Mylene - ansgt om te slapen
18/05/2024

‘Ik wist niet dat een postnatale depressie zich ook kan uiten in heftige angst of extreem slaapgebrek’

Mylène is de moeder van Noor (2020). Midden in de eerste lockdown beviel ze van haar eerste kindje. Er volgde een periode met veel angst en spanning en vooral ernstig slaapgebrek, maar geen enkele zorgprofessional noemde een postnatale depressie. ‘Een depressie heeft niet één verschijningsvorm, maar het kent vele gezichten. Een gezicht dat ik tijdens een raamvisite verborgen kon houden.’ 

Als ze terugdenkt aan de maanden voor haar zwangerschap, is het voor Mylène wel duidelijk dat ze geen zorgeloze start heeft gemaakt. Gedoe op werk en daardoor eerder stoppen met werken, zorgen over de gezondheid van haar dochter tijdens de zwangerschap, maandenlang harde buiken en dan ook nog eens covid-19. ‘Het was gewoon al heel lang veel te veel.’

Baby in stuitligging

‘Ik was 23 april uitgerekend, alleen Noor lag in stuit. Ik probeerde alles uit om haar maar te laten draaien, waaronder een uitwendige versie bij de verloskundige toen ik 36 weken zwanger was. Ze deden dit heel kundig en rustig. Ondanks Corona mocht Bob, mijn vriend, er gelukkig bij zijn in het hoekje van de kamer. Dat was maar goed ook, achteraf. Bij de eerste poging leek de draai gelukt, maar kort erna draaide Noor terug. Ze stelden voor om het nog één keer te proberen. Helaas draaide Noor weer op haar oude positie. Het is wat het is, dacht ik, als ze per se zo wil blijven liggen.

Plotseling voelde ik dat het nat werd tussen mijn benen. De verloskundigen zeiden dat dat goed zou kunnen, omdat ze hard op mijn blaas drukten. Toen ik mijn broek uit deed, zagen we dat het een combinatie van vocht en bloed was. Dat was een reden om aan de bel te trekken door de verloskundige, want binnen een paar minuten stond er een ambulancebroeder in de kamer. In mijn string moest ik mee op de brancard. Bob reed met de auto achter ons aan. Ik herinner me vooral hoe ik doorhad dat de ambulancebroeder me aan de praat probeerde te houden terwijl we in een rotgang naar het ziekenhuis reden. Toen we in het ziekenhuis waren vroeg ik mij af of Bob wel wist waar ik lag. Gelukkig kwam hij al snel binnen. 

In mijn eentje in het ziekenhuis

In het ziekenhuis bleek met Noor alles goed te gaan, dus er was gelukkig geen sprake meer van spoed. Wel bleek ik weinig vruchtwater te hebben. Waarschijnlijk waren mijn vliezen gebroken door de druk van de versie. Dit kan bij een versie gebeuren, alleen komt het weinig voor. Ik heb net pech gehad. 

Het was maart 2020 en de piek van de eerste coronagolf. De onzekerheid over covid-19 was heel groot. Niemand wist welk effect het had op baby’s en we waren allemaal vreselijk bang om besmet te raken. Ik lag in mijn eentje in het ziekenhuis en Bob mocht maximaal één keer per dag op bezoek komen. Al die tijd alleen in het ziekenhuis was ontzettend eenzaam en daardoor traumatisch. Ik ging van een overbelaste situatie op het werk naar een leeg ziekenhuis. Ik klets graag en heb graag mensen om me heen. Nu was ik op mezelf aangewezen en mocht ik de afdeling niet af, terwijl ik dat fysiek prima kon. Ik zag vanuit mijn raam allerlei mensen hard werken in isolatiepakken. Dat maakte het een vreemde situatie. Daarnaast zorgde het alleen zijn ervoor dat ik alle ruimte had om te piekeren.

postnatale depressie ervaring angst
Foto: Sanne Ravensbergen (Stories of New Life)

‘Je bent een controlfreak’

De zorgen in mijn hoofd hadden ook een impact op mijn lijf. Mijn hele lichaam voelde gespannen en het lukte me niet meer om te ontspannen. Op mijn verzoek kwam een psychiatrisch verpleegkundige van het ziekenhuis langs om te praten. Ik kan me vooral herinneren dat ze aan me vroeg of ik een controlfreak was. ‘Probeer je maar te focussen op de dingen waar je wel controle op hebt’, gaf ze me als advies. Maar ik wist van gekkigheid niet wat ik moest in mijn eentje in die kamer in het ziekenhuis. Het is bij dat ene gesprek gebleven, er kwam nooit een opvolging. Achteraf denk ik, waarom is er niet toen al hulp in gang gezet?

