Als ouder voel je je soms net een politieagent. Vooral tijdens de spitsmomenten zoals avondeten, naar bed brengen of ‘s ochtends vroeg de deur uit gaan. Herkenbaar? Volgens Nicolette Albada, eigenaresse van Proud Bear en expert op het gebied van communicatie met kinderen, kan humor een heel krachtig middel zijn om jouw kids beter mee te laten werken. Hoe dat werkt?
Ga eens na op welke momenten jij je een politieagent voelt. Als kinderen niet willen helpen opruimen, bij het ophalen van een speelafspraak of aan tafel als kinderen blijven zeuren. Vaak beginnen we lief te vragen, maar komt een paar minuten later de stoom uit onze oren en vervallen we in zinnen als:
- Ik tel tot drie (dreigen)
- Als je nu niet dit doet, dan…
- Door jou komen we nu te laat (beschuldigen)
Kan dit ook anders, vragen veel ouders zich af. Jazeker. Het is dan wel belangrijk dat je die humor niet inzet als je boos tegenover elkaar staat. Humor werkt juist heel goed om weerstand en boosheid te voorkomen. Je zet het dus in om medewerking te krijgen en het kan verbazingwekkend goed werken.
Ik geef je hieronder een paar voorbeelden.
Opruimen met humor
Kinderen en opruimen is vaak niet de beste combinatie. Ze blijven spelen, doen niet mee, lopen weg, en ga zo maar door. Hier drie humorvolle strategieën die je in kan zetten als je wilt starten met opruimen:
- Lootjes trekken: Maak van alles wat opgeruimd moet worden een ‘lootje’. En dan trekken kinderen er één of twee. Duplo in de bak doen, puzzels in de doos, stiften in de etui, kussens op de bank, etc. Zie het zelf ook als een leuk spel dat je samendoet. Jouw rol kan zijn dat je ook opruimt of dat je het spel begeleidt.
- Stopdans bij opruimen: In plaats van de focus te leggen op het opruimen, kan je ook de focus leggen op iets anders, bijvoorbeeld de stopdans. De muziek gaat aan en iedereen ruimt op, gaat de muziek uit dan staat iedereen stokstijf in die houding. Misschien duurt het iets langer, maar de kans is ook groot dat iedereen plezier heeft.
- Met een groep opruimen binnen de tijd: als er kindjes komen spelen is het vaak een enorme rommel aan het eind van de middag. Wil je dat iedereen meehelpt bij het opruimen, stel dan voor om als groep een opruim-record te halen. Klaar voor de start af en opruimen maar.
Disco douchen
Sommige kinderen willen niet in bad of onder de douche. Als deze angst of weerzin eenmaal is ontstaan is het vaak moeilijk om met argumenten een kind op andere gedachten te brengen. Dit werkt dan meestal niet zo goed:
- Kijk douchen is niet eng, je zusje durft het ook.
- Nou ophouden met aanstellen, het is maar water.
- Als je niet doucht ga je stinken, dat wil je toch ook niet?
Probeer het probleem een keer ‘om te denken’ door bijvoorbeeld discodouchen te introduceren. Koop of leen een discobal, muziek aan en douchen maar.
Polonaise de trap op
Overgangsmomenten kunnen lastig zijn, bijvoorbeeld ’s avonds als de kinderen naar boven moeten om te gaan slapen. Ook hier kan je humor inzetten, door een polonaise de trap op te doen met je kind. Of het hele gezin!
Persoonlijk record
Als je kinderen tegen elkaar laat strijden kan dat makkelijk voor gedoe zorgen. De oudste is vaak sterker en sneller en voor dat je het weet hebben de kinderen ruzie. Een alternatief kan zijn om een kind een persoonlijk record te laten halen. Wij hadden jarenlang een record staan op 12 seconden om van de badkamer naar de slaapkamer te gaan, pyjama aan te trekken en in bed te springen. Je kan ook zelf tellen, het maakt niet zo veel uit. Het is extra leuk als je de start een beetje officieel maakt. Dus achter de drempel van de badkamer klaar staan, drie twee één en GO.
