10 gouden regels voor succesvolle playdates

Als moeder weet je het als geen ander: verantwoordelijk zijn voor een kind is niet niks. Maar dan breekt de volgende fase aan… Playdates! Vriendjes en vriendinnetjes over de vloer, waar jij dus óók verantwoordelijk voor bent.

Dan doemen de vragen op: Wat als ze niet luisteren? Wat als je antieke pot sneuvelt? Of erger: er breekt een mini-ruzie uit over wie als eerste op de schommel mag?

10 tips voor spelen met vriendjes of vriendinnetjes

Geen zorgen. Negen van de tien keer is het gewoon heel gezellig. Je kind voelt zich veilig in zijn of haar eigen omgeving en hoe fijn is het dat ze dat nu kunnen delen met een vriendje of vriendinnetje? Om ervoor te zorgen dat jij ook nog enigszins rustig (en je meubilair heel) blijft, hebben wij de ultieme survival guide voor je opgesteld!

1. Maak duidelijke afspraken

De eerste playdate? Die komt ergens rond het derde levensjaar in zicht maar dat kan per kind verschillen. Kinderen beginnen rond het derde levensjaar echt samen te spelen in plaats van naast elkaar. Het is heel normaal dat playdates pas plaatsvinden tijdens de basisschool periode. Spreek vooraf goed af met de andere ouder(s): hoe laat begint het, hoelang duurt het, wie haalt op en wie brengt weg? Eerlijk is eerlijk: een kortere playdate is vaak gezelliger dan een ellenlange middag vol vermoeidheid en huilbuien.

2. Wees op de hoogte van bijzonderheden

Klinkt logisch, maar wordt nog weleens vergeten. Vraag van tevoren even naar allergieën, eetregels of andere aandachtspunten. Niets zo ongemakkelijk als je een kleine gast een boterham met pindakaas voorschotelt en er een notenallergie in het spel blijkt te zijn. Of dat je het suikervrije kind trakteert op een snoepje en het kind vervolgens verandert in een levendige stuiterbal.

Dorien’s zoon heeft diabetes: ‘Zomaar ergens spelen kan vaak niet’

3. Jouw huis, jouw regels

Gelukkig werkt het vaak zo: vreemde ogen dwingen. Kinderen die thuis de boel op stelten zetten, gedragen zich bij een ander opeens voorbeeldig. Je eigen kind dus ook bij een ander, is dat geen geruststellende gedachte? Vaak. Want soms is het tegenovergestelde het geval. Wordt het een losgeslagen feestje, grijp dan in. Geef duidelijke grenzen aan, maar verwacht geen wonderen. Ze zijn enthousiast, blij en soms een tikkie hyper. Laat ze lekker kind zijn, maar bewaak wel je eigen grens.

4. Begin met een hapje en drankje

Zet meteen even wat drinken klaar, liefst zonder liters suiker en een klein snackje. Zo begin je de playdate met een rustig moment aan tafel en kun je mooi de sfeer aftasten. Zo kun je ook even vaststellen wat ze willen gaan doen en hoe ze in de wedstrijd zitten. 

5. Ga naar buiten!

De beste playdates vinden buiten plaats. Buiten zijn geen breekbare vazen, geen designmeubels en stopcontacten worden vaak verruild voor madeliefjes of steentjes. Minder risico, meer speelruimte en goed voor de gezondheid. Nadeel: je moet wel ogen in je achterhoofd hebben. Want waar één kind graag dichtbij zijn ouders blijft, is de ander soms al halverwege de straat.

6. Knutselen of bouwen

Is het geen weer om buiten te spelen? Dan zijn knutselspullen, Lego of verkleedkleren je beste vrienden. Zorg voor wat opties, maar voel je niet verplicht om als animatiemedewerker op te treden. Kinderen hebben doorgaans meer speelfantasie dan je denkt, laat ze vooral even hun eigen gang gaan. 

7. Zelf laten uitvechten (als het even kan)

Ruzie? De kans bestaat zeker. Maar dat is oké. Kinderen botsen, overleggen, huilen een beetje en lossen het vaak zelf op. Tenzij er dingen in de lucht vliegen of er iemand in de gordijnen hangt, hoef je niet meteen in te grijpen. Geef ze een kans om het zelf op te lossen. Voor sommige helikoptermoeders heel lastig en dat begrijpen we! 

8. Kies het juiste moment

Een moe of hongerig kind op een playdate is een gegarandeerd recept voor drama. Kies dus een tijdstip waarop iedereen uitgeslapen, gevoed en een beetje zen is. Als jij zelf al een rotdag hebt of je lontje korter is dan normaal, dan is uitstellen soms de beste keuze. Meerdere kinderen om je heen kan dan heel lastig zijn!

9. Speelt het broertje of zusje mee?

Oef. Deze is lastig. Want natuurlijk wil dat kleine broertje óók meedoen met het grote kind en zijn vriendje. En voor je het weet verandert je woonkamer in een slagveld van wie met wie mag spelen. Spreek vooraf duidelijke regels af: mag het andere kind meedoen, of is dit een exclusieve twee-persoonsdate? Communiceer dit ook naar alle partijen inclusief het gekrenkte broertje of zusje. 

10. Zorg dat je goed verzekerd bent

Ja, je weet het immers nooit! Wat als je kind per ongeluk het speelgoed van een ander sloopt? Of dat het vriendje op jouw bank springt en het net die ene antieke vaas raakt? Kleine kans, maar het kán gebeuren. Een aansprakelijkheidsverzekering is dan geen overbodige luxe. Even checken dus. 

Als je terugdenkt aan je eigen jeugd, herinner je je vast die eindeloze speelpartijtjes met je beste vrienden. Dat gemoedelijke gevoel wil je je kind ook gunnen. Wees niet te streng voor ze en ook niet voor jezelf. Rommel is snel opgeruimd en jouw kind luistert ook vast wel eens niet. Het mes snijdt immers aan twee kanten. Op naar onvergetelijke jeugdherinneringen! You’ve got this, mama!