Een vaginale stuitbevalling

Het was de bedoeling om, ondanks mijn gebroken vliezen en daardoor gevaar op infectie, mijn zwangerschap zo lang mogelijk te rekken. Minimaal tot 37 weken en me dan in te leiden, omdat de baby dan volgroeid is. Ontstond er voor die tijd een infectie, dan moesten we de baby gelijk halen. Ik kreeg de keuze of ik een vaginale stuitbevalling wilde proberen. De andere optie was een geplande keizersnede. Er waren twee gynaecologen die me het vertrouwen gaven de stuitbevalling in ieder geval te gaan proberen, ik zou altijd nog terug kunnen vallen op een spoedkeizersnede. Ik had niks te verliezen dus heb ervoor gekozen om voor een vaginale stuitbevalling te gaan. 

Uiteindelijk is Noor inderdaad via een vaginale stuitbevalling geboren. Ik werd ’s ochtends ingeleid. Het duurde even voordat de weeën op gang kwamen. Toen het eenmaal begon, volgde er al snel een enorme weeënstorm. Ik herinner mij dat de verloskundige rond 15.30 uur vroeg of ik nog wilde douchen of op een bal wilde zitten. Ik keek haar vol ongeloof aan en dacht: hoe moet ik mij in vredesnaam nog uitkleden en vervolgens bij die douche komen?

Holy fuck, wat is er net gebeurd?

Toen ik rond 16.00 uur vroeg om de gynaecoloog te halen voor pijnbestrijding, gaf zij aan dat ze haar zo zou halen om te bekijken of het al begonnen was. Op aandringen van mij kwam de gynaecoloog nog voor 16.30 uur en bij de eerste meting bleek ik negen centimeter ontsluiting te hebben. Dat was een opluchting, want al die tijd zat ik vol ongeloof en kon ik me niet voorstellen dat vrouwen dit nog gemiddeld 10 uur konden volhouden.

We waren inmiddels wel te laat om nog pijnbestrijding in te zetten en ook toen ik verdoofd werd om preventief (bij stuit) in te knippen, is dat laatste niet meer gelukt omdat de persweeën al kwamen. Zo snel ging het. Om 17:07 uur was Noor er. Dat was voor een stuitbevalling op zich gunstig. Het professionele stuitteam heeft hier fantastisch bij geholpen. Voor mij was het wel echt intens, ondanks dat ik ook heel trots was dat het op die manier gelukt was. Ik moest ook enorm bijkomen. Holy fuck, wat is er net gebeurd, dacht ik. Ik ben nu moeder van een baby, wat een grote verantwoordelijkheid. Ik voelde die druk letterlijk op mijn schouders terechtkomen. 

Op de automatische piloot

Na een nacht in het ziekenhuis en wat extra controles mochten we naar huis. We werden daar ontvangen door Gerda, een heel ervaren kraamverzorgende. Ze had allerlei handige maniertjes voor het zorgen voor baby’s en leerde deze uitsluitend aan Bob. Ik was namelijk nog steeds tot niks in staat, dus hij nam veel taken op zich. Ondertussen moest ik wel ieder uur bij kolven om te zorgen dat mijn borstvoeding op gang kwam.

Met 2600 gram was Noor echt te klein. Gerda hielp enorm om de borstvoeding voor elkaar te krijgen. Ze was zo enthousiast als Noor weer was gegroeid en stond dan als een cheerleader letterlijk naast het bed om het goede nieuws te verkondigen. Mijn hele leven stond in het teken van voeden. Wel acht tot negen keer per dag. Ik had nauwelijks besef van de tijd, het ging voor mijn gevoel dag en nacht door. Ondanks het nauwelijks slapen, deed ik mijn voedingsduty en functioneerde ik volledig op de automatische piloot.

Gerda benoemde weleens ‘Je zit in je hoofd hè?’ Dat maakte me een beetje bang. Het is niet goed en zij ziet het ook. Toen we in die eerste week het gewicht van Noor aan de verloskundige doorgaven, lieten we haar ook weten dat het met mij niet lekker ging. Dit gebeurde telefonisch, want de verloskundigen kwamen in verband met Corona destijds niet thuis. In overleg is er toen een particuliere coach ingeschakeld, die jonge moeders begeleidde met het moederschap.

