Sarah Stam (34) heeft uitgezaaide eierstokkanker en zit in haar palliatieve fase, Marleen (34) is in verwachting van haar eerste kindje. In hun podcast ‘Rouw op je dak’ bespreken de vriendinnen rouw in tijden van leven. Hoe ga je om met een vriendschap die een houdbaarheidsdatum heeft? De twee laten geen onderwerp onbesproken, want ‘praten over moeilijke onderwerpen helpt bij de rouw waar we nu al inzitten’.
De podcast ‘Rouw op je dak’ is te beluisteren via alle podcast-apps, waaronder Spotify.
Sarah, hoe gaat het momenteel met je?
Sarah: ‘Ik zit nu in een stabiele fase. Ik voel me dus goed en onderga momenteel geen behandeling. Dat is wel gek, hoor. Omdat ik me nu zo goed voel, denk ik af en toe: ben ik nog wel ziek? Dat is natuurlijk gek, want ik ben ziek en word niet meer beter. Toch is het boven verwachting dat ik me nu nog zo goed voel. Over een paar weken heb ik weer een scan en is er een kans dat ik opnieuw een behandeling moet ondergaan.’
Een aantal dagen na het afleggen van het interview is Sarah met spoed opgenomen in het ziekenhuis en heeft ze de scan al gehad. Daar is helaas nieuwe groei van de tumor op te zien. Sarah zal binnenkort weer een nieuwe behandeling starten.
Hoe zijn jullie op het idee gekomen om een podcast te maken?
Sarah: ‘Sinds vorig jaar juni zit ik in de palliatieve fase; ik word niet meer beter. Destijds was mijn situatie heel kritiek en leek het erop dat ik snel kwam te overlijden. Dat zorgde voor andere gesprekken tussen Marleen en mij. Want hoe ga je om met de gedachte dat onze vriendschap binnenkort eindigt? Toen het uiteindelijk toch weer beter met me ging, besloten we er een microfoon bij te pakken. We hopen dat anderen steun en herkenning kunnen halen uit onze podcast.’
Marleen: ‘Sarah kreeg in november 2020 de diagnose uitgezaaide eierstokkanker. Vanaf toen hadden we het natuurlijk al over de ziekte, maar sinds vorig jaar hebben we het ineens over dat het binnenkort toch echt gaat ophouden. Voor mij betekent dat iets heel anders dan voor Sarah. Voor haar eindigt het leven, voor mij begint een leven zonder haar.’
Veel mensen vinden praten over de dood lastig. Jullie laten geen onderwerp onbesproken. Is dat altijd al zo geweest?
Sarah: ‘Ja, we zijn altijd al goed geweest in praten met elkaar. We kunnen slap lullen, maar ook diepe gesprekken voeren. Dat doen we soms met humor, soms met een traan. Natuurlijk zorgt de houdbaarheidsdatum van onze vriendschap voor een intensivering van onze gesprekken. We willen zoveel mogelijk met elkaar besproken hebben en veel tijd met elkaar doorbrengen. Een fase als waar we nu inzitten, laat je heel bewust kijken naar wat je nog heel graag zou willen.’
Marleen: ‘We durven elkaar ook alles te vragen en vullen niet snel dingen voor elkaar in. Ik denk dat dat voor veel mensen moeilijk is en dat snap ik ook. Alleen ervaren Sarah en ik hoe fijn het is om elkaar ook vragen te stellen die wellicht pijnlijk of moeilijk zijn. Het zorgt voor hele mooie en diepgaande gesprekken. En als een van ons geen zin heeft om het erover te hebben, is dat ook goed. Dan geven we het aan en gaan we weer door.’
Marleen, jij bent momenteel in verwachting van je eerste kindje. Leven en dood zijn ineens heel nauw met elkaar verbonden. Hoe vond jij het om Sarah te vertellen dat je zwanger bent?
Marleen: ‘Hmm, dat vond ik dubbel. Enerzijds wist ik dat Sarah ontzettend blij voor me zou zijn. Sarah is een hele goede vriendin, dus ik wilde het nieuws heel graag met haar delen. Anderzijds wist ik ook dat het voor haar confronterend is dat anderen om haar heen lange termijnbeslissingen maken die zij niet meer kan maken. Toch keek ik ernaar uit om het haar te vertellen en ben ik ook heel blij dat ze dit nog mag meemaken. Nu hoop ik vooral dat ze mijn bevalling in september haalt.’
Sarah: ‘Iemand maakt nieuw leven en iemand gaat dood; dat is een hele pijnlijke en verdrietig situatie. Toen ik ziek werd, had ik geen kinderwens. Maar dat is wat anders dan dat ik nu weet dat ik geen kinderen meer kan krijgen. Dat maakt het rauw. Ik ben ontzettend gelukkig voor Marleen, maar het doet ook pijn dat ik niet met de dingen bezig ben waar je in je 30e jaren mee bezig hoort te zijn. Aan de andere kant; we hebben met deze situatie te dealen en het is ook een mooi voorbeeld van hoe leven en dood goed naast elkaar kunnen bestaan. Het is geweldig dat Marleen binnenkort moeder wordt, maar het is ook heel pijnlijk dat ik er binnenkort niet meer ben.’
