Mijn naam is Irene. Mijn man Maarten en ik werden in 2021 ouders van Mees. Ik wil graag mijn ervaring delen over het doormaken van een kraampsychose en een postpartum depressie, omdat ik mee wil meewerken aan meer bekendheid over mentale klachten na de bevalling.
In het voorjaar van 2019 waren mijn man Maarten en ik vijf jaar samen en net getrouwd. We woonden in een mooi huis aan de rand van de stad. Wij genoten volop van ons leven samen, door reizen te maken naar Amerika, stedentrips, uit eten te gaan en op pad te gaan. Wij waren toe aan een volgende stap in ons leven en hoopten als het ons gegeven was, dat wij ouders mochten worden. Drie maanden na het stoppen van de pil was ik zwanger.
Ik voelde de baby minder goed
Ik had een gezonde zwangerschap. De baby groeide goed, en ook lichamelijk was ik – op wat vermoeidheid en een lage bloeddruk na – ook gezond. Wel merkte ik dat ik me in de loop van de zwangerschap wat somber voelde. Ik had regelmatig wat bloedverlies waardoor ik totaal van de kaart raakte en dacht mijn kindje te verliezen. Ook was de baby erg rustig in mijn buik waardoor ik hem vaak niet goed voelde. Twee keer ben ik naar het ziekenhuis geweest voor extra controles.
Ik heb in het verleden twee depressies doorgemaakt en antidepressiva gebruikt. Maar dat de laatste jaren het ging het goed met mij. Achteraf realiseerde ik me pas dat het feit dat ik zo heftig reageerde op het bloedverlies tijdens de zwangerschap, en minder leven voelde bij de baby, ook wel een teken was dat het toen al niet helemaal lekker ging met mij.
Een ingeleide bevalling
Bij 41 weken werd ik ingeleid in het ziekenhuis omdat ik fysiek en mentaal helemaal op was. Ook was er geen enkel teken dat de bevalling zelf opgang kwam. Tijdens de inleiding was op het hartritmefilmpje te zien dat de hartslag van onze zoon regelmatig minder goed was. Daarop werd ik met spoed naar de operatiekamer gereden. Daar werd onze prachtige zoon Mees geboren via een keizersnede.
Na de keizersnede heb ik Mees een paar minuten vastgehouden. Ik werd daarna gehecht en naar de IC gereden. Na ongeveer anderhalf uur zag ik Mees weer. Ik miste het bekende gouden uur met hem.
Ik voelde niet veel
Ik voelde niet veel toen ik hem voor het eerst echt goed zag. Ik had ook niet echt de behoefte om hem vast te houden.
Terug op de kraamafdeling zat ik vast aan twee infusen en een katheter. De kraamverpleegkundige die mij hielp was snel en kortaf. Op een gegeven moment kreeg ik een bloedding waardoor ik en het bed volledig onder het bloed zaten. Ik heb meerdere keren gebeld maar pas na een uur kwam zij mij helpen. Ook leegde zij mijn katheter niet waardoor deze knapte en de hele vloer onder mijn urine lag. Mijn man heeft dit opgeruimd.
Mijn man moest mij helpen met douchen terwijl ik van de pijn niet op mijn benen kon staan. Mijn buik trok en de wond van de keizersnede brandde van de pijn.
Meer lezen: Deze 10 vrouwen tonen de vele gezichten van een postnatale depressie
Ik voel me niet goed
Hoewel ik net was bevallen, wilde ik Mees niet vasthouden en voelde ik geen liefde voor hem. Huilend vertelde ik aan de dienstdoende verloskundige dat ik mij echt niet goed voelde en zo niet naar huis wilde. Ze gaf aan dat het kraamtranen waren en dat ik er met mijn eigen verloskundige over kon spreken.
Precies 30 uur naar mijn keizersnede moest ik het ziekenhuis verlaten. Een verpleegkundige kwam mijn kamer ingelopen en gebood mij dat ik mij snel moest wassen en aankleden en kraamzorg moest regelen. Mijn kamer moest op tijd leeg want het was druk op de afdeling. De volgende zwangere kon dan van mijn kamer gebruik maken.
