Reflux bij baby's

De maag van je baby is nog maar klein: een pasgeboren baby heeft een maagje ter grootte van een walnoot. Komt er te veel voeding in, dan is spugen de enige manier om het te veel aan voeding kwijt te raken.

Reflux hoort er dus een beetje bij in de eerste maanden. Reflux is heel gewoon: bij ongeveer de helft van de baby’s jonger dan drie maanden gebeurt het dagelijks.

Hoe ontstaat reflux?

Dat komt meestal doordat de sluitspier tussen de slokdarm en de maag bij baby’s soms nog niet helemaal ontwikkeld is. Als je baby dan na het eten een boertje laat, komt er wat voeding mee. Dat noem je dus reflux: de voeding loopt terug naar de slokdarm en soms tot in de mond.

Dit terugstromen van voeding gebeurt vaak vlak na een voeding. Als je baby te veel melk in één keer binnenkrijgt, kan reflux ook snel optreden. Ook als je baby (bijna) plat ligt is de kans op reflux groter. Reflux kan ook ontstaan door te veel bewegen of druk doen vlak na een voeding.

Wat kan ik doen als mijn baby reflux heeft?

Reflux is meestal onschuldig maar kan wel vervelend zijn om mee te maken. Daarom vragen veel moeders zich af hoe ze kunnen helpen. Je kunt je baby op twee manieren helpen: met voeding en met de houding waarin je baby eten krijgt.

Voeding en reflux

Waar kun je op letten als het om voeding gaat? De adviezen op de verpakking van kunstvoeding zijn indicaties. Geef je baby vaker kleine beetjes voeding. Zo wordt de buik van je kleintje minder vol en komt de voeding minder snel omhoog.

• Probeer je baby langzamer te laten drinken. Gebruik bijvoorbeeld een kleinere speen. Als richtlijn kun je aanhouden dat een voeding meestal rond de 10 tot 25 minuten duurt.
• Als je merkt dat je baby tijdens het drinken veel lucht binnen krijgt, controleer dan of de melk niet te snel uit de speen stroomt.
• Laat je baby tijdens de voeding en in ieder geval aan het eind van de voeding goed boeren.
• Geef je baby extra rust na de voeding. Beweeg niet teveel, of maak bijvoorbeeld de kamer donker en stil.
• Probeer of je baby de voeding beter verdraagt als je de voeding iets warmer of juist iets kouder maakt.
• Je kunt flesvoeding verdikken met johannesbroodpitmeel. Dit maakt de voeding dikker, zodat het minder snel omhoog komt. Lees de verpakking goed door en kijk goed of de opening van de speen groot genoeg is. De kanttekening: sommige kinderen krijgen krampjes of diarree van johannesbroodpitmeel. Je kunt het twee weken proberen. Wil je advies of werkt dit niet? Bespreek dit dan op het consultatiebureau.
• Als je merkt dat je baby tijdens het drinken uit de fles veel lucht binnenkrijgt, controleer dan of het gaatje in de speen niet te groot is.
• Kantel de fles tijdens het drinken goed, zodat de speen altijd gevuld is met melk.
• Je kunt ook een andere fles uitproberen. Er zijn verschillende flesjes te koop die hier speciaal voor gemaakt zijn (met een gebogen vorm of met een ventielsysteem). Er bestaat speciale kunstvoeding voor baby’s die veel last hebben van reflux. Gebruik die altijd in overleg met het consultatiebureau.

Houdingen om te voeden

De houding waarin je baby drinkt heeft ook veel invloed op refluxklachten. Wat je sowieso kunt doen is je baby iets meer rechtop houden tijdens en tot een half uur na de voeding. Laat je kindje tijdens het voeden niet helemaal plat liggen, maar zoveel mogelijk schuin omhoog zitten.

Klaar met voeden? Ga vlak na het voeden niet te veel bewegen met je kindje. Sommige kindjes zijn er juist bij gebaat om tijdens of na de voeding op de linkerzij te liggen. Het kan ook werken om het hoofdeinde van het ledikant of bedje iets te verhogen, ongeveer 10 centimeter. Controleer of het matrasje niet per ongeluk een beetje met het hoofdeind naar beneden ligt, zo stroomt de voeding makkelijker terug.

Reflux bij borstvoeding of flesvoeding

Reflux komt even vaak voor bij kinderen die borstvoeding krijgen als bij kinderen die flesvoeding krijgen. Refluxziekte komt wel vaker voor bij baby’s die vroeg geboren zijn.

Waar kun je op letten als je borstvoeding geeft? Zorg voor een goede aanlegtechniek zodat je baby zo min mogelijk lucht binnen krijgt bij het drinken. Laat eventueel een lactatiekundige (borstvoedingsdeskundige) met je meekijken. Ook kun je een flesje afgekolfde melk eventueel verdikken met johannesbroodpitmeel.