Sarah, je geeft net zelf aan dat het pijnlijk is dat je geen plannen meer kunt maken voor de langere termijn. Hoe ga je daarmee om?
Sarah: ‘Dat is op sommige momenten simpelweg gewoon heel pijnlijk. Laatst vertelde iemand mij wat zijn doelen voor de komende drie jaar zijn. Dan kan ik alleen maar denken: ‘Dan ben ik er niet meer’. De aanwezigheid van de dood is er bij mij elke dag, maar het lukt me ook heel goed om in het nu te leven. Daar helpt mij diagnose natuurlijk bij. Ik heb alleen maar het nu. Dat betekent dat ik wel heb geleerd om vooral dingen te doen die ik heel leuk vind. Ik denk niet meer te lang na over van alles en ga er gewoon voor. Het klinkt heel cliché, maar door tijdsdruk ga je heel bewust met je leven om.’
Rouw heeft voor jullie beide een andere betekenis. Kunnen jullie dat uitleggen?
Marleen: ‘Voor mij betekent rouw natuurlijk dat ik zometeen een leven ga leiden waarin Sarah er niet meer is. Sarah is een van de mensen naar wie ik toe ga als het even niet zo lekker met me gaat. Maar er komt een moment dat dat niet meer kan. Dat voelt gek. Dat ik het verdriet dat ik zometeen heb als zij er niet is, niet met haar kan delen.’
Sarah: ‘Marleen is bezig met mij loslaten, ik ben bezig met het leven loslaten. Ik focus me op de tijd die ik nog heb, maar zit ook in het proces van accepteren dat dit mijn leven is (geweest). Dat proces is heel divers. Ik kijk veel terug op mijn leven en alle mooie momenten die ik heb meegemaakt. Probeer te accepteren dat er nog weinig leven is dat op me wacht. Maar voel me bijvoorbeeld ook ontzettend schuldig tegenover m’n ouders: dat zij hun kind gaan verliezen. Dat zijn gedachten waar Marleen niet mee hoeft te dealen, maar daarentegen hoef ik niet te dealen met een leven zonder mijn dierbaren.’
Wat maakt jullie vriendschap zo sterk?
Marleen: ‘Ik denk dat we elkaar heel goed aanvoelen en aan twee woorden genoeg hebben. We kunnen een heel zwaar onderwerp aansnijden en niet veel later heel hard lachen met elkaar. Ik denk dat we in die zin ook dezelfde manier hebben van omgaan met deze situatie. We kunnen altijd terugvallen op onze humor, maar gaan pijnlijke gesprekken ook niet uit de weg. Dat maakt ook we gesprekken nooit als moeilijk ervaren, ook als ze verdrietig zijn.’
Sarah: ‘Als aanvulling daarop: we durven het beestje bij de naam te noemen. Daardoor voelen onderwerpen nooit confronterend. En het is voor mij natuurlijk makkelijk zeggen nu ik weet dat ik er binnenkort niet meer ben, maar als dat niet zo was, weet ik zeker dat Marleen en ik tot onze dood vrienden zouden zijn.’
In jullie podcast hebben jullie het ook veel over rouwen tijdens het leven, in plaats van rouwen na de dood. Waarom is dat?
Sarah: ‘Veel mensen denken dat rouw begint na de dood, maar dat is natuurlijk niet zo. We zitten er nu al middenin. In veel boeken lees je hoe je moet rouwen als iemand er niet meer is, maar er is nog weinig te lezen of te beluisteren over hoe je dat doet als diegene er nog is. Daarbij: degene die het leven gaat verlaten, is natuurlijk ook aan het rouwen. Ik hoop dat we met onze gesprekken over dit onderwerp mensen kunnen aanmoedigen om ook de tijd te nemen voor rouw tijdens het leven. Het is ergens heel fijn om het nu nog samen te kunnen doen.’
Marleen: ‘We krijgen wekelijks reacties van mensen die in eenzelfde soort fase zitten als dat wij zitten. Het is mooi om te horen dat we hen iets van herkenning of troost kunnen bieden. Andersom zijn reacties van luisteraars voor ons ook heel fijn om te ontvangen. Om te ervaren dat we niet de enige zijn die dit meemaken.’
Wat zouden jullie anderen willen meegeven als het gaat om rouwen in tijden van leven?
Sarah: ‘Durf open vragen te stellen. Ik heb gemerkt dat mensen een open vraag stellen, vaak lastig vinden. Dat resulteert dan in dat ze een aanname gaan maken en vervolgens hun conclusie met je delen. Dat is natuurlijk begrijpelijk vanwege de kwetsbaarheid van het onderwerp, maar je slaat daarmee zoveel stappen over. Laat de ruimte over aan de ander om zijn of haar gevoel te delen.’
Marleen: ‘We hebben gemerkt dat het stellen van open vragen voor hele mooie gesprekken zorgt. Door die open vragen leren wij elkaar nog steeds veel beter kennen. In onze podcast stellen we elkaar daarom elke keer een open vraag. Dat doen we niet alleen voor onszelf, maar ook om anderen hopelijk te inspireren hetzelfde te doen.’
Sarah en Marleen maakten samen het ‘K*tkankerboek’, een boek met 50 verschillende portretten en persoonlijke verhalen van vrouwen tussen de 20 en 100 jaar met borstkanker of een vorm van gynaecologische kanker.