Angst en ernstig slaapgebrek

Noor sliep eigenlijk heel goed, maar ik stond zo aan en werd letterlijk van ieder zuchtje en geluidje wakker. ‘Ze moet weg uit onze kamer’, zei ik uit paniek tegen Bob. Dat wilde hij niet. ‘Ze is nog zo klein’. Het compromis was dat we de wieg aan zijn kant van het bed legden. Dat maakte voor mij al uit.

De nachten waren het ergst. Ik zat regelmatig midden in de nacht in paniek beneden. Ik wist echt niet meer wat ik moest doen. Buiten rondjes lopen? Mijn moeder bellen? Mediteren, tv-kijken of een luisterboek. Ik was eigenlijk zo moe, daardoor kon ik me nauwelijks concentreren op een boek. Maar slapen lukte ook niet. Ik heb zo vaak Bob wakker gemaakt, terwijl hij zijn slaap ook nodig had om voor Noor te zorgen. Soms was ik zo radeloos dat ik het gevoel had uit het raam te willen springen van paniek. Ik was bang dat ik zou doordraaien.

Continu in fight-flight-freeze modus

Ik leefde continu in fight-flight-freeze modus. Ik maakte me op een gegeven moment zo druk over het niet slapen. Dat kan toch niet goed zijn voor een mens? Ik vroeg me af hoe lang het goed kon gaan zonder slaap? Ik kreeg van iedereen wel het advies dat ik goed voor mezelf moest zorgen als moeder. Dat probeerde ik ook, maar wat als dat niet lukt? Je hoort overal dat slapen zo belangrijk is voor je herstel. Wat als je geen oog dicht kan doen? De druk was zo groot. Mensen vroegen ook ‘oh slaap je niet?’ Slaapt de baby niet goed? Eh nee, ik kan zelf gewoon niet slapen. Het feit dat Noor wel gewoon sliep, maakte het soms ook extra frustrerend als ik weer nachten wakker lag en de dagen erna door moest trekken. 

Ik vond op een gegeven moment eigenlijk alles eng. Kraambezoek vond ik ontzettend spannend. Ik was enerzijds blij dat mensen niet lang mochten blijven en alleen via het raam ‘op bezoek’ kwamen. Ik was als de dood dat ik het niet aan kon en dat het niet goed met mij ging en maakte mezelf continu wijs dat ik van alles voelde in mijn lijf. Anderzijds zorgde het bezoek er ook voor dat ik even uit mijn hoofd raakte. Dat ik soms heel even geen angst voelde en even niet bezig was met het niet kunnen slapen. Maar zodra het bezoek klaar was, stortte ik door alle opwinding en het gebrek aan afleiding weer in. Dat er niemand bij ons binnen is geweest, heeft er wellicht ook aan bijgedragen dat niemand echt heeft gemerkt hoe het er hier aan toe ging. 

Postnatale depressie angst

Wie kan me helpen? 

Toen de particuliere zorgverlener, een hele lieve vrouw, langs kwam, had ik toch het gevoel dat het niet helemaal aansloot bij mijn problematiek. Ik vond het moederschap op zich niet pittig, ik vond de continue staat van gespannenheid en niet slapen in combinatie met 24/7 voor een baby zorgen pittig. Gelukkig deed Noor het heel goed en hoefde ik mij om haar geen zorgen te maken. Dit kwam natuurlijk ook omdat Bob heel goed voor haar zorgde, hierdoor had hij alleen wel minder tijd voor mij. Overigens kon ik me ook nauwelijks zorgen maken over Noor, omdat ik genoeg had aan mezelf. Met de zorgverlener zou ik uiteindelijk een aantal gesprekken hebben, maar ik voelde dat dit niet afdoende was, dat ik meer nodig had. 

Later heb ik mij mede op advies van het consultatiebureau aangemeld bij MamaKits. Hier had ik (online) drie adviesgesprekken en dat was heel prettig. Heel laagdrempelig. Zij hielp mij op weg en leerde me hoe ik lief voor mezelf moest zijn. Na een aantal gesprekken was ook dit weer klaar. Extra behandeling achtte men niet nodig. 

Hoe nu verder?

Mijn verlof liep bijna op zijn einde, toen ik merkte dat het iets beter met me ging. Ik kon eindelijk buiten een rondje lopen zonder dit vreselijk spannend te vinden. Ik had al een maand extra verlof. Toch was het weer moeten beginnen met werken ontzettend spannend. Tijdens de re-integratie ging het moederschap ook gewoon door. Door de spanning van het de volgende ochtend aanwezig moeten zijn en moeten presteren op werk, werd de druk op het slapen nog groter. 

