Marlies Koers (’91) mag zich verloskundige en auteur noemen, maar binnenkort ook moeder. In oktober verwacht ze samen met haar man – met wie ze een paar weken geleden trouwde – een dochter. Hoe is het om nu zélf die zwangere vrouw te zijn? We spreken Marlies over haar kinderwens, hoe ze door een miskraam ineens in de medische molen terechtkwam en over waar ze zó naar uitkijkt als ze straks moeder is.
Een paar weken geleden stapte je in het huwelijksbootje. Had je ooit verwacht dat je zwanger zou zijn tijdens je bruiloft?
‘Nee, dat had ik vroeger echt nooit gedacht. Maar toen vorig jaar ons leven op de kop stond na de miskraam en de medische molen, besloten we te trouwen en daar op te focussen. Toen ik mijn trouwjurk uitkoos, heb ik expres niet voor een al te strakke jurk gekozen. Ik was destijds niet zwanger, maar m’n man en ik waren er wel mee bezig, dus er was een kans dat ik met een buikje zou trouwen. En ja, dat is dus gelukt. Het voelde echt als een cadeautje om op zo’n mooie dag ook nog met een meisje in m’n buik rond te lopen.’
Dat je rekening hield met een zwangerschap, komt deels omdat je in december van de artsen groen licht kreeg om weer zwanger te mogen raken. Zou je daar iets over kunnen vertellen?
‘Ja, dat klopt. Vorig jaar juni heb ik een miskraam gehad. Bij de eerste echo was nog alles goed, maar bij de tweede was er geen kloppend hartje meer te horen. De grond zakte echt onder m’n voeten vandaan. Ondanks dat ik weet dat een miskraam geregeld voorkomt, had ik niet verwacht bij de tweede echo slecht nieuws te krijgen. Dat was natuurlijk een hele verdrietige periode, die ook nog een flinke nasleep bleek te hebben.
Omdat de zwangerschap in m’n buik niet vanzelf losliet, heb ik medicijnen gekregen en uiteindelijk een curettage moeten ondergaan. Tijdens die ingreep is per ongeluk het weefsel bij de baarmoeder en baarmoederhals beschadigd waardoor er verklevingen, een soort littekens, zijn ontstaan. Die kans is héél klein, maar helaas had ik botte pech. Die verklevingen bemoeilijken de kans op een zwangerschap namelijk. Dat noemen ze ook wel het Syndroom van Asherman.’
Ineens kom je dan in een medisch traject terecht en is het onzeker of je weer zwanger kan worden. Kun je beschrijven wat dat mentaal met je deed?
‘Dat is heel confronterend en verdrietig. Naast dat we een miskraam moesten verwerken, kwam ik ineens ook in een pittig en medisch traject terecht waarin het de vraag was of ik nog wel weer zwanger zou worden. Het verwerken van de miskraam had ik om eerlijk te zijn ook wel onderschat en ik wist van tevoren niet dat het zoveel met me zou doen. Ik vond het veel verdrietiger dan ik had gedacht. Het is echt een rouwproces. Je moet je kindje laten gaan, maar ook het beeld van dat je binnenkort met z’n drieën een gezin vormt.
Dat ik uiteindelijk in een medisch traject terecht zou komen was uiteraard ook heel pittig. Zo mocht ik een tijdje niet zwanger worden en ben ik in oktober geopereerd om de verklevingen weg te halen. Ook moest ik aan een pittige hormoonkuur en werd een koperspiraaltje geplaatst, omdat ik niet zwanger mocht worden. Dat was een hele aparte periode: iets wat we zo graag wilden, moesten we ineens stopzetten en pauzeren. Toen de artsen uiteindelijk na een aantal weken groen licht gaven, voelde dat héél fijn maar ook héél eng.’
Uiteindelijk raak je wonder boven wonder weer snel in verwachting. Wat ging er door je heen?
‘Die eerste weken van de zwangerschap vond ik doodeng. Tot ongeveer twaalf weken heb ik dat gevoel gehouden. Toen we een aantal goede echo’s hadden gehad, dacht ik: ‘De kans dat het nu nog misgaat, dat ik opnieuw afscheid moet nemen van het kindje in m’n buik is écht klein, dus probeer er nou maar van genieten.’ En dat lukt gelukkig heel erg goed. Ik voel me goed, heb weinig te klagen en kijk vooral heel erg uit naar de komst van onze dochter.’
In je werk als verloskundige heb je al tal van bevallingen meegemaakt, hoe kijk je naar je eigen bevalling zometeen?
‘Daar kijk ik heel erg naar uit, omdat ik nieuwsgierig ben naar ons kindje. Het lijkt me – ondanks de pijn – een hele bijzondere en mooie ervaring. Door m’n werk weet ik natuurlijk hoe het allemaal gaat, maar bij mezelf is dat toch anders. Ik zou heel graag in bad willen bevallen als dat mogelijk is. Ik had ook de wens om thuis te bevallen, maar omdat ik de afgelopen maanden in een medisch traject zat, is het advies nu om poliklinisch in het ziekenhuis te bevallen.
En hoewel ik weet hoe bevallingen kunnen verlopen, kan ik me natuurlijk geen voorstelling maken bij de pijn. Dus daar ben ik ook wel echt benieuwd naar, hoe dat dan echt voelt. Verder laat ik het gewoon een beetje op me afkomen.’
In oktober ben je moeder en komt je grote wens uit. Waar kijk je vooral naar uit?
‘Net als tijdens mijn eerste zwangerschap, kijk ik er heel erg naar uit om zometeen een gezin van drie te zijn. Het lijkt me heel bijzonder om een kindje te hebben dat iets van allebei heeft, dat zo gewenst en zo welkom is. Ik ben gewoon heel benieuwd naar onze dochter, dus kan ook echt niet wachten totdat ze er is.
Ik hoop dat ik de komende maanden, tijdens m’n verlof, echt nog even de tijd kan nemen om m’n rust te pakken. Er is veel gebeurd het afgelopen jaar en dat heeft veel met me gedaan, dus dat rationele een beetje kunnen loslaten, lijkt me heel prettig. Even vertragen, werk loslaten en meer naar m’n gevoel toe gaan is iets waar ik aan toe ben.’
Als laatste vraag… Welke tip geef je normaal gesproken aan zwangere vrouwen en zou je nu aan jezelf willen geven?
‘Vooral dat een bevalling echt niet te plannen is en dat het hoogstwaarschijnlijk wel anders gaat lopen dan je vooraf denkt. Tuurlijk is het fijn om na te denken over wat ik het liefste zou willen, maar er is ook een kans dat dat niet gaat lukken. Dat ik niet in bad bevallen kan om wat voor een reden dan ook. Ik hoop dat ik – maar ook andere zwangere vrouwen – dan wat luchtigheid ervaren. Ik bereid me voor op alles, maar verwacht niks. Zodat de bevalling, hoe die ook loopt, hopelijk een goede ervaring wordt.’