Kelly Beukers en Roy Turubassa ouders
17/11/2021

Kelly Beukers: ‘Onze tweeling had een overlevingskans van 50%’

Kelly Beukers (1995) is samen met Roy Turubassa en de moeder van tweeling Jackson en James (2019). Als Kelly 25 weken zwanger is, begint ineens haar bevalling. Aan How About Mom vertelt ze over de spannende en ingrijpende weken die daarop volgen. “Elk uur kon de situatie weer omdraaien. Ik klampte me vast aan de boodschap dat het nu goed ging, dat ze nu allebei in leven waren. Het zou goed komen, het moest goed komen.”

“Vroeger wilde ik net zo groot worden als Beyoncé. Als ik moest kiezen tussen mijn carrière en kinderen, dan koos ik voor het eerste. Totdat ik Rory ontmoette. Ik was smoorverliefd en dacht ineens wel aan kinderen. Ik slikte wel de pil, maar vergat deze af en toe. Toen mijn ongesteldheid uit bleef, bespraken we met elkaar wat we zouden voelen als de test positief of negatief zou zijn. We spraken naar elkaar uit dat we het allebei heel erg leuk zouden vinden, ook al waren we nog helemaal niet zo lang samen. De test gaf aan ‘negatief’, maar later bleek het om een miskraam te gaan. We besloten om er dan maar echt voor te gaan en ik stopte met de pil. Een maand later was ik weer zwanger. Van niet één, maar twee kindjes.

De eerste echo: een tweeling

Toen we er bij de eerste echo achter kwamen dat ik zwanger was van een tweeling hebben we allebei gelachen als een boer met kiespijn. Het leven met één baby zagen we wel voor ons, maar in een keer twee kids krijgen was even slikken. Al snel sloeg dat gevoel om en beseften we hoe bijzonder het was dat we er gewoon direct twee zouden krijgen. Ik maakte me eerlijk gezegd wel zorgen over mijn lijf, als ik veertig weken twee baby’s zou dragen. 

‘We gaan vast oefenen!’

Zestien weken lang ben ik ontzettend misselijk geweest, maar daarna ging alles perfect. Het duurde lang voordat mijn buik zichtbaar werd, pas bij een week of 24 had ik echt een buikje. Daarvoor leek ik alleen iets dikker te zijn geworden. Alle echo’s waren goed, er was geen enkele reden om aan te nemen dat er iets niet goed zou gaan met de tweeling. Tijdens mijn zwangerschap kochten we een dansschool die we samen compleet verbouwden. Zware dingen sjouwen deed ik natuurlijk niet, maar ik stond ook op de ladder te verven, gaatjes te dichten en de boel aan te sturen. Ik ben achteraf zo blij dat de gynaecoloog me op het hart drukte dat het niet aan mij had gelegen dat de jongens eerder werden geboren, omdat ik te druk was geweest bijvoorbeeld.

Gender reveal party van Kelly Beukers en Roy Turubassa
Kelly’s gender reveal party

Het was vrijdag en ik was 25 weken zwanger. Ik had het gevoel alsof een van de kindjes tegen de uitgang aan het drukken was en ik had continu harde buiken. Het ziekenhuis liet me aan de telefoon weten dat ze niet direct aan iets ernstigs dacht en stelde voor dat we contact zouden houden. Op zondag kwamen de harde buiken weer terug en nam de buikpijn toe. Ik wilde alleen maar onder de douche blijven staan. Rory haalde me over om toch het huis uit te gaan naar de dansschool, maar ik wilde zo snel mogelijk terug. Thuis stond de achtertuin vol vrienden en familie: surprise! Het was mijn babyshower. Die avond kon ik nauwelijks lopen van de pijn, dus belden we weer het ziekenhuis. Ze vertrouwden het niet en vroegen ons toch maar langs te komen. Ik weet nog dat we in de auto zaten te geinen samen: we gaan vast oefenen!