Plak Post-its
Als ouders praten we natuurlijk veel. Soms worden we er zelf ook gek van. Een leuk alternatief is briefjes maken met een tekst waarin we medewerking vragen. Ook als kinderen niet kunnen lezen vinden ze het spannend en leuk om een bericht te ontvangen. Het is extra leuk als je de tekst op het briefje niet van jou laat komen, maar van een voorwerp (de wasmand, de piano, huiswerk, etc)
- Lieve Tom, blijf je vannacht lekker bij mij slapen? Groetjes van je bed
- Op een paar sokken: Ik mis mijn stinkende vriendjes, de wasmand.
- Plak deze post-it op je schouder als je op de bank zit en even rust wilt: Mama is met pauze
- Op een rondslingerende tas: Ruim mij op, je zwemtas
- Briefje in broodtrommel: ‘Eet je mij vandaag helemaal op, groeten van je boterham’
- Tijdens het koken: De keuken is gesloten, kus mama.
Plustaal
Als je de zin ‘niet in de plas springen’ zegt, dan horen wij als volwassenen: je moet niet in de plas springen. Jonge kinderen horen het tegenovergestelde. Ze pikken alleen de laatste woorden ‘plas’ en ‘springen’ eruit en dat is dus precies wat ze gaan doen: yeah, in de plassen springen! Net als ‘niet met eten gooien’ of ‘niet aan de staart van de kat trekken’. Jouw waarschuwing werkt dus averechts.
Dit heeft alles te maken met plustaal en mintaal. Met mintaal bedoelen we negatieve woorden als ‘nooit, niet, slecht, geen’. We benadrukken hiermee wat er fout gaat of wat er niet mag, maar ontmoedigen daarmee vaak ook om dingen anders te doen.
Met plustaal focus je op wat er wél mag en kan. Je benadert dingen daarnaast op een positieve manier. Bijvoorbeeld aan: ‘Niet springen op de bank’ wordt ‘Springen doen we op de grond, de bank is om op te zitten’. Door het woordje ‘geen’ of ‘niet’ uit jouw instructies te halen, is het voor kinderen duidelijker wat ze wél moeten doen. Door plustaal wordt het contact zo veel leuker en voelen we ons mindere een politieagent.
Lachen aan tafel
Kleine kinderen houden van verrassingen en verbazing. Hoe leuk om dan af en toe een soort rollenspel te doen: “Ik zie zes boontjes en ik ga lekker even uit het raam kijken, tra la la, want die worden toch niet opgegeten”. Het kind eet snel een boontje en daarna draai jij je om, kijkt naar het bord en schikt je rot. “Huh, waar is die nu gebleven?”. Kinderen lachen en jij onder de tafel zoeken en dan ga je maar weer uit het raam kijken. En zo gaat het door. Je haalt hiermee de focus van het eten af, je houdt het luchtig en kinderen vinden het heerlijk.
Dit zijn een paar voorbeelden van hoe je humor kan inzetten. Ook buiten 1 april om natuurlijk! Belangrijke voorwaarde is dat je niet al in een strijd zit en je dus niet al een paar keer hebt gevraagd om bijvoorbeeld op te ruimen. Een groot deel van het succes zit in het simpele feit dat jij ook anders in de wedstrijd zit. Hoe vaak kom je niet gehaast of geïrriteerd aan tafel. En dan zegt een kind ook nog iets stoms over het eten (‘bah, lust ik niet’) en voordat we er zelf bij stilstaan is het een ongezellig half uur of zeg je dingen waar je later spijt van hebt.
Als je aan tafel gaat zitten met het voornemen iets van humor in te zetten, dan is jouw energie ook al heel anders. Je voelt blijdschap, je hebt een plan (heel belangrijk) en interpreteert reacties anders. Misschien wordt het bij jullie vanavond ook een drie gangen diner, met vader en moeder in de hoofdrol als sterrenkoks? “Mag ik u een schepje bonen á la mama geven, met een toefje appelmoes, gecombineerd met twee fijn gesneden stukjes kip.”