Een zwangerschap en voor het eerst moeder worden: het is één grote bron van inspiratie. Op How About Mom geeft columnist Fien Vermeulen een eerlijk kijkje in haar leven. Deze week: kraambezoek is topsport in die eerste weken en dat heb ik geweten.
Als er ooit nog een volgende keer komt, doen we het anders. Of eigenlijk: gewoon eerst echt even niet.
Daarna zouden de vanuit ons spontane ‘Heb je zin om nu eventjes langs te komen?’-bezoekjes aan de beurt zijn. En dáárna pas die agenda op tafel. Want eerlijk is eerlijk, pas sinds een paar weken geniet ik er zelf ook van: ingeplande kraambezoekjes.
Dit is je teken om dat vakantiefotoboek te maken (met 25% korting!)
Alles in me schreeuwde ‘NEE!’
Van tevoren hadden we heel goed doorgesproken wat we wilden: géén bezoek de eerste weken, ouders uitgezonderd. Mislukte totaal. We lieten ons toch overhalen door de ongelofelijk lieve berichtjes en er stonden mensen voor de deur die eten brachten en waar we dan toch even bedankt en ‘hoi’ tegen wilden zeggen.
De drie weken durende bubbel waar we zo naar uit hadden gekeken, die is ons niet gelukt. Och. Ik zie mezelf nog zitten in de eerste paar dagen na haar geboorte. Op de eerste dag thuis kreeg ik een appje: “Kunnen we morgen komen?”. Ik kreeg een paniekaanval van de gedachte aan mensen in ons huis. Wie dan ook. Alles in me schreeuwde: ‘NEE!’. Niet omdat ik ze niet wilde zien, maar omdat ik op dat moment nog niet eens in staat was om zelf rustig beneden op de bank te zitten.
Kraamplan: hoe ga je om met bezoek?
Ik vind het ook echt een lastige balans. Aan de ene kant wilde ik mensen zo graag voorstellen aan de nieuwe liefde van ons leven – en aan de andere kant wist ik – als ik erop terugkijk – de eerste weken niet eens wat boven en onder was. Ik voelde me toch ergens ‘verplicht’ om berichtjes te beantwoorden en mensen die vroegen of ze mochten komen, in te plannen. Natuurlijk wilde ik ze ook graag zien, maar ik kon eigenlijk de prikkels van een agenda helemaal nog niet handelen. En die agenda ook niet uit handen geven.
Ik ben niet goed in ‘niks doen’
Een ander ding is dat ik ben niet zo goed in ‘niks doen’ tijdens zo’n bezoek. De controle loslaten over of het huis wel op orde was, vond ik bijvoorbeeld heel lastig. Dan was ik op de ochtend dat ze zouden komen in mijn hoofd al bezig met ‘wat er daarvoor nog moest gebeuren’. En ik wilde aangekleed en gedoucht zijn en beneden zitten. Ik vond mensen in onze slaapkamer helemaal niks. Met andere woorden: ik kreeg er gewoon stress. Stress die totaal onnodig was, maar wel aangaf: volgens mij moeten we dit nog helemaal niet doen.
Kraambezoek is topsport
“Kraambezoek is topsport”, was een comment onder een Instagrampost die ik in de eerste weken na de geboorte van Lise-Marie deed. Dat is het denk ik inderdaad als je er zelf nog niet helemaal oké mee bent. Een aantal van de bezoekjes in het begin heb ik echt als topsport ervaren. Konden al die lieve mensen niks aan doen. Het had helemaal te maken met dat wij allebei mensen zijn die het lastig vinden om grenzen aan te geven en ons daar dan ook aan te houden. Om ‘nee’ te zeggen. Daarnaast zijn we ook nog allebei types die graag voor een ander invullen welke verwachtingen ze hebben (die er dan vaak niet zijn). Pas toen het ons lukte om toe te geven aan: ‘waar hebben wij ZELF eigenlijk behoefte aan?’ werd het echt fijn.
Lise-Marie is nu al bijna 3 maanden oud. Elke week staan er nu leuke bezoekjes op de planning. En nee, die zien dan niet meer die piepkleine baby die ze was toen ze geboren werd. Maar eigenlijk is dat ook helemaal niet erg, ben ik achter gekomen. De kraambezoekclichés zijn namelijk ook zo ontzettend waar, ben ik achter gekomen. Het zijn mensen die van je houden, dus ze snappen elke keuze die je maakt. En vooral: je moet er zelf iets aan hebben en het niet voor een ander doen.
Fotocredits: Kim Greidanus
Column Fien: ‘Dat zouden wij natuurlijk nooit gaan doen’
Als ik de kraamtijd nog eens over kon doen… – How About Mom