Met 200 km per uur over de snelweg 

Ik mocht gaan liggen voor een uitwendige echo en de kindjes zagen er goed uit. De echoscopiste wilde daarna nog een inwendige echo maken, maar zei plotseling ‘dit is niet goed’, en rende de deur uit. Wij hadden geen idee wat er aan de hand was. Ze kwam terug de kamer in en zei: ‘ik heb een ambulance gebeld, je wordt direct overgeplaatst naar Nijmegen’. Ik snapte er niks van. Daarna gebeurde alles in een sneltreinvaart. Er kwamen verpleegsters binnengerend die mij een infuus gaven met weeënremmers en ik werd in de ambulance geladen. Rory zat voorin en stuurde me een appje: ‘we rijden 200KM per uur.’ Ik vroeg aan de ambulancebroeder waarom we zo hard reden. ‘We willen niet dat je bevalt in de auto’, zei ze. Toen kwam het binnen. Mijn bevalling was begonnen. Dat kon toch niet?! Ik herinner me hoe ik niet eens echt in paniek was, maar het vooral echt niet begreep. Net stond ik op mijn babyshower, nu lag ik in een ambulance. De prik met longrijpers voor de jongens gaf me het gevoel alsof ik stoned was, dat hielp ook niet mee. 

Aangekomen in het ziekenhuis in Nijmegen kwam ik direct in de bevalkamer terecht. Daar werd uiteindelijk in alle rust aan me uitgelegd dat dit soort extreme vroeggeboorte bij tweelingen vaker voor komt. Maar ook dat onze kindjes op dit moment een overlevingskans van 50% hadden als ze nu geboren zouden worden. Ik zat op dat moment op 1 centimeter ontsluiting. We zouden een poging gaan wagen om de zwangerschap te rekken, het liefst nog minimaal twee maanden. Dat zou betekenen dat ik ook twee maanden plat moest blijven liggen. Natuurlijk niet de zwangerschap die ik voor ogen had, maar alles om de overlevingskans van de jongens te verhogen.

Vlak voor de bevalling

Vroeggeboorte van onze tweeling

Rory, mijn moeder en zus mochten alledrie in het ziekenhuis blijven die nacht. De volgende ochtend had ik een stabiele status: de weeënremmers leken hun werk goed te doen en ook mijn harde buiken waren afgenomen. Ik had twee CTG-banden om en er werd om de paar uur gecheckt hoe het met mij ging. Mijn zus en moeder besloten terug te gaan naar Egmond, ze konden op dat moment toch niet zoveel voor mij doen. Ik werd ondertussen ook overgeplaatst naar een gewone bevalkamer en de controles namen wat af. Bij mij ging het alleen langzaamaan slechter. Rory merkte op dat ik tijdens onze gesprekken af en toe even stil moest blijven omdat ik zo’n harde buik had. Hoewel de weeënremmers aanstonden, vertrouwde hij de boel niet. Na lang zeuren kwam er eindelijk weer iemand bij me kijken. Ik bleek zes centimeter ontsluiting te hebben. We wisten toen dat onze kindjes binnen 24 uur geboren zouden gaan worden. 

Ik ging douchen om de pijn te verzachten en praatte ondertussen tijdens mijn baby’s: ‘blijf alsjeblieft nog even bij me’. Toen werd ik zenuwachtig en verdrietig, alle mogelijke scenario’s gingen door mijn hoofd. Toch moest ik door. Ik had inmiddels 8 centimeter ontsluiting en de verloskundige stelde voor dat ik nog eventjes zou slapen. Ik was al zo lang wakker, maar ik kon de slaap niet meer vatten. Uiteindelijk werden de jongens om half drie geboren, eerst Jackson en vijf minuten later James. Wat ik niet doorhad was dat er naast de gynaecoloog per kind een neonatoloog, een kinderarts en een verpleegster klaarstonden. In de kamer naast ons stonden de couveuses klaar. Rory stond aan mijn linkerkant, mijn moeder aan de rechterkant en mijn zus was ook in de kamer. Mijn focus lag op hun, de rest was vaag. 

