Slaapregressie bij baby's
Waarom je baby tijdelijk minder goed slaapt
Home » Baby » Baby en slapen » Slaapregressie bij baby’s
De ‘beruchte’ slaapregressie. Misschien denk je: ‘huh, slaapregressie?’, of misschien zit je nu midden in een periode dat je baby minder goed slaapt. En vraag je je af: gaat mijn baby ooit nog beter slapen?! In dit artikel lees je meer over slaapregressies bij baby’s. Dit is waarom je baby tijdelijk minder goed slaapt en wat je eraan kan doen.
Simone Meijer
Simone Meijer is kinderslaapcoach en kindertherapeut in opleiding. Ze heeft een eigen praktijk, SlaapMoon, en heeft zelf 2 jonge kinderen.
Ik ga je in dit artikel meer uitleg geven over wat het nu precies is, zo’n slaapregressie. Wat er tijdens deze periode gebeurt én tips wat je als ouder kan doen.
Wat als je baby tijdelijk minder goed slaapt?
Je bent vast wel bekend met ontwikkelsprongetjes die zich op bepaalde periodes in het leven van je baby of dreumes aandienen. Vaak is er sprake van een cognitieve ontwikkeling rond deze sprongetjes. Baby’s maken vaak een sterke ontwikkeling door in de eerste twee jaar. Dat zie je terug in:
- slaapregressie 4 maanden: baby leert omrollen en kunnen koppelen van slaapcycli
- slaapregressie 8 maanden: baby leert zitten en kruipen
- slaapregressie 12 maanden: baby leert (beginnen met) lopen en de eerste woordjes zeggen
- slaapregressie 18 maanden: baby leert volledig zelfstandig lopen of (beginnen met) rennen
- slaapregressie 24 maanden: baby leert praten en zinnetjes maken
Wat is slaapregressie bij baby’s?
Juist door die cognitieve en motorische ontwikkeling zoals leren omrollen, zitten en kruipen, kan je baby tijdelijk wat minder goed gaan slapen. Dit tijdelijk minder goed slapen noemen we een ‘slaapregressie’. In deze fases maakt je baby een sterke cognitieve ontwikkelingen door. Je kindje is dan vaak huileriger, hangeriger en slaapt soms ook minder goed.
Eigenlijk is de woordkeuze ‘slaapregressie’ niet heel fijn. Want regressie staat voor achteruitgang. En eigenlijk is dat niet helemaal wat er gebeurt. Sterker nog: er is eerder sprake van vooruitgang (progressie): je kind leert nieuwe vaardigheden en ontwikkelt zich razendsnel.
Ik gebruik wel eens het woord ‘slaapsprong’ en je hoort ook wel eens slaapprogressie voorbijkomen. Maar beiden dekken eigenlijk ook niet helemaal de lading voor wat er aan de hand is rond de 4 maanden, 8 maanden, 12 maanden, 18 maanden en 24 maanden bij je kleintje.
Hoe herken je een slaapregressie bij je baby?
Hoe herken je een slaapregressie bij je kind? Je kan het merken aan een verandering van het slaappatroon, bijvoorbeeld:
- je baby doet ineens hele korte dutjes (komt vaak voor) of juist langere dutjes (komt minder vaak voor)
- je baby is vaker tussendoor wakker worden, zowel overdag als ’s nachts
- je baby heeft moeite met in slaap vallen
- je baby kan vroeg wakker worden
- je baby heeft moeite met in slaap kunnen komen
- je baby is langere periodes wakker in de nacht
Het is wel goed om te weten dat niet al deze veranderingen in het slaappatroon te maken hoeven te hebben met een slaapregressie. Ook ziekte, tandjes die doorkomen, een onprettige slaapomgeving of ander ongemak kunnen hiervoor zorgen.
Het is dus wel goed om te kijken naar de leeftijd van je kindje en de ontwikkeling die je kindje doormaakt. Misschien is het dan heel logisch te linken aan een slaapregressie. Twijfel je toch of er niet iets anders (fysieks) aan de hand is en kom je er niet achter wat het is, ga dan altijd naar je huisarts.
Hoe lang duurt een slaapregressie?
De duur van een slaapregressie (of slaapsprong) is ook heel wisselend. Ook daar maken we weer gebruik van gemiddelden, namelijk 6 weken.
