Je hebt het ongetwijfeld wel eens gehoord of gelezen: een baby die als een sterrenkijker ligt. Zo’n baby ligt wel met zijn of haar hoofdje naar beneden in jouw bekken, maar kijkt richting je navel. Wat houdt ‘sterrenkijker’ in en wat betekent het voor de bevalling?
In de eerste maanden van de zwangerschap heeft de baby in jouw buik alle ruimte om vrijuit te bewegen. Terwijl hij of zij groeit wordt het steeds een beetje krapper, met af en toe die harde porren, uitstekende knietjes of koppeltje duiken tegen je ribben aan als gevolg.
Tegen het einde van je zwangerschap, zo rond 36 weken, liggen de meeste baby’s met hun hoofdje naar beneden in het bekken. Hun kinnetje op de borst en het gezichtje ligt richting jouw ruggengraat. Tijdens de bevalling komt de baby eerst met het achterhoofdje naar buiten, daarom heet deze houding de ‘achterhoofdsligging’.
Twee variaties van achterhoofdsligging
Er zijn daarin nog twee variaties: een achterhoofdsligging met achterhoofd voor en een achterhoofdsligging met het achterhoofd achter. Bij een baby in achterhoofdsligging met achterhoofd voor is de omtrek van het hoofdje kleiner dan bij een baby in achterhoofdsligging met het achterhoofd achter wanneer deze de vulvaring bereikt.
Het hoofdje/de baby hebben bij die eerste ligging meer ruimte om te bewegen met de richting van het baringskanaal mee, waardoor die omtrek kleiner is en het daardoor de ‘makkelijkste’ manier van bevallen is. De nek aan de achterkant heeft een grotere bewegingsruimte, want deze is buigzamer dan de hals aan de voorkant, dus het hoofdje kan makkelijker om het schaambot heen draaien.
Zwaartekracht bij een sterrenkijker
Wanneer jouw kindje als een sterrenkijker ligt, dan ligt hij als het ware met zijn rug tegen jouw rug aan. Het hoofdje is wel naar beneden gericht, maar het gezichtje kijkt juist naar voren richting je navel. Wanneer de baby als een sterrenkijker ligt, zul je de zwaartekracht en de extra ruimte in je bekken extra hard nodig hebben in de hoop dat de baby uit zichzelf zal draaien tijdens de bevalling.
Zo’n 25 tot 30% van de baby’s begint aan de indaling in het bekken met hun rug achter, maar uiteindelijk vindt bij 96% van de bevallingen de geboorte plaats in de achterhoofdsligging met het achterhoofd voor.
Dat draaien kan komen doordat jij tijdens de bevalling wisselende actieve houdingen aanneemt, bijvoorbeeld zittend op handen en knieën (‘all fours’) of staand en leunend op bijvoorbeeld de box, een skippybal, het aanrecht, of verhoogd bed. In deze houdingen maak je je bekken zo wijd mogelijk en dwingt de zwaartekracht de baby om met zijn of haar rug naar voren te draaien. Wanneer je op je rug ligt is je bekken namelijk op haar smalst, waardoor het voor de baby minder makkelijk is om zelf te draaien.
Het draaien van je kindje kan ook een gevolg zijn van het natuurlijk proces: baby’s kiezen voor de indaling in het bekken in principe de weg van de minste weerstand, dus de meest logische positie op dat moment. In een later stadium van de bevalling kan het ook helpen om op je zij te gaan liggen, bij voorkeur op de zij waar de rug van jouw kindje zich bevindt.
Sterrenkijker: hoe gaat het bevalproces?
Een klein percentage van de baby’s draait dus niet en wordt als een sterrenkijker geboren. Dat kan invloed hebben op de bevalling.
Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat de kans op een vacuüm of keizersnede iets is verhoogd bij een baby die als sterrenkijker ligt. Daarnaast verloopt het bevalproces soms anders. Het gebeurt bij een baby die als sterrenkijker ligt vaker dat de ontsluiting langer duurt en/of de uitdrijving langer duurt.
Ervaring van de verloskundige
“Mijn ervaring is dat vrouwen waarbij de baby als sterrenkijker ligt vaker om pijnstilling vragen. Of ze dit ook krijgen is een tweede, want soms ben je na een half uur een hartfilmpje maken al te ver voor pijnstilling”, vertelt verloskundige Irene Sonneveld. “Vaak ervaar je op een eerder moment persdrang, terwijl je nog niet op volledige ontsluiting zit. Dit komt omdat het hoofdje/de baby zich minder makkelijk kan aanpassen aan de richting van het baringskanaal bij een achterhoofdsligging met het achterhoofd achter en daardoor dus eerder op de endeldarm duwt van binnenuit.”
“Die persdrang wegzuchten kan heel lastig zijn. Diezelfde druk zorgt er ook voor dat vrouwen waarbij de baby als een sterrenkijker ligt, een hevige pijn in de rug kunnen ervaren tijdens de bevalling.”
Bron: ‘Praktische verloskunde’, 12e druk