Verwerken van de bevalling

Jackson werd geboren en huilde meteen. Hij moest wel direct mee voor controle, maar het was een goed teken. Met een echo werd gekeken hoe James erbij lag. Die bleek in een stuitligging gedraaid. Ik mocht gewoon proberen te persen omdat hij nog zo klein was. Ik had door dat er tijdens het persen iets niet goed ging, maar ik kon niet stoppen met persen. James kwam eruit met vruchtzak en al, iets wat niet vaak gebeurt. De zak werd opengeknipt, maar James ademde niet. Rory mocht de navelstreng doorknippen, maar vervolgens moest James worden gereanimeerd. Twee minuten lang. Mijn zus filmde alles en op dat moment vond ik dat vervelend, maar achteraf ben ik er heel blij mee. Je hoort hoe zij en Rory zeggen ‘kom op jochie, ga ademen’, je ziet de paniek op de gezichten van de artsen. Dat kleine kopje, overal bloed. En je hoort de opluchting bij iedereen als James begint te ademen. Ik heb heel hard gehuild de eerste keer dat ik die video terugzag, maar het heeft me ook geholpen bij het verwerken van die ervaring.

De arts kwam bij me aan het bed en vroeg ik of ik mijn kindjes wilden zien. Ik wilde mijn shirt uitdoen en huid-op-huidcontact met ze hebben, maar ik mocht alleen maar naar ze kijken. Dat deed me zo’n pijn. Er kwamen twee couveuses aangerold en ik mocht het deurtje open doen. Daar lagen ze, met een overal snoertjes en aan de beademing. Het leken wel twee buitenaardse mannetjes, ook al waren het mijn kindjes. Ze werden naar de NICU gebracht en Rory mocht mee. Ik bleef achter met mijn moeder en weet nog dat ik volkomen beduusd op bed zat: wat is er in de afgelopen uren allemaal gebeurd? De artsen gaven aan dat het naar omstandigheden goed ging met de jongens, maar we moesten het per uur bekijken. Elk uur kon de situatie weer omdraaien. Ik klampte me vast aan de boodschap dat het nu goed ging, dat ze nu allebei in leven waren. Het zou goed komen, het moest goed komen.

Kelly Beukers en Roy Turubassa kregen premature tweeling
Bij de couveuse

Tweeling op intensive care

Op de NICU kregen we uitgelegd wat er allemaal gebeurde. Er stond altijd per kindje een verpleegkundige klaar bij hun couveuses voor hun verzorging en wanneer er iets mis zou gaan. Er stond ook een camera op de couveuses gericht, zodat wij op afstand, via een app op onze telefoon, toch mee konden kijken. Ik mocht ook altijd bellen als ik me even zorgen maakte, dat was heel fijn. De dagen die volgden waren een emotionele rollercoaster. Iedere keer als er een stap vooruit werd gezet, zetten we er daarna weer twee terug. Elke keer was er weer iets met de jongens aan de hand en dat was emotioneel ongelofelijk zwaar. James poepte bijvoorbeeld maar niet en dus kregen we te horen dat hij mogelijk geopereerd zou worden als hij niet uit zichzelf zou poepen. Zo’n operatie gaat bij een te vroeg geboren baby vaak fout, dus werd ons aangeraden vast afscheid van hem te nemen. We zaten bij zijn couveuse en in plaats van afscheid te nemen zeiden we tegen hem: James, je gaat nú gewoon poepen! We spraken af met de verpleegkundige dat ze een briefje met een smiley onder de camera zou leggen als hij die nacht had gepoept. Ik deed die nacht geen oog dicht en keek om het uur op mijn telefoon. Ineens zagen we ‘s ochtends vroeg de post-it met een smiley erop. Wat een opluchting, die levensgevaarlijk operatie hoefde niet.

