Een zwangerschap en voor het eerst moeder worden: het is één grote bron van inspiratie. Op How About Mom geeft columnist Fien Vermeulen een eerlijk kijkje in haar leven. Deze week: over de bevalling van dochter Lise-Marie.
Nog voor ik haar zag, wist ik dat we ouders waren geworden van onze dochter. Diep in de nacht, in het ziekenhuis in Amersfoort, pakte mijn liefde haar aan toen ze geboren werd. Ik stak mijn handen naar haar uit, voelde iets tussen haar benen en zei: “Het klopt niet!”.
“Dat is de navelstreng”, antwoordde hij, nog voor we ook maar iets hadden gezien. Kijken was niet meer nodig, we wisten het: Lise-Marie is bij ons. Op 5 juli om 03:43 lag ze op mijn borst. Ons leven voor altijd anders. Zoveel grootse, overweldigende, natuurlijke, lieve liefde. Voor het eerst en de enige keer in mijn leven lag mijn hart in mijn armen, met zijn armen er omheen: ons meisje. Wij drieën.
Alles voor het eerst
Inmiddels is ze al bijna drie weken oud. Wat een weken zijn het geweest. Normaal gesproken weet ik altijd wat te schrijven, maar deze weken merkte ik dagenlang dat de woorden soms vastzaten. Het waren er te veel. Alles bij elkaar gewoon letterlijk onbeschrijfelijk. Zoveel emoties, zoveel verhalen – waar te beginnen? De bevalling, haar geboorte, mijn liefde zien als papa, moeder geworden, ons meisje leren kennen, onze ouders als grootouders zien. Zelfs de meest gewone dingen die er al waren voor zij er was – toen we met haar thuis kwamen, leek alles nieuw. Alsof ik het door haar ogen bekeek. Alles voor het eerst.
Gek van de jeuk
Inmiddels ben ik klaar voor het begin: de bevalling. Al sinds het begin van deze zwangerschap heb ik vreselijke jeuk gehad. PUPPP. Het ging met medicatie een aantal weken beter, maar uiteindelijk werd het zo erg dat er helaas niks anders op zat dan de bevalling in te leiden. Kostte wat het kost wilde ik wachten tot we de 40 weken over waren.
Uitgeput van het niet meer slapen door het krabben en de pijn aan mijn huid tikten we die aan. De laatste dagen was het enige dat nog hielp ter afleiding wandelen. Liep ik daar met die enorme buik: 17000 stappen per dag. Het werd een uitputtingsslag en hoe moeilijk ik het ook vond dat ik niet natuurlijk zou gaan bevallen – het was de juiste keuze.
Over mijn bevalling
Na weer een nacht overgeslagen te hebben, meldden we ons op 2 juli om 08:30 uur in het ziekenhuis voor het plaatsten van een ballonnetje. De weeën begonnen vrijwel direct en kwamen om de paar minuten. ‘Yes!’ dacht ik nog: ‘Het werkt!’. Samen keken we de EK Voetbal wedstrijden terwijl ik alles weg pufte op mijn bal in de woonkamer. We hadden niemand vertelt wat we aan het doen waren en wilden het samen doen. Dat voelde zo bijzonder.
Slapen lukte door de pijn al niet meer, maar dit was pijn voor het mooiste cadeau dus vol goede moed gingen we de volgende ochtend weer terug. Toen we hoorden dat ik niet eens één centimeter ontsluiting had en de boel nog potdicht zat, schrok ik enorm. Hoe kon dat nou met al die pijn? Nog weer 24 uur later vol weeën en wederom zonder slaap, raakte ik toch in paniek. Uitgeput begreep ik huilend dat er maar een paar millimeter vordering in zat.
Hoewel we zo hadden gehoopt op een thuisbevalling, waren we blij dat we na die 48 uur niet meer naar huis gingen. We installeerden ons op onze verloskamer en ik nam de pillen in die de ontsluiting verder moesten helpen. De weeën werden heftiger en heftiger, kwamen sneller en nog sneller en ik belandde in een uren durende weeënstorm. Ondanks dat ik nog steeds 2 centimeter ontsluiting had, werden mijn vliezen gebroken. Na 56 uur waren we precies niks opgeschoten, wist ik niet meer wat onder en boven was en kreeg ik een ruggenprik.
