij was.’
‘De kraamtijd van een tweede kindje is echt anders dan bij de eerste. Een peuter in huis en een newborn vond ik overweldigend. Ik wilde het liefst dagenlang knuffelen met Landon in bed, maar dat kon niet. Het leven ging door en ik had al een kind dat ook aandacht vroeg. Op dag één voelde ik mij al schuldig naar Harvey. We waren altijd twee handen op een buik en ik merkte dat hij het moeilijk vond dat ik veel boven in de slaapkamer was.’
Ik wil alleen maar uitrusten
‘Mijn tweede zoontje was onrustig, urenlang liep ik met Landon rond om hem te wiegen en sussen. Het enige wat ik wilde was in bed liggen en rusten. Ook borstvoeding geven voelde als een gevecht, terwijl dat bij Harvey zo rustig en gemakkelijk ging.’
‘We hadden bewust gekozen voor weinig kraamvisite in de eerste weken. Maar ook daarna nodigde ik nauwelijks mensen uit, hield vriendinnen op afstand en reageerde steeds minder op berichten. Langzaam begon ik mij meer terug te trekken. Toen de ouders van mijn man overkwamen uit Zuid-Afrika vond ik dat verschrikkelijk. Die twee weken waren ze veel bij ons om hun kleinkinderen te zien. Zij zaten dan buiten in de tuin en ik lag samen met Landon boven, in mijn eigen veilige cocon, met de gordijnen dicht. Ik wilde het leven buiten houden.’
Het hoort erbij, dacht ik
‘Het hoort erbij, dacht ik eerst. Maar als je je een beetje gaat verdiepen lees je over kraamtranen, somberheid en postpartum depressie. Geen liefde voelen voor je kind, dat herkende ik. Als ik naar Landon keek dacht ik regelmatig: er ligt hier een wildvreemde baby. Steeds vaker schoot het door mijn hoofd om hem of mezelf iets aan te doen, terwijl ik ook heel goed wist dat ik dat absoluut niet wilde. Ik at niet of nauwelijks want ik kreeg geen hap door mijn keel. Slapen ging ook steeds slechter en ik lag soms hele nachten te piekeren.’
‘Ongeveer twee weken na de bevalling ging de gedachte door mijn hoofd: ‘kan ik mijn zoon afstaan ter adoptie?’ Ik voelde helemaal geen verbinding met hem. Ook dacht ik steeds vaker: de wereld zou beter af zijn zonder mij. Toen realiseerde ik me: dit gaat niet goed! Ik durfde die gedachten toen met niemand te delen. Wat verschrikkelijk dat de depressie je zo kan laten denken.’
Even weg zonder baby
‘Mijn eigen verloskundige Sarah belde drie weken na de bevalling op. Ik vertelde haar dat Landon erg onrustig was en ik niet kon genieten van de kraamperiode. Op haar advies bezochten we een osteopaat om te onderzoeken waar de onrust bij Landon vandaan kwam. Mogelijk dat de snelle bevalling ergens voor een blokkade zorgde, maar er bleek niets mis met hem. Dat was fijn maar ook lastig, want de onrust bleef.’
‘Zes weken na de bevalling was de nacontrole bij de verloskundigenpraktijk. Landon bleef thuis en het voelde zo fijn om even alleen weg te zijn. De verloskundige was scherp en vroeg hoe het met mij ging. Ik gaf aan dat ik het nog steeds zwaar vond en dat borstvoeding geven een hele uitdaging was. Ze stelde voor om een lactatiekundige mee te laten kijken met de borstvoeding bij Landon’.
‘Zo’n negen weken na de bevalling belde de verloskundige weer. Toen heb ik open kaart gespeeld: ik heb hele donkere gedachten over Landon en mezelf, maar wat deze gedachten precies waren dat durfde ik toen niet te zeggen.’
‘Er waren dagen dat ik er niet meer wilde zijn. Terwijl ik met Landon naar de supermarkt liep dacht ik na over hoe ik uit het leven zou stappen. Landon zou ik dan met me meenemen om mijn man te ontzien. Ík wilde toch graag een tweede kindje, hij nog niet?’
Dean had geen idee hoe het écht ging
‘Mijn man had in die tijd geen idee hoe slecht het met me ging. Ik vond het naar hem toe erg moeilijk om eerlijk te zijn. Als ik dan vertelde dat ik niet lekker in mijn vel zat dan kon hij er met zijn hoofd niet bij dat ik niet gelukkig was. Dit wilde ik toch, een tweede kind? Waarom was ik dan ongelukkig? Ik voelde mij zo onbegrepen.’
‘Jij hebt zo snel mogelijk hulp nodig’ gaf de verloskundige aan. Ik kon de dag erna langs bij de huisarts en moest haar verzekeren dat ik er naartoe zou gaan. Op gesprek bij de huisarts durfde ik volledig open te zijn en mijn suïcidale en donkere gedachtes wél te delen. Ik wist niet wat de volgende stap zou zijn maar dit voelde als het juiste moment om alles te vertellen. Pas toen de huisarts zei ‘ik denk niet dat je opgenomen hoeft te worden maar ik laat het je zo snel mogelijk weten’, realiseerde ik me dat het echt niet oké met me ging. Mijn man begreep er niets van: een opname in de ggz? Hoe bedoel je, wat is er dan aan de hand?’
