Een zwangerschap en voor het eerst moeder worden: het is één grote bron van inspiratie. Op How About Mom geeft columnist Fien Vermeulen een eerlijk kijkje in haar leven. Deze week: rustig aan wennen op de kinderopvang, voor wie doen we dat precies?
In het kader Eerlijke Verhalen komt er hier een dat heet: ‘De Eerste Dag Kinderopvang’. Spoiler alert: er is ongelofelijk en gênant hard gehuild. Niet door onze dochter natuurlijk, maar door mij.
Hormonster op de kinderopvang
Eigenlijk begon het al toen ik nog zwanger was. Mijn vriend heeft zich echt moeten verbijten van het lachen toen we gingen kijken bij de opvang en ik vragen stelde als: ‘Spreken jullie hier wel meerdere talen tegen de kinderen?’. Alsof we zelf thuis al Frans en Italiaans zouden oefenen met Lise-Marie. Nou, nee dus. Andere vragen van dit hormonster gingen toentertijd over de muzieklessen (eens in de twee weken), culturele opvoeding (een verscheidenheid aan feestdagen wordt gevierd gelukkig) en wat er daar op het menu stond (warm eten, zo chill). Ja jongens, I know: overdrijven is ook een vak. Maar voor mij voelde het toen (stijf van de hormonen) als allerlei halszaken.
Waar ik toen ik zwanger was nog dacht dat ik niet zou kunnen wachten om weer wat tijd voor mezelf te hebben en ook weer te gaan werken – dacht ik vorige week toen het zo ver was: hell no. Pas in januari keer ik weer terug naar de studio van Q-music.
Mijn andere werk dat ik thuis kan doen (schrijven en dagvoorzitter zijn voornamelijk), begon deze maand al wel weer. Ik zou haar natuurlijk thuis kunnen houden en tijdens haar slaapjes kunnen werken. Maar we hadden bedacht dat het goed zou zijn voor ons kindje als ze niet ineens een aantal dagen naar de opvang moest, maar rustig kon wennen.
Nou, dat rustig wennen hebben we goed ingeschat. Alleen is dat speciaal voor mij en zeker niet voor onze dochter. Want die heeft de hele dag gelachen, gespeeld, keurig gedronken en geslapen.
Meer lezen: Jouw baby voor het eerst naar de crèche of opvang
Welkom lieve Lise-Marie
Het ging eigenlijk best goed, het afzetten. Tot we naar haar groep toe liepen en er op de deur een briefje hing: ‘Welkom lieve Lise-Marie’. Tranen met tuiten. Lelijk snikken mét uithaal, een beetje snot en de vragen. Weer die vragen. “Weet je dan wel wanneer ze moet drinken?”. En ook: “Maar zie je dan wel goed als ze naar bed moet? Anderhalf uur wakkertijd hoor maximaal. Dat is heel belangrijk voor een baby”. Tegen de opgeleide pedagogisch medewerkers hè, met jaren ervaring met baby’s, welteverstaan. Wat een professionals. Hoewel ik ze gelijk zou geven als ze daarna onderling gepraat zouden hebben over die crazy mom.
Mijn vriend hield zich heel goed. Daar mee bedoel ik: hij klopte me rustig op mijn rug, begeleidde me naar buiten en nam me mee voor koffie. Hijzelf vond het geen probleem. En eerlijk: ik uiteindelijk ook niet. Na de koffie heb ik, toen ik was bijgekomen, echt fijn een paar uur zitten werken.
Ik raakte ook nog aan de praat met een oudere dame die toevallig zelf een kindercrèche had gehad vroeger. Ze verzekerde me dat het hartstikke goed was voor kindjes om naar een opvang te gaan. En voor de moeders. Tijd voor zelfontplooiing is belangrijk, zei ze. Maar ja: ook zij had gehuild toen ze haar kinderen ooit voor het eerst wegbracht.
Meer lezen?
4 op de 10 ouders zouden werk en zorg liever anders verdelen