‘Niet door de plas rennen!’ ‘Geen televisie voordat de boterham op is!’ ‘Je mag nog niet van tafel!’ Het zijn zinnen die we allemaal – soms meerdere keren per dag – gebruiken. Maar heb je weleens gemerkt dat jouw kids vaak juist averechts lijken te reageren op deze uitspraken? Dit heeft te maken met het gebruik van ‘mintaal’ in plaats van ‘plustaal’. Hoe dat werkt? Daar vertelt Nicolette Albada, eigenaresse van Proud Bear en expert op het gebied van communicatie met kinderen, meer over.
Jonge kinderen hebben vaak moeite met woorden als ‘niet’ of ‘geen’ en horen daarnaast vaak alleen de laatste woorden. Vandaar dat hun reactie soms precies het tegenovergestelde is van wat jij van ze vraagt of verwacht.
Als je de zin ‘niet in de plas springen’ zegt, dan horen wij als volwassenen: je moet niet in de plas springen. ‘Jonge kinderen horen het tegenovergestelde. Ze pikken alleen de laatste woorden ‘plas’ en ‘springen’ eruit en dat is dus precies wat ze gaan doen: yeah, in de plassen springen! Net als ‘niet met eten gooien’ of ‘niet aan de staart van de kat trekken’. Jouw waarschuwing werkt dus averechts.
Plustaal
Dit heeft alles te maken met plustaal en mintaal. Met mintaal bedoelen we negatieve woorden als ‘nooit, niet, slecht, geen’. We benadrukken hiermee wat er fout gaat of wat er niet mag, maar ontmoedigen daarmee vaak ook om dingen anders te doen. Met plustaal focus je op wat er wél mag en kan. Je benadert dingen daarnaast op een positieve manier.
Laat ik een paar concrete voorbeelden van plustaal noemen:
‘Niet door de plassen rennen’ wordt ‘We lopen met grote passen om de plassen heen’.
‘Niet springen op de bank’ wordt ‘Springen doen we op de grond, de bank is om op te zitten’.
‘Je mag niet van tafel: eerst je bord leeg eten’ wordt ‘Zodra jouw bord leeg is, mag je van tafel’ In dit voorbeeld haal je niet alleen de ontkenning eruit, maar geef je ook een concreet moment aan met het woord ‘zodra’.
‘Niet gillen in huis’ wordt ‘Binnen praten we met de binnenstem’ of ‘Als je graag wilt gillen, mag je dat buiten doen’.
‘Niet met je mond vol praten’ wordt ‘Zodra je mond leeg is, mag je wat vertellen’.
‘Mag ik TV kijken? Nee, eerst je speelgoed opruimen’ wordt ‘Als het speelgoed is opgeruimd, mag je televisie kijken’.
‘Niet met eten gooien’ wordt ‘Eten laten we op het bord liggen’.
Door het woordje ‘geen’ of ‘niet’ uit jouw instructies te halen, is het voor kinderen duidelijker wat ze wél moeten doen.
Duidelijke instructies
Kinderen zijn in principe bereid om gewoon mee te werken. Ze hebben niet bewust de intentie om niet naar je te luisteren of mama lekker gek te maken. Maar ze hebben daarvoor wel duidelijke instructies nodig.
Meer lezen? Minder strijd tijdens de ochtendspits thuis
Plustaal als instrument voor ouders
Is het makkelijk om mintaal altijd te vervangen voor plustaal? Nee. Je zegt nu eenmaal sneller bepaalde zinnen als die in jouw systeem zitten. Maar hoe vaker je het gebruikt en hier het positieve effect van merkt, hoe meer je het zult blijven gebruiken.
Ik zie plustaal, net als bijvoorbeeld humor waar ik eerder over vertelde, als een instrument dat je in kunt zetten als ouders om kinderen te laten meewerken. Een vaardigheid die in je rugzak zit en je erbij kunt halen als je merkt dat je thuis vaak tegen dezelfde uitdagingen aanloopt of weinig medewerking van jouw mini’s ervaart.