Rory en ik hadden allebei onze eigen manier om met al die emoties om te gaan. Ondertussen zaten we wel 24/7 met z’n tweeën in een kleine kamer in het Ronald McDonald huis. Hij vond afleiding in z’n Playstation, maar ik wilde eigenlijk helemaal niks doen. We hadden echt steun aan elkaar, maar het was ook heel intens. Met mijn lichamelijke herstel na de bevalling ging het gelukkig goed. Ik kolfde iedere drie uur zodat de jongens in ieder geval borstvoeding zouden krijgen. Ik had korte lijntjes met het ziekenhuis en kon met al mijn vragen daar terecht, bijvoorbeeld bij de lactatiekundige. Dat was wel heel fijn en gaf me rust. 

Overplaatsing van NICU naar medium care

Na anderhalve maand werden we overgeplaatst naar een ziekenhuis dichter bij huis, in Deventer. De jongens mochten van de NICU naar de medium care. We moesten met hen een voor een met de ambulance, omdat de dezelfde neonatoloog mee moest rijden zodat ze direct in kon grijpen als het mis zou gaan. Rory bleef met James achter in Nijmegen. Als je de NICU gewend bent, dan voelt de zorg op de medium care ineens heel beperkt. Ik wilde dat er continu iemand alleen voor Jackson klaar zou staan, maar zo werkt het daar niet. De verpleegkundige stelde me gerust en drong aan dat ik even een broodje zou halen, ik had de hele dag nog niet gegeten. Toen ik terugkwam stonden er drie kinderartsen om zijn couveuse. Op de monitor zag ik Jackson zijn hartslag dalen. 50…40…30… Ik stond alleen en aan de grond genageld. Dit mag niet gebeuren, dacht ik alleen maar, niet nu, niet hier, het ging net beter. Jackson bleek een klaplong te hebben. De overplaatsing had teveel energie van hem gevraagd. Rory kwam gelukkig ook niet lang daarna binnen, samen met de neonatoloog. Ze kregen Jackson weer stabiel, maar mijn vertrouwen in het ziekenhuis was verdwenen. 

Kelly's zoon Jackson was prematuur en kreeg RS-virus

In het Deventer Ziekenhuis was voor ons geen bed, dus we moesten naar huis om te slapen. Anders dan op de NICU, hing hier geen camera. Ik mocht altijd bellen, maar die fijne controle van voorheen was weg. Ik moest daar enorm aan wennen. Van ‘s ochtends tot ‘s avonds zaten we in het ziekenhuis, we gingen alleen even naar huis om te slapen. Langzaamaan ging het beter met de jongens. Er was steeds een beetje minder ondersteuning nodig. Ze kregen hun eerste badje, mochten voor het eerst kleertjes aan. Ik was trots hoe ze groeiden op mijn moedermelk, want ik kolfde ondertussen nog steeds stug door. Onze vriezer thuis was volledig gevuld met melk. 

RS-virus

Twee dagen voor de kerst mochten Jackson en James mee naar huis. We waren dolgelukkig. We vierden kerst en mijn verjaardag samen, maar op 28 december ging het weer mis. Jackson werd heel erg verkouden en had moeite met ademen. Hij bleek het RS-virus te hebben, een virus dat dodelijk kan zijn voor hele kleine baby’s. Jackson werd weer opgenomen in het ziekenhuis. Het was Oud en Nieuw en ze stuurden ons naar huis omdat we daar toch niet veel konden doen. Een paar uur later waren we terug, dit keer met James die ook ziek was geworden. Met Jackson ging het alleen maar slechter, dus wilden ze hem naar Groningen halen. Er was daar maar één bed beschikbaar. Ik ging met hem mee en Rory bleef met James in Deventer in het ziekenhuis. Wat volgde waren twee helse weken waarin Jackson in coma lag. Onzeker of en hoe hij eruit zou komen. Uren heb ik aan zijn bedje gezongen, in de hoop dat hij mijn stem zou horen. Met James ging het ondertussen beter en ik vond het ongelofelijk lastig dat ik hem niet eventjes kon zien of knuffelen. In het Ronald McDonald huis waar ik sliep hielden mijn moeder, zus en mijn beste vriendin mij gezelschap. Ik heb zoveel aan hun steun gehad. Uiteindelijk kwam Jackson uit zijn coma. Hij deed zijn oogjes open en ik zag in zijn gezichtje dat hij me herkende.