Diagnose: zware postpartum depressie
Bij het Erasmus Medisch Centrum, die een speciale afdeling heeft voor psychische klachten rondom de zwangerschap, volgt de diagnose voor Karen: een ernstige postpartum depressie. ‘Ruim twee uur hebben mijn man en ik daar gezeten, zonder de kinderen. Dat was de eerste keer dat hij die gedachten hoorde. Ik keek hem aan en dacht: ik ga iets verschrikkelijks zeggen waarvan jij geen idee hebt. Ik begon te stotteren toen ik vertelde dat ik erover dacht om mezelf en Landon iets aan te doen.’
‘Het moment dat ik de diagnose postpartum depressie kreeg, viel er zo veel op z’n plek. Ik ben niet gestoord. Wat mij ook hielp was de huisarts die zei: hier kun je niets aan doen. Voor die tijd dacht ik: ik heb het zelf veroorzaakt, ik laat dit gebeuren. Maar je kunt er niets aan doen als je ziek wordt. Die gedachten komen niet van jou, het is de depressie die je verschrikkelijke dingen laat denken.’
De perfecte moeder bestaat niet
In de week daarop start Karens therapie. ‘Iedere week ging ik naar het Erasmus Medisch Centrum. In de Moeder-kind groep zaten vier andere moeders die ook een postpartum depressie hadden. Iedere vrouw had andere klachten en tegelijkertijd was het zo fijn om die herkenning te zien en te horen. Ik ben niet de enige die dit overkomt. Daarnaast begon ik mijn gedachten te herkennen en kon ik steeds makkelijker filteren wanneer de depressie mijn gevoel probeerde over te nemen. Ook werd ik veel eerlijker naar mijn man. Ik durfde mijn gedachten uit te spreken en als ik hulp nodig had liet ik dat weten.’
‘Ook kon ik altijd terecht bij Mirjam, de psychiatrisch verpleegkundige bij het Erasmus MC. Zij liet me inzien dat ik de lat zo hoog legde voor mezelf. Dan wilde ik op één dag langs op kantoor bij mijn man in Amsterdam, naar het Rijksmuseum met Harvey en dan op tijd terug in Rotterdam om te kolven, boodschappen te doen, Landon van de crèche te halen en eten te koken. ‘Meid, ik vind dit zonder depressie al heel vermoeiend’, zei Mirjam. Ik voelde altijd de druk om de perfecte moeder te zijn en maar door te gaan. Deze depressie heeft me zo hard op de rem laten trappen.’
Het leven wordt luchtiger en lichter
‘Het is een jaar na de geboorte van mijn tweede kindje en ik heb het gevoel langzaam uit mijn zware postpartum depressie te komen. Ik voel nu die overweldigende liefde voor Landon en geniet daar echt met volle teugen van. Naar familie, vrienden en werk ben ik open over mijn ziekte. Ik kan hier niets aan doen en heb regelmatig hulp nodig. De cognitieve gedragstherapie loopt nog en ik maak tijd voor activiteiten die mij gelukkig maken. Zo probeer ik tenminste drie keer in de week te sporten en heb ik mijn fotografie weer opgepakt. Ik merk dat het leven wat luchtiger en lichter wordt en ik uit de overlevingsstand kom en de herstelfase in ga. Het wordt echt beter.’
‘Als moeder sta je constant aan en draag je een grote verantwoordelijkheid voor die kleine wezentjes. In de periode dat ik mij zo slecht voelde wilde ik nog steeds de allerbeste moeder zijn. Ik stond er op om borstvoeding te blijven geven, lag ik regelmatig nachten met een slapende Landon in ons bed en vroeg mij dan af of hij het niet te warm of te koud had. De dag daarna moest ik dan van mezelf het huis opruimen en zorgen voor schone was terwijl ik dan beter kon bijslapen of rusten. Het is zó belangrijk om ook goed voor jezelf te zorgen en dat heb ik op de harde manier geleerd.’
‘Een postpartum depressie meemaken heeft me veranderd. Voorheen plande ik alle dagen vol en wilde ik alles eruit halen, nu probeer ik het beste eruit halen met de kracht die ik heb. Op de dagen zonder kinderen plan ik niets zodat ik kan bijkomen. Ik heb geleerd dat een dag niet is mislukt als ik alleen maar op de bank heb gezeten.’
‘En ik kan weer genieten van de kleine momenten: De was doen en allemaal houtsnippers tegenkomen omdat we die middag in het bos zijn geweest. Harvey die een lieveheersbeestje bekijkt. Landon die probeert te lopen, alles aanwijst en ‘die die die’ zegt en zijn twee ondertandjes als hij lacht. Die momenten waarop het leven even stilstaat en je beseft: dit is moederschap.’
Dit interview met Karen is onderdeel van de serie ‘De vele gezichten van een postnatale depressie’. Met dit fotoproject willen How About Mom en fotografe Sanne Ravensbergen het taboe rondom postnatale depressie doorbreken. In deze serie worden tien vrouwen geportretteerd die een postpartum depressie hebben meegemaakt.