Ik beviel van Mees tijdens de eerste week van de Covid 19 pandemie. Gelukkig hadden we een hele lieve en betrokken kraamverzorgende. De verloskundige is 2 of 3 keer langs in de kraamweek geweest en tekende de verklaring voor extra kraamdagen. Verder zou zij niet meer langs komen vanwege de Coronadrukte en werden de afspraken telefonisch gedaan.
Ook de nacontrole na 6 weken zou niet doorgaan, zei de verloskundige. Ik gaf aan dat ik mij mentaal een wrak voelde. De verloskundige belde daarop mijn huisarts.
‘Dit is normaal’
Ik belde de huisarts. Maar ook zij wilde onder geen beding langs komen vanwege Covid 19 en gaf aan dat het normaal is om de eerste week na de bevalling je down te voelen. Toen dacht ik: ‘Als de hulpverleners er ook niet zoveel aandacht aan besteden zou het inderdaad wel tussen mijn oren zitten en moet ik niet zeuren en gewoon doorgaan’.
Ook de opmerkingen die ik kreeg van enkele buitenstaanders als ik aangaf dat ik de keizersnede best wel heftig vond, hielpen ook niet mee. Ik hoorde opmerkingen zoals ‘als je in 1800 had geleefd hadden jij en je zoon het waarschijnlijk niet overleefd, wees blij’. Of: ‘oh wat heerlijk, liggen en het werk wordt voor je gedaan!’
Kleine indringer die het leven omver schopte
Ik zette mijn tanden op elkaar en deed plichtmatig de zorg voor Mees. Maarten was en is een geweldig vader. Hij zorgde goed voor mij en voor Mees, en deed dat met veel liefde in de kraamweken. Maar ik voelde me leeg, hol en begon Mees steeds meer te zien als een indringer die mijn leven overhoophaalde.
Ik kreeg nare gedachten om mijzelf pijn te doen en ik dacht zelfs na over zelfdoding. Ik zag mijzelf in gedachten Mees de vreselijkste dingen aandoen. En die gedachten waren een verschikking. Ik sliep en at amper en veranderde in een schim van mijzelf.
In een psychose
Drie weken naar de bevalling ben ik in een roes geraakt. Ik hoorde stemmen in mijn hoofd die zeiden dat ik mijzelf pijn moest doen. Ik heb toen al Mees zijn knuffels, speelgoed en kleertjes uit het raam gegooid, zijn geboortekaartjes verscheurd en ik heb mijzelf beschadigd.
Ik weet niet meer zo goed wat ik gedaan heb. Volgens Maarten was ik aan het gillen en schreeuwen. Via de huisartsenpost ben ik bij de crisisdienst van de geestelijke gezondheidszorg terecht gekomen. Hier stelde de psychiater een kraampsychose vast met een postpartum depressie.
Ik smeekte om opgenomen te worden en wilde niet in de buurt zijn van Mees. Ik kon hem niet om mij heen verdragen. De psychiater stelde dat het beste was om toch thuis te blijven met mijn zoon in een vertrouwde omgeving. Ik kreeg rustgevende medicatie voorgeschreven, samen met antidepressiva, antipsychotica en slaapmedicatie. Thuis zou elke dag een verpleegkundige komen van het crisisteam en ik zou een deeltijdbehandeling krijgen.
Van de wereld
Van de medicatie was ik volledig van de wereld. Ik ervaarde een dik mistig gordijn tussen mij en de buitenwereld. Ik kreeg veel gesprekken, ook een team van de ggz werd ingeschakeld om te werken aan de band tussen mij en Mees. Ik moest dan met hem spelen voor de camera en dat later terugkijken. Ik kreeg allemaal niet mee wat ze zeiden, en dacht alleen maar ‘donder op met je camera’.
Mijn stemming werd niet beter. Ik had veel angstige gedachten om mijzelf of Mees wat aan te doen, paniekaanvallen en huilbuien. Ik vroeg iedere nacht aan God of hij mij wou komen halen, ik smeekte mijn man en familie om Mees naar een adoptiegezin te brengen. Ik was immers de meest waardeloze moeder die er maar bestond. Mijn man en familie voelden zich machteloos. Ze probeerden mij op alle manier te helpen maar wisten het ook niet meer.