Ik ben mijn liefde en het ziekenhuispersoneel zo ongelofelijk dankbaar voor hun steun en lieve woorden. Die had ik vooral nodig toen we die 4 juli ’s avonds laat hoorden dat we nog steeds niks verder waren. We kregen nog twee uurtjes, van 21:00 tot 23:00 uur. Als er dan niet behoorlijk wat opgeschoten was, gingen we de keizersnede voorbereiden. Hoewel ik weet dat het niet waar is, voelde dat als falen op dat moment. Nare vragen als: ‘Waarom lukt dit me toch niet?’ en ‘Waarom werkt mijn lichaam niet mee?’, schoten door mijn hoofd. We hadden van tevoren gezegd dat we alles op ons af zouden laten komen, maar deze optie was daarin helemaal niet bij me opgekomen.
Die oerkracht was waanzinnig
Wonder boven wonder veranderde alles om 23:00 uur. In die twee uurtjes zat ik – misschien wel door mijn mentale breakdown waarin ik alles losgelaten heb – ineens op 9 centimeter. Euforie en hallucinaties door het slaaptekort wisselden elkaar af. Ik dacht dat mijn zus in de kamer stond (dat was de arts) en vierde een feestje met kaboutertjes die over de muren kropen naast mijn vriend. De knop ging om en ik voelde me weer alsof ik wat regie over mezelf kon pakken. We hebben geprobeerd om nog wat uren rustig te liggen, samen in één bed. Dat waren hele fijne momenten. Wij nog even samen. Ik moet er weer om huilen als ik eraan denk. Om 03:15 uur voelde ik: ons kindje komt eraan. Het gevoel dat ik kreeg tijdens het persen vond ik waanzinnig. Die oerkracht. Dit was waar ik zo op had gehoopt, deze ervaring. Alles van de wereld om ons heen, viel weg. Alsof ik deed waarvoor ik gemaakt ben, zo voelde het.
Mijn liefde keek naar onze dochter toen ze geboren werd en ik naar hem. Ik had niet voor mogelijk gehouden dat ik nog zoveel meer liefde voor hem kon voelen. En daar was ze. Na 65 uur, die ik toen direct vergeten was. Eindelijk: ons meisje.
Lise-Marie hoort zo bij ons
Alles zou ik nu direct opnieuw doen. Sterker nog: ik zou soms wel even terug willen spoelen. Om nog een keer te beleven hoe ze geboren werd. Zelfs om de pijn nog een keer over te doen. Ondanks alles, kijk ik nu na een paar weken namelijk enorm positief op de hele bevalling terug. Vooral op hoe mijn liefde en ik het samen hebben gedaan. Hoe prachtig een ziekenhuisbevalling dus ook kan zijn. Het was intiem en samen. Het was precies zoals het had moeten zijn. We zijn nog een tijdje in het ziekenhuis gebleven omdat ik koorts kreeg tijdens de laatste uren van de bevalling. Maar ons meisje deed het tijdens de controles stralend. Op 5 juli tegen een uur of 18:00 kwamen we met z’n drietjes thuis waar onze lieve poes Olly ons voor de deur stond op te wachten.
Gek eigenlijk, hoe normaal het nu al voelt met haar terwijl het zo bijzonder is tegelijk. Ik zou ons leven nu al niet meer kunnen voorstellen met z’n tweetjes. Lise-Marie hoort zo bij ons. Ze is zo lief, zo zoet en alles met haar en ons voelt natuurlijk. Ik zit zo vol verhalen over haar, over de kraamtijd, het kraambezoek, onze liefde voor haar en mijn herstel – en die komen vast later. Voor nu: we zijn ouders. Ze is er. Ons meisje. Wij drieën. Mijn alles.
Fotocredits: Kim Greidanus
Column Fien: ‘Gemene schoonloeders die de baby inpikken? Blij dat ik dat niet mee hoef te maken!’