Zwanger zijn zonder je eigen moeder om je heen: het is het verhaal van Jennifer, moeder van Jaxx (7 jaar) en Otis (11 weken). Iets meer dan een week na het overlijden van haar moeder komt ze erachter dat ze in verwachting is van Otis. Wat volgt is een periode van veel dubbele gevoelens en het uitblijven van blijdschap.
Aan How About Mom deelt Jennifer haar verhaal.
Zwanger zonder haar moeder
Achteraf gezien was Jennifer al in verwachting toen haar moeder overleed. ‘Maar dat wist ik toen nog niet’, vertelt ze daarover. ‘M’n vriend en ik waren al een jaar bezig met onze wens voor een tweede kindje en drie maanden voor het overlijden van m’n moeder kreeg ik helaas een miskraam. Ik weet nog heel goed dat m’n moeder toen zei: ‘Wacht maar, over drie maanden ben je weer zwanger’. En ze had gelijk, maar dat heeft ze zelf helaas niet geweten.’
Hoewel de wens voor een tweede kindje enorm groot was, blijft geluk of blijdschap uit wanneer Jennifer een positieve zwangerschapstest in haar hand heeft. ‘Ik voelde helemaal niks’, vertelt ze. ‘En dat was zo’n verschil met m’n eerste zwangerschap, toen ik echt op een roze wolk zat en onwijs blij was. Ik heb me lang schuldig gevoeld naar het baby’tje in m’n buik. Dat ik niet blij en gelukkig kon zijn en helemaal niet met m’n hoofd bij de zwangerschap zat.’
De eerste schopjes
Het feit dat Jennifer haar moeder niet heeft kunnen vertellen dat ze in verwachting is, noemt ze heel verdrietig en confronterend. ‘En dat besef is nog steeds niet helemaal binnengekomen’, licht Jennifer toe. ‘Toen mijn moeder net overleed, stelde ik het voelen van verdriet bewust uit waardoor ik ook amper heb gehuild. Ik werkte me een slag in de rondte om maar niet geconfronteerd te worden met de pijn. Maar daardoor heeft het ook lang geduurd voordat het met lukte een beetje te genieten van het nieuwe leven in m’n buik.’
Als Jennifer voor het eerst schopjes in haar buik voelt, lukt het haar steeds meer te genieten van de zwangerschap en blij te zijn. ‘Maar het is de hele zwangerschap op en af gegaan. Dan was ik op sommige momenten heel blij, maar op sommige momenten ook heel verdrietig. En hoe hard ik mezelf ook dwong om meer te genieten, het lukte me gewoon niet. Het ging niet. Ik kon niet vrolijk zijn, omdat ik het geluk niet met mijn moeder kon delen.’
De kraamperiode
Als Otis na een pittige bevalling en een spoedkeizersnede wordt geboren, beseft Jennifer zich hoe sterk ze eigenlijk is. ‘Na zoveel verdriet heb ik het toch geflikt om een gezond kind op de wereld te zetten’, vertelt ze. ‘Maar toch lukte het me zelfs die kraamweek niet om te genieten. Mijn vriend vroeg op een gegeven moment ook: ‘Ben je wel gelukkig?’ Maar ik voelde niks, ik was leeg en het voelde alsof alles wat was gebeurd, niet mijn verhaal was. Dat voelde heel dubbel. Waar ik bij de kraamperiode van Jaxx m’n moeder om hulp vroeg, moest ik nu ineens Google raadplegen.’
Met het gemis van haar moeder wordt Jennifer nog steeds regelmatig geconfronteerd. Ze vertelt: ‘Laatst had mijn schoonmoeder Otis in haar armen en toen ben ik in huilen uitgebarsten. Het is niet dat ik het mijn schoonmoeder niet gun, maar er had nog iemand bij moeten zijn. Mijn moeder en de oma van Jaxx en Otis. Dat zijn momenten waarop het ik me ineens heel hard besef: ze is er niet meer.’
Ooievaarsbeet
Inmiddels is Otis elf weken oud en lukt het Jennifer steeds beter om te genieten. ‘Al die ontwikkelingen die hij doormaakt, daar geniet ik enorm van’, vertelt ze. ‘De gesprekken met een psycholoog helpen ook om het overlijden van mijn moeder een plekje te geven. Eerst wilde ik dat niet, omdat ik het gevoel had dat ik door het een plekje te geven, haar zou vergeten. Dat ik alles aan haar ook zou vergeten, maar inmiddels weet ik dat dat niet zo is en dat ze er altijd ergens bij is.’
Dat Jennifer het idee heeft dat haar moeder er altijd bij is, komt ook door de ooievaarsbeet in Otis zijn nekje. ‘Ik stuitte toevallig op een video op Instagram waarin werd uitgelegd dat een ooievaarsbeet betekent dat een kindje voor zijn geboorte is gekust door een engel. Dat zijn dingen die ik maar al te graag wil geloven en denk: mijn moeder, die is altijd wel ergens.’