Maar: geen kind is gemiddeld. Dus het kan best zijn dat het bij jouw baby juist wat langer of korter duurt. Of dat je bijvoorbeeld niet echt een duidelijk begin hebt gemerkt omdat het heel langzaamaan steeds iets minder goed ging met slapen. Dat past ook wel bij een slaapregressie: vaak is deze aan het begin en het einde minder heftig. Meestal bouwt het slechter slapen zich op en weer af. Gemiddeld genomen zit de piek op week 3.
Minder goed slapen is vaak tijdelijk
Het is goed om te weten deze slaapregressies bij baby’s meestal van tijdelijke aard zijn. En dat niet ieder kindje er last van heeft, en ook niet in dezelfde mate. Het ene kindje zal wellicht veel moeite hebben met slapen rond de 4 maanden, waar het andere kindje met 8 maanden juist meer last heeft van de slaapregressie. En zo zijn er ook kindjes die alle regressies in de volle heftigheid doormaken en andere kindjes die eigenlijk nooit erg veel verandering in het slapen laten zien.
Ieder kind heeft eigen tempo
Vergeet ook niet: opgroeien is niet lineair. Ieder kindje ontwikkelt zich op zijn of haar eigen tempo. De tijdelijke achteruitgang in slaap is wel gekoppeld aan de nieuw te leren vaardigheid. Dus vaak kan je daar de slaapregressie nog beter aan herkennen dan aan de datum.
Wat kan je doen als ouder bij een slaapregressie?
Allereerst is het goed je te beseffen dat tijdelijk minder goed slapen bij je baby heel normaal is, bij de ontwikkeling hoort en absoluut niet iets is waar jij je zorgen over hoeft te maken. Je kindje raakt in deze periode niet zomaar oververmoeid. Maar voor jou is het waarschijnlijk wel behoorlijk belastend en vermoeiend. Dus ik kan me voorstellen dat je er graag iets aan wil doen.
Omdat een slaapregressie of tijdelijk minder goed slapen iets heel normaals is en dus ook gewoon hoort bij de ontwikkeling, kan je er niet echt iets aan veranderen. Wat goed is om tegen jezelf te blijven zeggen is, dat het over gaat en dat het niet schadelijk is voor jouw kindje.
Slapen in de draagzak
Iets wat je wel kan doen, is zorgen dat je kindje op de juiste momenten de gelegenheid krijgt om op een plek te slapen die voor jouw kindje het meest fijn is. Dus zet ook vooral in wat daarvoor ook werkte als een slaapje wat lastiger ging. Is dat door wat vaker de wandelwagen te pakken of de draagzak in te zetten? Doe dat dan vooral.
Wissel af met het bedje, zodat dit ook een fijne en bekende slaapplek blijft én jou ook even lucht geeft. Let hierbij ook goed om de slaapsignalen van jouw kindje. En als die lastig zijn om te herkennen, kan je eventueel gebruik maken van wakkertijden. Daar vertel ik je alles over in mijn online slaapcursus voor baby’s.
Verander niet teveel
Daarnaast zou ik vooral niks veranderen in deze periode. Ga niet ineens stoppen met de speen, stoppen met borstvoeding, flessen indikken of andere dingen proberen in de hoop dat dit gaat bijdragen aan betere slaap. Juist de voorspelbaarheid en rust van alles wat al bekend was, is in deze periode helpend.
Vaak lees ik dat er wordt afgeraden om dingen te doen die kunnen leiden tot afhankelijke slaapassociaties, omdat die slaapassociaties na de slaapregressie zouden kunnen blijven bestaan. Daarin wil ik vooral adviseren: doe vooral wat werkt voor jou, waardoor je zelf niet overbelast raakt door de situatie.
Als er daarna een gewenning is opgetreden, bijvoorbeeld dat je baby gewend is geraakt dat jij erbij blijft tot hij of zij slaapt, kan je dat ook weer afwennen. Ik zou hierin vooral nooit aan je gevoel voorbijgaan. Als jij jouw baby wilt volgen en extra hulp wil bieden bij het slapen, bijvoorbeeld door meer te wiegen of erbij te zijn bij het in slaap vallen, dan zou ik dat lekker doen. Er is geen goed of fout. Alles wat werkt voor jou en waar jij je goed bij voelt, zal uiteindelijk ook voor jouw baby de beste keuze zijn.
En geloof me: die tijdelijk slechtere nachten en slaapregressie bij je baby gaan op een gegeven moment weer over. Hou vol, lieve ouder.
How About Mom: een 'onmisbare app voor moeders' 📲