Na een tijdje ging ik gedeeltelijk bij mijn moeder wonen omdat ik Mees niet in mijn buurt kon hebben zonder in paniek te raken. Maarten en mijn moeder hebben toen volledig voor Mees gezorgd.
Opname in de gesloten ggz-instelling
Op een zondagavond ben ik weer in een psychose terecht gekomen. Ik weet niet meer wat er gebeurd is, alleen dat ik weer nare stemmen hoorde in mijn hoofd. Ik heb als een wild dier door het huis gelopen, heb planten en borden stukgegooid.
Toen ben ik naar een gesloten ggz-instelling gebracht waar ik gedwongen ben opgenomen omdat ik weer in een psychose was beland. Na een intense, heftige en lange opname mocht ik weer naar huis. Maarten wilde liever niet meer dat ik thuis kwam wonen. Hij kon het na alles wat er gebeurd was het niet meer opbrengen om voor mij én voor Mees te zorgen. De kraampsychose en postpartum depressie hakte er bij hem ook zo in. Ik begreep dat en ik wilde zelf ook het contact met Mees weer langzaam opbouwen. Ik ben toen ergens in de buurt in een klein appartementje gaan wonen.
Ik had al ruim een jaar niet meer gewerkt. Toch heb ik redelijk snel na de opname weer mijn werk opgepakt omdat het mij afleiding en structuur gaf. Daarnaast volgde ik intensieve therapie voor mijn eigen herstel en voor de band met Mees.
De mist begon op te trekken
De mist in mijn hoofd begon op te trekken en ik begon eindelijk te zien wat voor prachtig, lief en vrolijk jongentje Mees is. Ik fluisterde in zijn oortje dat ik van hem hield en er alles aan zou doen om een goede mama voor hem te zijn. En dat gevoel groeide steeds meer en meer. De eerste maanden deed ik de zorg altijd samen met mijn moeder of Maarten zodat wanneer ik het niet aankon, ik mij terug kon trekken.
Uiteindelijk lukte het me om zelf de zorg te doen, vertrouwen in mijzelf te hebben en heel veel van Mees te gaan houden.
Meer lezen: ‘Ik wist niet dat angst en slapeloosheid ook bij een depressie konden horen’
Ik ben hersteld
En nu – bijna 4 jaar later – gaat het goed met me. Ik heb alle medicatie afgebouwd. Maarten en ik wonen weer samen en onze relatie heeft zich helemaal hersteld. Ik werk volledig en heb zelfs nog een post hbo gevolgd zodat ik nu als specialistisch verpleegkundige werk.
Mees en ik zijn als vier handen op één buik. Ik heb nog nooit zoveel liefde voor een persoon gevoeld als hem. Hij is alles voor mij.
Mees heeft, voor zover wij als ouders kunnen zien, geen last van mijn postpartum depressie gehad. Hij is een lief, sociaal, vrolijk en zorgzaam jongentje. Zijn vader stond dag en nacht voor hem klaar toen zijn moeder dat niet kon.
Alles wat er gebeurd is heeft mij als vrouw getekend. En het heeft me sterker gemaakt. Ik geniet van het leven, hou oneindig veel van mijn mannen. Maar ik merk wel dat ik sneller dan eerst overprikkeld raak en dat ik goed voor mijzelf moet zorgen.
Geen tweede kindje
Wij willen geen tweede kindje. De kans op herhaling is groot als je eerder een postpartum depressie hebt meegemaakt. Het is goed zo. Wij zijn in balans met ons drietjes. Ik kijk uit naar de toekomst. We sparen nu voor een reis naar Amerika.
Neem de signalen serieus
Ik zou willen dat er meer informatie wordt gegeven over een keizersnede. Veel bevalplannen en informatie van verloskundigen is gericht op een vaginale bevalling. Ik had namelijk geen idee wat er kwam kijken bij een keizersnede.
En ik zou willen dat geen enkele moeder dit moet overkomen. Laten we er daarom dan eerst mee beginnen dat hulpverleners de signalen van een postpartum depressie of kraambedpsychose serieus nemen en dit goed oppakken.
Meer lezen?
Nadya liep door haar bipolaire stoornis het risico op een kraambedpsychose
Hormoon-expert en psycholoog Estrella Montoya: ‘Vergeet de rol van hormonen bij depressies niet’