Via de huisarts kreeg ik slaapmedicatie voorgeschreven. Ze gaf wel aan dat ik deze niet te veel achter elkaar mocht nemen om afhankelijkheid te voorkomen. Dit vond ik spannend, en daarom probeerde ik dan ook zo veel mogelijk eerst in slaap te vallen zonder medicatie. Maar dat lukte natuurlijk vaak niet.  Zeker als ik de dag erna moest werken. De pillen hadden als bijwerking dat je 8 uur na inname geen auto mocht rijden. In mijn geval betekende dit dat ik uiterlijk om half 12 ’s nachts een beslissing moest hebben gemaakt. Zo’n pil lijkt dan de oplossing of een wondermiddel. Maar voor mij maakte dat de afweging voor het innemen van die pillen, juist weer stress gaf. Ik heb uiteindelijk afgesproken met de huisarts om ze op vaste dagen gedurende de week in te nemen. 

Slapen bleef een zwakke plek

Uiteindelijk, na een half jaar op de wachtlijst, vond ik een hele fijne psycholoog, Angelina. Noor was inmiddels al 1,5 jaar oud. De sessies met haar waren heel waardevol, maar ook pittig. De EMDR-sessies kostten me veel energie. Bob sloot ook een paar keer aan bij het gesprek, want de situatie heeft ook impact op je relatie. Het was ontzettend zwaar om dit allemaal naast de reintegratie op werk te doen, waar ook veel van je gevraagd wordt. Zo moest ik onder andere elke twee weken evalueren, waarbij ik moest bepalen of er weer twee uur bij kon of niet.   

Naast werk en het moederschap, lukte het niet om mee te doen aan sociale dingen. Als ik mijn vriendinnen al zag – wat ik heel vaak afzegde en ook door Corona was dit beperkt – dan voelde ik me meestal totaal uitgeblust. Ik wilde het er dan gewoon even niet over hebben, omdat ik er al zo veel mee bezig was. Dat maakte dat ik hen niet goed kon betrekken bij hoe ik me voelde. Ik kon ze daarin niet goed meenemen, hoewel ik normaal heel open ben en graag dingen deel. Zij wisten dus ook niet goed wat er echt speelde en dat maakte het weer extra eenzaam.

Angst om niet te kunnen slapen

Ondanks dat het nu langzaam steeds iets beter ging, was slapen 3,5 jaar later nog steeds een zwakke plek. Na een aantal triggers voelde ik dat ik weer de verkeerde kant op ging. Angst voor het niet kunnen slapen en door het niet slapen nog meer angst ervaren, creëerde een vicieuze cirkel. 

Wat moet ik nu doen? Ik had geen kortetermijnplan meer, dus belde de huisarts. Die zei: ‘meisje, je hebt al zo lang gestreden, heb je weleens over medicatie nagedacht?’ Ik kon niet wachten om me weer wat beter te voelen. De eerste dag na het starten met de medicatie waren mijn angsten zó heftig, maar daarna werd het beter.

Blik op de toekomst

Ik besef en merk nu dat het beeld van een postnatale depressie nog zo gekleurd is. Ik dacht altijd dat een postnatale depressie betekende dat je vooral somber was of dat je geen liefde kon voelen voor je pasgeboren kind. Nu weet ik dat ook of in plaats daarvan veel last kunt hebben van heftige angst of extreem slaapgebrek. Er is niet één verschijningsvorm, maar het kent vele gezichten. Een gezicht dat ik tijdens een raamvisite verborgen kon houden.

Ik wil heel graag nog een kindje, maar ik vind het ook heel spannend. Al vond ik het balen dat er lange tijd geen ruimte was voor een nieuwe zwangerschap, kon ik me erbij neerleggen dat ik moest focussen op mijn mentale gezondheid.. Die ruimte begint nu langzaam te ontstaan. Ook Noor zegt regelmatig dat ze graag grote zus wil worden. Het zou me geweldig lijken om een keer een kraamtijd mee te maken zonder zoveel angsten. Wie weet is het mij gegund. Er speelden destijds ook zoveel factoren mee, dat het nu eigenlijk alleen maar beter kan gaan. Daar houd ik me aan vast!’

Dit interview met Mylène is onderdeel van de serie ‘De vele gezichten van een postnatale depressie’. Met dit fotoproject willen How About Mom en fotografe Sanne Ravensbergen het taboe rondom postnatale depressie doorbreken. In deze serie worden tien vrouwen geportretteerd die een postpartum depressie hebben meegemaakt.

Gratis een wekelijkse update?

How About Mom nieuwsbrief: korting, tips en de beste gelezen verhalen