Van Groningen werden we weer teruggeplaatst naar Deventer. Die overplaatsing vond ik vreselijk vanwege de traumatische eerste keer. Gelukkig ging dit keer alles goed en na drie weken mochten we eindelijk naar huis. Rory en James waren daar al. Voor het eerst waren we echt met z’n vieren thuis, kon ons leven als gezin beginnen. We waren ongelooflijk voorzichtig en hielden al het bezoek op afstand. Als je maar een beetje een loopneus had was je niet welkom. Dat hielden we ruim twee maanden zo vol en toen kwam Corona. Op dat moment mocht er bij ons helemaal niemand meer binnen. Natuurlijk was dat heftig, maar het was ook heel erg fijn. In het ziekenhuis hadden we de eerste maanden continu mensen om ons heen gehad, nu waren we vooral heel erg blij om met onze twee gezonde jongens thuis te zijn. 

Kelly Beukers en Roy Turubassa kregen premature tweeling: Samen buidelen

EMDR-therapie

Inmiddels zijn Jackson en James twee jaar oud. Als je niet weet hoe hun start is geweest, dan zou je misschien wel niks aan ze merken. Qua gezondheid en hun ontwikkeling gaat alles goed. Jackson heeft alleen een soort astma overgehouden aan het RS-virus en krijgt iedere ochtend en avond een puf. Ieder half jaar moeten we op controle. Bij veel te vroeg geboren kinderen bestaat de kans dat ze ADHD of autisme ontwikkelen, maar dat lijkt tot nu toe niet aan de orde te zijn. 

Met ons gaat het ook goed. Ik heb EMDR-therapie gehad om alle traumatische momenten een plek te geven. Hoewel ik daar in het begin wel sceptisch over was, heeft het heel goed gewerkt. Mijn grootste verdriet zit nog steeds in het machteloze gevoel dat ik had. Ik mocht en kon niks voor ze doen toen ze op de IC lagen. Door te kolven had ik het idee nog ergens een rol te kunnen spelen, daarom was ik ook zo gemotiveerd om dat door te zetten.

Rory en ik zijn sinds twee maanden verloofd. De ervaring die wij samen mee hebben gemaakt, heeft ons voor altijd aan elkaar verbonden. Het schept een band die verder gaat dan liefde. Ik ben trots op onze zonen en trots op ons gezin.”

Jackson en James nu (bijna 2 jaar)

Vroeggeboorte: tips van Kelly

Heb jij nog een tip of advies voor andere mama’s (en papa’s) die in een soortgelijke situatie zitten, vroegen we Kelly. Hoe kun je omgaan met een vroeggeboorte? Haar tips:

  • ‘Maak zoveel mogelijk foto’s en filmpjes. Ik moest me daar echt toe zetten, had vaak helemaal geen zin om mijn telefoon erbij te pakken, maar achteraf ben ik zo blij met al die beelden. Ik heb een fotoboek gemaakt en er ook heel veel bijgeschreven. Dat hielp erg bij de verwerking.’
  • ‘Neem alle hulp aan die je kunt krijgen. Vrienden en familie hebben dag en nacht voor ons klaargestaan. In het Ronald McDonald huis werd er voor ons gekookt, we hoefden zelf niet eens boodschappen te doen. Het was zo fijn dat we ons daar geen zorgen over hoefden te maken.’
  • Een andere start met je kindje is voor jullie allebei ingrijpend. Probeer er voor elkaar te zijn, maar geef de ander ook de vrijheid om dit op zijn of haar eigen manier te verwerken.’

Gratis een wekelijkse update?

How About Mom nieuwsbrief: korting, tips en de beste gelezen verhalen